Hoe het gezondheidssocialisme onze samenleving ontwricht

Een gastbijdrage van Karel Beckman

Virus versus vrijheid:

Het coronabeleid dat onze samenleving ontwricht is mogelijk geworden doordat we zijn gaan geloven in de zegeningen van het socialisme. We zijn vergeten dat vrijheid beter werkt én socialer is.

1 – Welkom in het gezondheidssocialisme

blank
Schilderij van Paul Nash
“We Are Making A New World”

Nu de “lockdown” bijna een jaar duurt, zullen veel mensen zich afvragen waar we in terecht zijn gekomen, en of we er ooit nog uit komen. Het vaccin zal ons redden, geloven velen, en ons “onze vrijheid” weer teruggeven.

Maar zelfs als vaccinatie werkt, blijft de schaduw van nieuwe lockdowns boven ons hangen. Wat als er een nieuw virus uitbreekt? Of een andere dreiging op ons afkomt? Wat zijn precies de voorwaarden waaronder de overheid opnieuw onze vrijheden kan afpakken? Zijn daar nog regels voor – of kunnen ze dat voortaan doen wanneer ze zin hebben?

Als er iets is dat de coronacrisis ons heeft geleerd, is het dat de overheid bereid en in staat is om ons leven tot in de kleinste details te controleren – én dat de meerderheid van de bevolking hier geen moeite mee heeft – én dat er geen parlement, rechter, massamedium, of maatschappelijke instelling is die haar een strobreed in de weg legt.

Waar we in zitten? Dat heet, heel eenvoudig, een socialistische staat. Je zou het huidige stelsel ook gezondheidssocialisme kunnen noemen. Alle beslissingen worden centraal genomen – er is geen ruimte voor individuele keuzes – en iedereen wordt geacht zijn persoonlijke belangen op te offeren aan het algemene belang van de “volksgezondheid”, en meer in het bijzonder de gezondheid van “kwetsbare ouderen”. Die hebben de plaats ingenomen van het “proletariaat” of “de armen” in het ouderwetse socialisme.

De slogan van Karl Marx was: “van eenieder naar vermogen, voor eenieder naar behoefte”. De slogan van de corona-staat is: “je doet het voor een ander”.

Dat is ook de reden waarom mensen de “maatregelen” zo gedwee opvolgen. Ja, er zit dwang achter, zoals in ieder socialistisch stelsel. Maar het beleid zou nooit zijn geslaagd als het alleen was gebaseerd op dwang. Mensen conformeren zich vooral aan het beleid omdat ze geloven dat het moreel juist is om hun “eigen belang” op te offeren aan het collectieve belang. Ze geloven dat ze door de maatregelen op te volgen kwetsbare ouderen ontzien.

BOA’s en boetes

Dat je een ander wilt helpen is natuurlijk mooi. Als het beleid ook inderdaad levens zou redden, is het wellicht verdedigbaar. Het probleem is alleen dat het niet zo is.

Net als het gewone socialisme in de praktijk nooit een succes is geweest, is het gezondheidssocialisme dat ook niet.

De “lockdowns” worden geacht de kwetsbaren te beschermen, maar er blijkt – bizar maar waar – geen relatie te zijn tussen lockdown-maatregelen en sterftecijfers. De baten van de maatregelen zijn minimaal, maar de kosten – in termen van economie én gezondheid – zijn schrikbarend. Denk aan verloren levensjaren door uitgestelde zorg en te late diagnoses, gebrekkig onderwijs, faillissementen, toename van armoede, schulden, werkloosheid, sociaal isolement, eenzaamheid, wantrouwen, zelfmoord en mishandeling, en bovenal heel veel angst.

Tegelijkertijd neemt de dwang hand over hand toe. BOA’s, boetes, mondkapjes, sluitingen van bedrijven, verbod op samenkomsten, sporten, feesten, elkaar aanraken, avondklok, alcoholverboden, verklikkers, gedwongen quarantaines, gedwongen mondkapjes, gedwongen tests, straks gedwongen vaccinaties.

Het doel van socialisme is niet behulpzaamheid, maar gelijkheid. Het doel is niet elkaar helpen, maar de middelen herverdelen

Grondwettelijke rechten en vrijheden tellen niet meer. Niemand mag nog beslissen over zijn of haar eigen lichaam, zelf afwegingen maken hoeveel risico’s hij wil nemen, welke “maatregelen” hij verkiest. Censuur neemt toe. Alle besluiten worden genomen door de staat – een klein groepje politici, ambtenaren en technocraten.

Dat het gaat om socialistisch beleid blijkt ook uit het feit dat de “maatregelen”, zoals de mondkapjesplicht, de avondklok en de anderhalve meter, van toepassing zijn op de hele bevolking, ook op de grote meerderheid van gezonde mensen die niet besmettelijk zijn. Voor de avondklok bestaat zelfs in het geheel geen medische rechtvaardiging. Het gaat dus puur om het afdwingen van “solidariteit”, niet om het daadwerkelijk helpen van mensen.

Dit lijkt sterk op wat we al zo vaak hebben gezien in socialistische landen, zoals de DDR of de Sovjet-Unie of vandaag de dag Cuba of Venezuela. Het socialisme gaat uit van hooggestemde idealen, maar leidt altijd weer tot repressieve samenlevingen waarin iedereen slechter af blijkt te zijn, ook de mensen waar het allemaal om te doen was.

2 – Wat is socialisme? En wat is er mis mee?

Wat gaat er mis in het socialisme? En waarom blijven mensen er toch zo hardnekkig in geloven?

Ik denk dat de meeste mensen oprecht geloven dat socialisme leidt tot een sociale, solidaire samenleving, net zoals ze oprecht geloven dat de socialistische gezondheidsstaat ons het beste beschermt tegen ziekte en dood. Ze associëren socialisme met waarden als hulpvaardigheid, liefdadigheid en generositeit – deugden die we inderdaad hard nodig hebben in de wereld.

Maar dit beeld van socialisme berust op een misvatting. Socialisme beoogt wellicht een “solidaire” maatschappij tot stand te brengen, maar doet dat op een heel specifieke manier. Het socialisme roept mensen niet op om elkaar te helpen en zorgzaam te zijn voor elkaar. Het socialisme wil de maatschappij reorganiseren, op dusdanige wijze dat “solidariteit” daarvan het gevolg is. Dat is iets compleet anders.

De meeste mensen vinden het moreel juist om anderen te helpen. Maar ze verwachten daarbij wel enige wederkerigheid en een zeker verantwoordelijkheidsgevoel bij de ontvangers van hun hulp. Ze geloven in een sociale samenleving. Maar – en hierin zit hem de misvatting – dat is niet hetzelfde als een socialistische samenleving. Het doel van socialisme is niet behulpzaamheid, maar gelijkheid. Het doel is niet elkaar helpen, maar de middelen herverdelen.

Van de wieg tot het graf

Socialisme heeft niets op met burgerlijke (liberale, christelijke) deugden gebaseerd op vrijwilligheid en wederkerigheid. Het socialisme beoogt nieuwe “maatschappelijke structuren” te creëren.

Als de maatschappij eenmaal opnieuw is ingericht, naar socialistisch model, wordt iedereen “vanzelf” hulpvaardig. Of misschien moet je zeggen: dan is hulpvaardigheid niet meer nodig. Niemand hoeft in dit stelsel zelfredzaam te zijn, verantwoordelijk voor zijn leven. Niemand zal meer iets ontberen, alles wordt voor iedereen “geregeld” (denk aan de “verzorging van wieg tot graf”, of het “basisinkomen”). Dat is de socialistische heilstaat, waarin “egoïstische” belangen zijn verdwenen en het individu als autonoom wezen, en ook gezin, familie, en vereniging ondergeschikt zijn aan het grotere collectieve geheel.

In theorie lijkt dit allemaal heel idealistisch, maar – en dit is het kernprobleem van het socialisme – als mensen geen eigen keuzes kunnen en mogen maken, zal iemand anders dat voor hen moeten doen. Iemand zal moeten bepalen wie “behoeftig” is of zorg verdient, hoe middelen moeten worden ingezet, welke middelen, wie die middelen moet voortbrengen, enzovoort. Die bevoegdheid komt in een socialistisch systeem noodzakelijkerwijs te liggen bij een kleine elite, die voor iedereen beslist. In de praktijk is dat “de staat”.

Het maakt daarbij weinig uit of het socialistische stelsel “democratisch” is georganiseerd of niet. Verkiezingen geven mensen nauwelijks invloed op de beslissingen die worden genomen, en veranderen ook niets aan het feit dat de beslissingen door een klein groepje worden genomen voor iedereen.

Democratie is uiteindelijk een vorm van socialisme. In een nationale democratie worden alle belangrijke beslissingen centraal genomen door de overheid: hoe gezondheidszorg en onderwijs zijn geregeld, en de woningmarkt, hoe het financiële en sociaaleconomische stelsel eruit ziet, wat je wel en niet mag zeggen, enzovoort. Dat je mag stemmen betekent hooguit dat je mag meebepalen (een héél klein beetje) over wie de keuzes maakt.

Dat is niet hetzelfde als vrijheid. Vrijheid – echte vrijheid, in de zin van zelfbeschikkingsrecht – houdt in dat mensen zelf keuzes kunnen maken.

3 – Centrale besluitvorming: wortel van alle kwaad

Deze centrale besluitvorming is de wortel van de socialistische narigheid waar we nu in zitten. Hier begint het verrottingsproces van de samenleving. Daarin zijn verschillende stadia te onderscheiden.

Om te beginnen is centrale sturing gebaseerd op de illusie dat een kleine groep “experts” beter in staat is om beslissingen te nemen voor de hele bevolking dan de mensen zelf. Maar zelfs de meest intelligente en goedbedoelende bestuurders of hun adviseurs beschikken nooit over meer dan een fractie van de kennis en kunde die verspreid is over de miljoenen burgers, bedrijven en instellingen in de samenleving.

In een vrije samenleving is vooruitgang in kennis en technologie gebaseerd op specialisatie en vervolgens de vrije uitwisseling van ideeën en producten. Dit is de functie van concurrentie. Socialisten houden niet van concurrentie. Ze beschouwen het als een dog-eat-dog systeem waarbij de één rijker wordt ten koste van de ander. In werkelijkheid zorgt concurrentie ervoor dat de “beste” ideeën, producten en praktijken “winnen”, wat uiteindelijk in het belang is van iedereen.

Je zou er toch niet aan moeten denken dat auto’s, meubels en levensmiddelen onder een ministerie zouden vallen dat alles zou “regelen”. Maar als het gaat om gezondheid of iets als onderwijs, dan zijn mensen blind voor de nadelen van centrale planning

Centrale besluitvorming daarentegen doodt concurrentie en leidt tot stagnatie en tunnelvisies. Dit zie je in het coronabeleid terug. De “experts” (het selecte groepje dat door de staat als experts wordt aangemerkt) bepalen de “maatregelen” voor iedereen. Verpleeghuizen, artsen en ziekenhuizen moeten allemaal dezelfde protocollen volgen. Horecagelegenheden, winkels en scholen worden rücksichtlos gesloten. Anderhalve meter en mondkapjes worden voor iedereen verplicht, en als ze ineffectief blijken te zijn, worden ze toch gewoon gehandhaafd. Niemand mag zelf proberen te ontdekken of er alternatieve mogelijkheden zijn om met de risico’s van corona om te gaan. Mogelijke alternatieven, zoals bepaalde medicijnen, of betere ventilatie, worden genegeerd of zelfs verboden.

Dan gaan we er gemakshalve vanuit dat de “experts” en beleidsmakers het beste met ons voor hebben. Maar dat is een naïeve aanname. Hier begint het tweede stadium in de corruptie van de socialistische staat. Beleidsmakers en experts zijn namelijk ook maar gewoon mensen, met hun belangen, vooroordelen en gebreken. Daar komt nog iets bij: zij verkeren in een positie waarin zij niet zelf de kosten of de consequenties hoeven te dragen van hun beslissingen. Zij kunnen bijvoorbeeld makkelijk besluiten om de risico’s van virusverspreiding ten koste van alles te beperken, ongeacht de nevenschade, want de rekening wordt door anderen betaald.

Ook dit blijkt maar al te duidelijk in de coronacrisis. De beleidsmakers zelf, en de uitvoerders van het beleid, zowel bij de overheid als bij semi-overheidsinstellingen en grote bedrijven – veelal beter opgeleide mensen – hebben er weinig last van. Zij krijgen hun salaris gewoon doorbetaald. Ze wonen ruim en zijn in staat om hun kinderen op te vangen. Dan is het makkelijk om “solidair” te zijn.

Degenen die de tol van de maatregelen betalen zijn ondernemers die hun bedrijf failliet zien gaan, gebroken gezinnen die weinig geld of woonruimte hebben, alleenstaanden die geïsoleerd raken, ZZP’ers die opdrachten verliezen, laagopgeleid personeel in de getroffen sectoren die hun baan kwijt raken. Het is schokkend, hoewel niet heel erg verrassend, om te zien hoe onverschillig die eerste groep blijkt te staan tegenover de tweede.

Lucratieve baantjes

De derde stap in het socialistische degeneratieproces vindt plaats wanneer de macht in het systeem wordt overgenomen door schurken en psychopaten. Dat dit gebeurt is niet te vermijden. De machtsconcentratie die het systeem met zich meebrengt, trekt onvermijdelijk figuren aan die uit zijn op macht, status, financieel gewin, en lucratieve baantjes, of die ideologisch gemotiveerd zijn om hun wil op te leggen aan anderen. Zij zien in de machtsmiddelen die de staat hen biedt een uitgelezen kans om hun doelen te bereiken. “Power corrupts, absolute power corrupts absolutely,” waarschuwde Lord Acton al in de 19e eeuw.

Dit leidt tot allerlei vormen van parasitisme en repressie. Denk aan het hele subsidiecircuit dat ontstaat in dit systeem, waarbij een kleine groep met goede “connecties” profiteert ten koste van de rest van de bevolking, aan de steeds verder uitdijende bureaucratie die de samenleving verstikt, de financiële manipulaties op grote schaal, de vele vormen van corruptie die met macht gepaard gaan, van lucratieve contracten tot gunstige regelgeving.

“Bezuiniging” is simpelweg een ander woord voor rantsoenering, een typisch verschijnsel in socialistische staten. Heeft u Albert Heijn ooit gehoord over bezuinigen?

Daarbij zijn het in het westerse democratische systeem vooral de grote spelers – multinationals, banken, het militair-industrieel complex, Big Pharma, Big Tech, maar ook NGO’s en internationale instellingen – die de middelen hebben om de macht naar hun hand te zetten, zodanig dat het zelfs vaak niet duidelijk is wie de echte macht in handen heeft: de beleidsmakers of degenen achter de schermen die hen sponsoren.

Uiteindelijk doet dat er ook niet zoveel toe. Waar het om gaat is dat er een “algemeen belang” is dat door de machthebbers kan worden bepaald en ingevuld en dat uitstijgt boven individuele vrijheid en rechten. Dat maakt dat socialisme, dat zegt te streven naar gelijkheid, solidariteit, en zorgzaamheid, altijd weer leidt tot ongelijkheid, corruptie en onderdrukking. Het gezondheidssocialisme is hier geen uitzondering op.

4 – Slaven in een gigantisch offerritueel

Het coronabeleid heeft ons in een ongekende maatschappelijke, economische en sociale crisis gestort. Hoe komen we hieruit? Door te onderkennen wat de diepere oorzaak ervan is. Dat is niet het virus. Het is de socialistische bestrijding ervan, die onze welvaart bedreigt, ons sociale en culturele leven ontwricht, onze gezondheid ondermijnt en onze vrijheid sloopt.

De oplossing is dan ook NIET: nog meer macht naar de staat. We moeten herontdekken dat onze samenleving niet groot is geworden door socialisme, maar door vrijheid. We moeten herontdekken dat vrijheid beter werkt dan socialisme – én socialer is.

Dat vrijheid beter werkt, begrijpen mensen nog wel enigszins als ze een nieuwe auto of bankstel gaan kopen, of als ze naar de supermarkt gaan. Je zou er toch niet aan moeten denken dat auto’s, meubels en levensmiddelen onder een ministerie zouden vallen dat alles zou “regelen”. Maar als het gaat om gezondheid of iets als onderwijs, dan zijn mensen blind voor de nadelen van centrale planning.

Toch zijn die het afgelopen jaar maar al te duidelijk blootgelegd. Ons wordt voortdurend voorgehouden dat we ons normale leven moeten opofferen zodat de ziekenhuizen niet worden overbelast. “We doen het voor de zorg”. In Engeland, waar ze prat gaan op hun “gratis” socialistische gezondheidszorg, de National Health Service (NHS), hangen posters met de tekst: Stay Home! Save Lives! Protect the NHS!

Protect the NHS? We doen het voor de zorg? Wordt de zorg niet geacht ons te beschermen? In een vrije markt is de klant koning en leidt een grotere vraag tot grote vreugde bij de aanbieders, die daardoor immers de kans krijgen om meer te verdienen. Maar dat soort “commerciële” praktijken zijn niet toegestaan in de zorg. Daar is de klant een kostenpost en leidt een grote vraag tot wachtlijsten en tekorten.

Bezuinigen een socialistisch fenomeen

Vaak wordt aangevoerd dat de problemen in de zorg het gevolg zijn van bezuinigingen die zijn ingegeven door “marktwerking” of “privatisering”. Feit is echter dat de gezondheidszorg wordt gecontroleerd door de staat – volksgezondheid is de grootste post in het overheidsbudget – en niets te maken heeft met een vrije markt, ook al wordt er af en toe hier en daar wat “geliberaliseerd”.

Dat de zorg last heeft van “bezuinigingen” is ongetwijfeld waar, maar dat is bij uitstek een socialistisch fenomeen. “Bezuiniging” is simpelweg een ander woord voor rantsoenering, een typisch verschijnsel in socialistische staten. Doordat zorg zogenaamd “gratis” wordt verstrekt, wordt de vraag opgedreven, rijzen de kosten de pan uit, en wordt de verstrekker, de staat, genoodzaakt om te “bezuinigen”, dat wil zeggen, te rantsoeneren. Heeft u Albert Heijn ooit gehoord over bezuinigen?

Schoolkinderen mondkapjes opdoen en ze vertellen dat ze door vrijuit te ademen verantwoordelijk zouden zijn voor de dood van hun ouders en grootouders – is dat moreel?

De hardnekkige tekorten aan bedden en personeel zijn ook typerend voor socialistisch mismanagement door bureaucraten. Engeland zit in een ongekend desastreuze lockdown dankzij dat geweldige “gratis” zorgstelsel waar ze zo trots op zijn – een monument van inefficiency dat ook weleens is omschreven als een “staat in de staat”. Wij doen het iets, maar niet heel veel beter.

Politieke partijen beloven nu allemaal weer te “investeren” in de zorg. Begrijpelijk. Maar de beste investering zou zijn om de zorg te bevrijden van staatsbemoeienis. Er zou een explosie ontstaan van klinieken, geneeswijzen, specialisaties, technologieën, detailhandelsketens, nieuwe vormen van dienstverlening waar we nu nog geen idee van hebben.

Er zouden binnen no time oplossingen zijn voor het coronaprobleem, niet één centraal verwoestend beleid, maar talrijke verschillende oplossingen voor verschillende situaties en verschillende plekken. Daar zouden vrije markt en concurrentie voor zorgen. De maatschappij zou weer tot bloei komen. Het zou ook een uitweg bieden uit de socialistische gevangenis waar we nu in zitten.

Afgedwongen solidariteit

Maar dit gaat alleen lukken als we beseffen dat vrijheid niet alleen beter “werkt”, maar ook socialer is dan socialisme. Uiteindelijk volgen mensen het systeem omdat ze geloven in de morele juistheid ervan.

Wat we ons zouden moeten afvragen: hoe moreel is het socialistische idee werkelijk? Hoe moreel is een sociale structuur waarin solidariteit wordt afgedwongen, waarin het hoogste gebod is dat je “voor een ander” moet leven, en jouw persoonlijke geluk niet meer telt?

Om het te vertalen naar het coronabeleid: hoe moreel is het om mensen te dwingen hun jeugd, hun plezier, hun hobby’s, hun welvaart, hun bedrijf, hun sociale leven, hun vrijheid op te offeren, zodat een kleine groep mensen, die al een leven achter de rug hebben, wordt behoed voor iets dat hoort tot de normale risico’s van het leven, en waar ze zichzelf tegen kunnen beschermen door voorzichtig te zijn of, als ze daarvoor kiezen, zich te isoleren?

Is dit werkelijk een moreel ideaal? Of is het een omkering van moraliteit? Schoolkinderen mondkapjes opdoen en ze vertellen dat ze door vrijuit te ademen verantwoordelijk zouden zijn voor de dood van hun ouders en grootouders – is dat moreel?

Er staat al een hele rij Grote en Kleine Dictators klaar om ons hun regels en dwangbevelen op te leggen

Toen ik jong was, kreeg ik de kans om mijn vleugels uit te slaan. Ik werd niet tot slaaf gemaakt van “de ouderen” of “de zorg”. Als volwassene, als vader, is het nooit bij me opgekomen om van mijn kinderen te eisen dat ze niet van het leven zouden mogen genieten omdat ze anders mij iets zouden “aandoen”. Straks als ik in het verpleeghuis zit, zou ik liever van het balkon springen dan van een ander te eisen dat hij of zij zich naar mij moet voegen – om afstand te houden, zich sociaal te isoleren, niet naar college te gaan, een mondkapje te moeten dragen – om mijnentwille.

Zoals de socialistische heilstaten al zo vaak hebben aangetoond, en wat de socialistische lockdown ook nu weer duidelijk maakt, is dat het socialistische ideaal is gebaseerd op een geperverteerde moraliteit, die mensen tot elkaars vijanden maakt, slaven in een gigantisch offerritueel – geregisseerd door machthebbers die bepalen wie er wordt geslacht en wie (voorlopig) gespaard.

5 – Vrijheid: het hoogste goed

Het hele idee dat individuele vrijheid “egoïstisch” zou zijn – gebaseerd op “het recht van de sterkste” – is een mythe.

Vrijheid is niets anders dan het recht van ieder mens om over zijn of haar eigen leven te beschikken. Het tegenovergestelde van vrijheid is slavernij: het recht van sommige mensen om over het leven van anderen te beschikken. Hoe kan het tegenovergestelde van slavernij asociaal zijn?

Individuele vrijheid en zelfbeschikkingsrecht vormen de onmisbare basis voor een morele samenleving, waarin mensen verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven en elkaar zullen helpen als dat nodig is. Dwang heeft hierin geen plaats. In zo’n samenleving ontstaat een oneindig aantal vrijwillige relaties en staan mensen in een oneindig aantal verschillende verhoudingen tot elkaar – die meestal tot ieders voordeel strekken. In zo’n samenleving hoeft de één zich niet “op te offeren” voor de ander.

Voor een dergelijke diversiteit is in een socialistisch stelsel, gebaseerd op macht en dwang, geen plaats. In zo’n stelsel kan niemand terugvallen op onvervreemdbare rechten, en kan dus iedereen tegen elkaar worden uitgespeeld.

Onheilspellende toestand

Het gezondheidssocialisme waar we nu in zitten is het voorlopig hoogtepunt in een trend die al veel langer aan de gang was. Het is mogelijk geworden doordat we zijn vergeten dat vrijheid het hoogste morele goed is.

Dit maakt de huidige toestand zo onheilspellend. De meeste mensen zijn gaan geloven dat volksgezondheid belangrijker is dan vrijheid. Ze begrijpen niet dat vrijheid de basis is voor echte volksgezondheid. Ze geloven dat algemeen belang uitstijgt boven individuele rechten. Ze begrijpen niet dat individuele rechten de basis zijn voor een betere samenleving.

We koersen af op een kille, virtuele, steriele wereld geregeerd door hooghartige technocraten, machtsbeluste politici, geldbeluste zakenlieden, ideologisch gemotiveerde activisten, arrogante globalisten, bevoorrechte bureaucraten en leugenachtige mediafiguren

Zo schuiven we steeds verder de socialistische afgrond in. Mensen denken nog steeds dat het hele coronagebeuren tijdelijk zal zijn. Dat we “straks” weer terug keren naar “normaal”. Maar er is geen enkele reden om dat te denken. Van de hele corona-aanpak gaat een rampzalige precedentwerking uit. Als we accepteren dat een niet erg gevaarlijk virus als corona draconisch ingrijpen in onze vrijheid rechtvaardigt, dan zal iedere volgende “bedreiging” – of dat nu een virus is of iets anders – dat ook doen.

De “maatregelen” zullen niet minder worden – alleen maar meer. Digitale identiteiten, vaccinatiepaspoorten, mobiele tracking-systemen, gezichtsherkenning, digitaal geld dat totale controle mogelijk maakt, kledingvoorschriften, gedragsregels – alles is mogelijk na “corona”. Er staat al een hele rij Grote en Kleine Dictators klaar om ons hun regels en dwangbevelen op te leggen.

Gezondheidsheilstaat

De gezondheidsheilstaat, de Heerlijke Nieuwe Wereld, waar we naartoe worden geleid, zal geen veilige haven zijn voor ouderen en zieken, geen speeltuin voor kinderen, geen festivalterrein voor jongeren, geen gezellig schoolplein voor ouders, geen leuke werkplek, geen fijn vakantieoord, geen spannend sportveld.

We koersen af op een kille, virtuele, steriele wereld geregeerd door hooghartige technocraten, machtsbeluste politici, geldbeluste zakenlieden, ideologisch gemotiveerde activisten, arrogante globalisten, bevoorrechte bureaucraten en leugenachtige mediafiguren.

Daar zitten we al in.

Deze nieuwe wereldorde kunnen we maar op één manier ontmantelen. Door er niet aan mee te doen. Dat betekent: geen enkel compromis sluiten met onze vrijheid.

Als we de huidige machthebbers blijven volgen, als we blijven geloven in hun dwangmaatregelen, blijven smeken om hun bescherming en hun fooien, ons blijvend onderwerpen aan hun morele chantage, zullen we steeds verder in het moeras van het totalitarisme worden gezogen. Als we accepteren dat er een hoger goed is waaraan vrijheid en rechten kunnen worden opgeofferd, dat er een doel is dat de middelen heiligt, dat rechten “egoïstisch” zijn, zullen de machthebbers alles met ons kunnen doen – terwijl de echt kwetsbare mensen er niet beter van zullen worden.

Wie met zijn vrijheid schippert, is kansloos.
Wie zich zijn vrijheid laat ontnemen, wordt een ondergeschikte.

Het recht van ieder mens op een eigen leven, vrijheid en het streven naar geluk – dat hoort het hoogste goed te zijn, waar niets boven uit mag stijgen. Alleen dan is een wereld mogelijk van tolerantie, transparantie, vrijgevigheid, solidariteit, en ja, liefde, gezondheid en geluk.

Noot

Ik schrijf over vrijheid en dictatuur op mijn website The Friendly Society. Dit artikel is vrij van copyright en mag door iedereen worden verspreid, graag zelfs. Karel Beckman.

Dit bericht is van Karel Bekman en verscheen op de The Friendly Society

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.