Dit bericht is van Follow the money
Vorige week vond in het parlement een hoorzitting plaats over de vraag hoe wij het internet kunnen reguleren, of beter gezegd: hoe we Big Tech kunnen reguleren. Er werd veel gezegd, maar er kwam weinig uit. Jan Kuitenbrouwer was erbij.
9 maart 2000. Bill Clinton, president van de VS, houdt een toespraak over Amerika’s verhouding met China. De vrijheid van meningsuiting kan niet ontbreken als thema. Daarmee is het slecht gesteld in China, maar, voorspelt Clinton, dat zal snel veranderen: dankzij internet. ‘Het staat buiten kijf dat China pogingen doet om het internet onder de duim te krijgen,’ zegt Clinton. ‘Nou, ik wens ze veel succes – je kunt nog beter proberen om drilpudding aan de muur te spijkeren!’ Iedereen lacht, applaus, en Clintons claim, dat het internet niet gereguleerd kan worden, wordt een opinion chic.
29 juni 2016: Foreign Policy brengt een portret van Lu Wei, de internet-tsaar van China (Head of the Central Leading Group for Cyberspace Affairs), die het internet in vijf jaar volledig onder de controle van het Centraal Comité had gebracht. Kop: ‘De man die drilpudding aan de muur spijkerde’.
Woensdag 15 mei 2019: In het Nederlandse parlement vindt een hoorzitting plaats, ‘Datasamenleving en democratie’, over de vraag: hoe reguleren wij het internet? Want zoals Lu Wei had bewezen, was Clintons claim onzin. Het internet is weliswaar een decentraal netwerk, eerder een spinnenweb dan een wiel, maar het blijft een weefsel van lijnen, en lijnen kun je doorknippen. Daar kon bij ons in het westen natuurlijk geen sprake van zijn, dus in zekere zin leverde China het ongerijmde bewijs van Clintons claim: het reguleren van internet staat gelijk aan het inperken van burgerrechten – zie China. Dus wij lieten het met rust. Maar toen kwam het moment dat het internet zelf onze burgerrechten bleek te schenden. Niet die neoliberaal gedemoniseerde, innovatie fnuikende, vooruitgangsvijandige overheid, maar de tech-sector zelf, inmiddels uitgegroeid tot een corporate big brother met extreem veel macht en extreem weinig transparantie en rekenschap. En het denken kantelde: tijd dat de echte overheid zich ermee gaat bemoeien. Maar hoe?
De hoorzitting was het initiatief van Lodewijk Asscher (PvdA) en Nevin Özütok (GroenLinks); van de overige partijen waren alleen CU, VVD en D66 vertegenwoordigd. Genodigden waren experts uit overheid, ngo’s, wetenschap, bedrijfsleven en media. Het was een boeiende middag. De vraag: hoe kan de politiek een democratische datasamenleving waarborgen?
Sommige gemeenten kunnen door een vendor lock-in niet eens over hun eigen data beschikken