Digitale dementie

Maakt Google ons dom?

Onze hersenen ondergaan een continue veranderingsproces. Dit veranderingsproces heet ‘leren’ en al onze activiteiten hebben er invloed op. Bepaalde activiteiten hebben echter meer invloed op het vormen van geheugensporen dan andere bezigheden. Het gebruik van de computer blijkt in veel gevallen minder effectief te zijn dan de reguliere vormen van leren doordat het geheugen minder gebruikt wordt.
Computergebruik op vroege kleuterschoolleeftijd kan leiden tot aandachtsstoornissen en op latere kleuterschoolleeftijd tot leesproblemen. Op basisschoolleeftijd wordt meer sociaal isolement waargenomen, zoals blijkt uit Amerikaanse en Duitse onderzoeken.

Een interview met Manfred Spitzer
door Brandpunt – KRO

 

Hier volgt een samenvatting van het boek “Digitale dementie” van Manfred Spitzer

 

Taxi in Londen

Een grootschalig onderzoek met taxichauffeurs in Londen maakt duidelijk dat het uit het hoofd leren en trainen van grote aantallen straatnamen zichtbare en blijvende groei van bepaalde delen van de hersenen tot gevolg heeft. Taxi-chauffeurs die navigatie-apparatuur gebruiken, hebben deze hersengroei niet.

 

Waar ben ik?

In de loop van de tijd sterven hersencellen af en komen er nieuwe cellen bij. Op hogere leeftijd versnelt dit proces en sterven er meer cellen af dan dat er bij komen. Wanneer er dus tijdig begonnen wordt met het trainen van het geheugen, kan daarmee het optreden van dementie uitgesteld worden. Proeven tonen aan dat dit wel 5 jaar verschil kan maken.

 

School: copy & paste
in plaats van lezen en schrijven?

Als je iets eenvoudig op internet op kan zoeken, waarom zou je het dan uit je hoofd leren? Wat is het nut van feitenkennis? Maakt het verschil hoe je iets leert? Uit het hoofd leren van feiten en verbanden is belangrijk omdat daardoor de hersens groeien en getraind worden. Ook de manier waarop geleerd wordt, maakt een groot verschil.

Digitale media zorgen voor ondiepe verwerking. En ondiepe verwerking betekent oppervlakkig onthouden en dus sneller vergeten. Wanneer je echter kennis via verschillende kanalen tot je neemt, wordt het beter onthouden. Dus bijvoorbeeld via horen en lezen en bespreken. Ook overschrijven is minder
nutteloos dan soms gesuggereerd wordt.

 

In het geheugen opslaan of
onderbrengen in de cloud?

Wanneer we onze hersenen niet gebruiken, ontstaan daar ook geen sporen en wordt er dus niets geleerd. Onthouden waar je iets kan vinden maakt je dus niet slimmer en laat je hersenen niet groeien. Het is zelfs zo dat het gevoel dat je alles toch wel op kunt zoeken, er voor zorgt dat je allerlei feiten sneller vergeet. Onbewust is de motivatie voor het onthouden van informatie laag als je weet dat je het elders gemakkelijk kunt vinden.

 

Sociale netwerken:
Facebook in plaats van persoonlijk contact

De computer en het internet zijn onvoorstelbaar krachtige middelen voor anonimiteit. En ook het misbruiken van een internetidentiteit komt veelvuldig voor. De toenemende sociale incompetentie van jonge gebruikers hangt hier mee samen.

De computer en internet veranderen niet alleen ons denken, ons geheugen en onze opmerkzaamheid, maar ook ons sociale gedrag. Ons brein is namelijk eerst een vooral een sociaal brein. Mensen zijn sociale wezens en het sociale brein is dus een belangrijk onderdeel van ons gestel. Verwaarloos je je brein, dan heeft dat rechtstreekse gevolgen voor het sociale functioneren.

Mensen die vaker persoonlijk met elkaar spreken, hebben betere sociale contacten. Jongelui die op sociaal gebied in ontwikkeling zijn en teveel tijd spenderen aan digitale media, krijgen een achterstand op sociaal gebied. Zogenaamde sociale media lossen dat probleem niet op omdat het een – voor het brein – volstrekt andere manier van communiceren is dan het echte sociale leven.

Positieve emoties worden met name via persoonlijke vriendschappen beleefd in de echte wereld, melden zelfs de meest overtuigde mediagebruikers.

Er is een belangrijk verschil tussen jongeren en volwassenen als het gaat om het gebruik van sociale media en het effect op de sociale ontwikkeling. Bij volwassenen is de sociale ontwikkeling afgerond en is het gebruik van sociale media een verlengstuk van hun sociale leven. Bij jongeren komen sociale media deels in plaats van de vorming en ontwikkeling van het sociale gedrag in het echte leven. Daardoor loopt de sociale ontwikkeling schade op.

 

Baby-tv en Baby-Einstein-DVD’s

Digitale media zijn principieel ongeschikt als voeding voor de kindergeest. Het gebruiken van baby-tv en ‘leerzame’ DVD’s voor kinderen van 1 á 2 jaar is funest voor de gezonde ontwikkeling van de hersenen. Kleine kinderen die blootgesteld zijn aan baby-tv of baby-dvd’s, kennen beduidend minder woorden en hebben daarmee dus een achterstand in hun taalontwikkeling. Een belangrijk gegeven, want een succesvolle taalontwikkeling is een soort entreebiljet voor een goede schoolloopbaan.

Intelligente kinderen gaan meestal naar het wetenschappelijk onderwijs en kinderen met een laag IQ komen wat leerprestaties betreft doorgaans met weinig diploma’s van school. Maar wat met de grote middenmoot gebeurt, hangt in belangrijke mate af van het aantal tv-uren in de kinderjaren. De tv heeft de grootste invloed op de beroepsopleiding van kinderen met een gemiddeld IQ.

 

Laptops op de kleuterschool?

Wat er ook geleerd wordt, lopen of spreken, omgangsvormen of eten, voor de hersenen betekent leren vaak dat een aanvankelijk onbekende waarde op grond van afzonderlijke ervaringen moet worden ingeschat en vastgelegd.

In dat opzicht leren kinderen anders dan volwassenen. Kinderen leren nieuwe structuren, terwijl volwassenen aanwezige structuren gebruiken en veranderen.

Na de geboorte van een kind worden hersenen in twee opzichten gevormd. Er komen snelle verbindingen tussen de diverse hersenmodulen en binnen die modulen ontstaan door leerprocessen sporen van toenemende complexiteit.

Bij de ontwikkeling van de hersenen spelen zintuiglijke ervaringen met de echte wereld een belangrijke rol. Hierdoor worden namelijk meerdere hersengebieden tegelijk aangesproken en dat is voor veel leerprocessen cruciaal. Het vervangen van deze zintuiglijke ervaringen voor ‘leren met ICT’ leidt tot een daling van het leerrendement.

Een extra aandachtspunt wat verraderlijk meespeelt bij het overmatig gebruik van digitale media, is de samenhang van de diverse leerprocessen. Het is namelijk zo dat vroege, eenvoudige leerprocessen van doorslaggevend belang zijn voor latere, hogere intellectuele prestaties. De input op hogere niveaus is afkomstig van simpeler niveaus. Wat op lagere niveaus geen sporen heeft kunnen maken, wordt op hogere niveaus niet meer verwerkt. Onderzoek geeft bijvoorbeeld aan dat allerlei sensomotorische activiteiten samenhangen met de ontwikkeling van rekenkundige vaardigheden op latere leeftijd.

Getallen wordt bijvoorbeeld op verschillende manieren verwerkt in de hersenen: als sensorisch en motorisch gebeuren, nauw verbonden met de vingers, als plek in de getallenreeks in een bepaald deel van de hersenen en als woord in het taalcentrum van de hersenen. Getalbegrip louter via de computer leren, leidt dus onvermijdelijk tot rekenproblemen en problemen met het ruimtelijke inzicht.

Denken heeft altijd te maken met ons lichaam en digitalisering van leerprocessen leidt in dat opzicht tot een verlaging van het leerrendement.

 

Digitale games: slechte cijfers

Ook voor jonge kinderen heeft de dag maar 24 uur. Het is dus logisch dat de tijd die met videogames wordt doorgebracht, niet aan huiswerk, verdieping van de leerstof of het opdoen van sociale vaardigheden wordt besteed.

Kinderen leren bij iedere vorm van spelen. Ze leren dus ook bij slechte vormen van spelen, bijvoorbeeld bij geweldsspellen op de computer. De vraag is dus niet óf geweldsspellen van invloed zijn op de ontwikkeling van een kind, maar wat die invloed is. Uit onderzoek blijkt dat computergames van negatieve invloed zijn op de betrekkingen met leeftijdgenoten en vrienden. Het gebruik van spelcomputers heeft zelfs een negatief op de binding met de ouders.

De angst dat kinderen en jongeren in een sociaal isolement raken als ze geen beeldschermmedia mogen gebruiken, is volledig ongegrond. Het tegendeel is waar: digitale media schaden het invoelingsvermogen en de sociale vaardigheden en talenten.

Geweldsfilms en geweldsspellen leiden tot afstomping van het zeer menselijke vermogen van empathie. Dit betreft een onbewust doorlopen leerproces wat zowel de gedachten, gevoelens als het gedrag betreft. Hiermee ondermijnt fictief geweld de grondslagen van onze huidige samenleving.

Het maakt dus wel degelijk uit wat jongeren en kinderen de hele dag doen, want alles laat sporen in hun geheugen achter. Bij computergames zijn dat een toenemende bereidheid tot geweld, afstomping tegenover daadwerkelijk geweld, sociale vereenzaming en geringere opleidingskansen.

 

Digitale Natives: mythe en realiteit

De jeugd die momenteel leeft, groeit op met digitale media. Dat heeft onvermijdelijk gevolgen voor de neuroplasticiteit en de hersenontwikkeling. De omgeving verandert en dus moeten wij mensen ook veranderen, zeggen voorstanders van veelvuldig gebruik van digitale middelen. Maar ook een digitaal tijdperk vraagt om goed ontwikkelde hersenen.

Jonge mensen blijken het moeilijk te vinden om de betekenis van diverse bronnen in te schatten. Terwijl dat juist zo belangrijk is bij het veelvuldig gebruik van internet. Daarnaast blijken volwassenen beter te zoeken dan jongelui, omdat ze een beter denkkader van bestaande kennis hebben. Om de weg op internet te vinden, heb je blijkbaar een solide basiskennis nodig. Deze expertise is niet te vervangen door een internetrijbewijs of computerkennis.

Onderwijzen betekent voor een belangrijk deel: het vuur aanwakkeren, motiveren. Leren middels ICT gaat aan dit gegeven voorbij. Daarnaast leidt digitaal leren niet tot de persoonlijke vorming van het individu in ontwikkeling. Wetenschap betekent dialoog.

 

Multitasking: een aandachtsstoornis

Gelijktijdig gebruik van meerdere media, en dus onvermijdelijk het gelijktijdig uitvoeren van meerdere taken, speelt een bijzonder belangrijke rol in het mentale leven van veel jonge mensen. Maar worden deze jongeren daar ook intelligenter en sneller van? Als je iets veel doet, zou je er toch steeds beter in moeten worden? Het blijkt echter dat multitasking niet leidt tot een steeds betere cognitieve controle.

Voortdurend veel dingen tegelijk doen, leidt tot een oppervlakkiger verwerking van de veelvuldige en continu wisselende input. In plaats van dat je dus je aandacht traint, maak je je een aandachtsstoornis eigen. Ook andere mentale vermogens lijden onder het veelvuldig multitasken, zoals het werkgeheugen en de reactiesnelheid.

 

Zelfbeheersing versus stress

Digitale media hebben ook invloed op de menselijke zelfbeheersing. Deze invloed is echter versluierd en dus is extra oplettendheid vereist.

Zelfbeheersing bestaat uit drie facetten: werkgeheugen, inhibitie (remming) en flexibiliteit. Het is belangrijk dat je voor ogen houdt wat je wilt, zodat je je kunt beheersen als je daar van af dreigt te wijken. Maar hoe wordt de wil getraind? Kan dat met behulp van digitale middelen? Het blijkt dat de ontwikkeling van de wil en van zelfsturend gedrag met name gaat door ervaringen in bijvoorbeeld spel waarbij anderen begeleiden en / of corrigeren.

Wie in zijn leven leert om emoties en gedrag in bedwang te houden, komt niet alleen beter door het leven, maar maakt het leven van zijn medemensen ook gemakkelijker.

Stress is falende zelfbeheersing. Niet onaangename ervaringen zorgen voor stress, maar het gevoel daar machteloos tegenover aan overgeleverd te zijn. Zelfbeheersing speelt een belangrijke rol in het voorkomen van stress. Daarbij zijn aandachtsstoornissen het tegenovergestelde van zelfbeheersing. Wie continu afgeleid wordt, heeft zijn aandacht en motoriek niet in de hand en is aan haar overgeleverd.

 

Slapeloosheid, depressie, verslaving en de lichamelijke gevolgen daarvan

In wetenschappelijke onderzoeken komt keer op keer de samenhang tussen lichaam en geest naar voren. Dat maakt de effecten van digitale media des te groter. Dit is duidelijk merkbaar op het terrein van de slaap.

Tijdens de slaap rusten onze hersenen niet uit, maar ze verwerken de informatie die ze overdag tot zich hebben genomen. Om ervaringen langdurig in het geheugen te houden, moeten ze verankerd worden en dat gebeurt tijdens de slaap. Tijdens de slaap wordt nieuwe geheugeninhoud gekoppeld aan bestaande kennis.

Slapeloosheid behoort tot de meest frequent voorkomende bijwerkingen van het gebruik van digitale media. Te veel en te lang doorgaan met digitale media leidt tot slaapgebrek. Dit zorgt niet alleen voor het onvoldoende verwerken van de opgedane kennis, maar kan ook leiden tot verminderde weerstand en daardoor tot allerlei ziekten.

Mensen worden vaak vrolijk van deelname aan sociale activiteiten. Hoe meer er echter gebruik wordt gemaakt van digitale media, hoe minder er wordt deelgenomen aan gemeenschappelijke activiteiten. Dit leidt tot een verlaagde levensvreugde. Is het ernstig en komen er ook slaapproblemen bij, dan zijn depressies een veelvoorkomend verschijnsel.

Kop in het zand? Waarom gebeurt er niks?

Politici zijn afhankelijk van de media. Wie die tegen zich in het harnas jaagt, wordt aan de schandpaal genageld. Daarom is het lastig om bepaalde typen media aan de kaak te stellen.

ICT bedrijven hebben er belang bij om de negatieve kanten van digitale media niet al te veel onder de aandacht te brengen. Zij verdienen immers hun brood met het produceren van deze hard- en software?

 

Wat te doen?

Het gaat er niet om de digitale media te bestrijden of zelfs af te schaffen. Er is zeker sprake van nuttig gebruik. Maar wees alert op de nadelen die er zijn bij veelvuldig gebruik.

We moeten de vorming van onze hersenen en daarmee van onze geest bevorderen, en alles wat die vorming tegenwerkt, uit de weg ruimen.

Om de problemen van deze wereld op te lossen, hebben we experts nodig: artsen en ingenieurs, juristen en wetenschappers, etc. Al die mensen onderscheiden zich door een gedegen kennis van hun vakgebied. Die kennis krijg je niet door te onthouden dat je het via Google kan opzoeken.

Voor onze hele samenleving geldt: als het om onze welstand en het behoud van onze beschaving gaat, zijn de hoofden van de volgende generatie het enige wat we hebben. Laten we dus ophouden die hoofden systematisch met vuilnis in de vorm van sex, misdaad en geweld te vullen!

 

Recensie

Manfred Spitzer is hersenonderzoeker en weet dus heel goed wat er tijdens leerprocessen in de hersenen gebeurt. Daarom is het van belang om zijn kritische aandachtspunten uiterst serieus te nemen. En hij heeft belangrijke dingen te zeggen over de verschillen in diepgang en kwaliteit van leren die er zijn tussen digitaal en analoog leren.

Hij propageert niet dat er geen digitale middelen in het onderwijs gebruikt moeten worden. Maar hij pleit wel voor een zorgvuldige en weloverwogen inzet van digitale middelen, zodat de kwaliteit van het leren en de sociale vorming niet achteruit gaat.

Het boek “Digitale dementie” is in een vlotte stijl geschreven en leest dus gemakkelijk. Manfred Spitzer is een wetenschapper die dit boek voor het brede publiek geschreven heeft en dus een wat populaire en laagdrempelige toon aanslaat. Die populaire stijl doet op sommige punten wel wat afbreuk aan zijn verhaal.

Voor iedereen die zich in dit digitale tijdperk serieus met onderwijs bezig wil houden, is dit boek verplichte kost!

Het boek “Digitale dementie” is van Manfed Spitzer.
Samengevat door: Machiel Karels
Overgenomen van: https://wij-leren.nl

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.