Dit bericht verscheen bij Driegonaal
Banken hebben een mooi verdienmodel. U en ik hebben er ons geld in bewaring staan: op de rekening waar ons inkomen binnenkomt en misschien daarnaast nog wel op een spaarrekening. Kijkend naar het saldo op uw spaarrekening ziet u het misschien niet direct terug, maar Nederlanders hebben samen een bedrag van 370 miljard euro op de bank. De banken lenen dat bedrag weer uit, sterker nog: lenen een veelvoud daarvan uit; bijvoorbeeld in de vorm van krediet aan ondernemingen, of in de vorm van een hypotheek aan huizenkopers.
U en ik ontvangen, als rente – op ons spaargeld – afhankelijk van uw bank 0 tot 0,03% rente. Niet zo veel dus. Aan de andere kant, waar de banken ons spaargeld in veelvoud uitlenen, incasseren zij 3 tot 5% rente.
Een rekenvoorbeeldje: u spaart € 1.000 en ontvangt per jaar € 3,- rente. De bank leent uw € 1.000 tien keer uit en ontvangt daarover 4% rente, dat is 0,04 maal 10.000 is € 400,-. Als je dan als bank je zaakjes een beetje efficiënt georganiseerd hebt, hou je best wel wat over aan het verschil van €397,- (het verschil tussen door de bank betaalde en ontvangen rente).
De netto rente-inkomsten van de banken blijven de laatste jaren (want misschien maakte u zich vanwege de lage rentestand ongerust over de banken?) goed op peil, zij stegen licht in 2019. In de eerste helft van 2019 verdienden de banken (netto rente-inkomsten):
ABN Amro: ruim 3,5 miljard
Rabobank: circa 4,5 miljard
ING: net geen 7 miljard.*
Let op: de kosten van de bank zijn er al af, het gaat hier om de rente-opbrengst als aandeel in de winst van de banken.
Als we het nu eens zó zouden doen: de aandeelhouders (bij Rabobank: de leden) ontvangen over de waarde van hun aandelen of coöperatie-inbreng 1% op jaarbasis (dat is drie tot tien maal meer dan de spaarder als rente ontvangt) – en de rest van de winst gaat – huppetee! – in één keer naar: inkomens in de zorg, in het onderwijs, in de kunst…
Dan kunnen de mensen die daar werken ook weer wat meer sparen, kunnen de banken nog meer uitlenen, stijgen de rente-opbrengsten nog meer, kan er huppetee nóg meer geld naar het geestesleven, kunnen de mensen die daar werken,…
(jh)