Een gastbijdrage van Karel Beckman
Mag een overheid dan geen regels voorschrijven die de risico’s van bepaald gedrag voor andere mensen verminderen?
Er zijn toch allerlei veiligheidsvoorschriften? Daar is toch niks mis mee?
Je mag niet dronken achter het stuur zitten. Je elektriciteitscentrale moet aan allerlei veiligheidseisen voldoen. Je mag niet aanzetten tot geweld. Het milieu vervuilen. Enzovoort.
Veiligheidsvoorschriften hoeven niet onredelijk te zijn, nee. Maar ze kunnen nooit in redelijkheid gebaseerd zijn op een abstracte notie als “je doet het voor een ander”. Of op het idee, “al voorkom je er maar één dode mee”.
Veiligheidsbeleid, en hetzelfde geldt voor gezondheidsbeleid, hoort een afweging te maken tussen kosten en baten, risico’s en opbrengsten. Je mag inderdaad niet dronken achter het stuur zitten. Maar je mag wel autorijden, ook al brengt iedere autorit risico’s met zich mee voor anderen.
Je moet als energiebedrijf gasleidingen aanleggen volgens bepaalde normen. Maar je mag wel leidingen aanleggen, ook al ontploffen ze soms. Je mag als mens ook nog steeds uitademen, ook al komt daar CO2 bij vrij, dat volgens velen zal leiden tot klimaatverandering. Er zijn uitstootnormen voor auto’s ja, maar die zijn niet nul, ook al leidt luchtvervuiling tot doden.
Je mag misschien niet aanzetten tot geweld, maar je mag nog steeds meningen verkondigen waar mensen boos van kunnen worden, en gewelddadig.
Het coronabeleid hoort ook gebaseerd te zijn op dergelijke afwegingen. Dat is nu niet het geval. Uit talrijke studies is inmiddels gebleken dat lockdown-maatregelen ten eerste niet werken – er is geen relatie tussen de maatregelen, inclusief afstand houden en mondkapjes dragen, en slachtoffers – en ten tweede, kosten veroorzaken die vele malen hoger zijn dan de baten.
Er wordt dus geen rationele kosten-batenanalyse gemaakt bij het coronabeleid. Het is eenzijdig gericht op het coronarisico en negeert de schade en de risico’s van de maatregelen zelf.
Dat het beleid niet rationeel is, maar gebaseerd op morele chantage – het moet voor de ander – blijkt duidelijk uit het feit dat de maatregelen niet zijn gericht op bescherming van risicogroepen, maar worden opgelegd aan de hele bevolking. Ook op alle gezonde mensen die op geen enkele manier een bedreiging vormen voor “de ander”.
Want dat zeggen de politici, de columnisten, de BN’ers, de beleidsmakers, de virologen er nooit bij als ze eisen dat wij onze vrijheden en grondrechten moeten opgeven – voor de ander: dat mensen die niet ziek zijn, de overgrote meerderheid van de bevolking, helemaal geen gevaar vormen voor die ander.
Dit maakt het coronabeleid totalitair – een vorm van afgedwongen solidariteit, die in een vrije samenleving, gebaseerd op individuele rechten, niet thuis hoort.
Je doet het voor een ander is geen basis voor de volksgezondheid. Het is gezondheidssocialisme.
Dit bericht van Karel Beckman verscheen op The Friendly Society