De NRC stelt vandaag, zaterdag 27 december 2014:
facts are sacred geldt niet alleen voor nieuws. Wie het beginsel met de voeten treedt, ook in een ‘sfeerverslag’, legt de bijl aan de wortel van de journalistiek.
‘Feiten zijn heilig.’ Feit is dat de gewelddadige inval in Irak, onder aanvoering van de VS, op 20 maart 2003 in flagrante strijd was met het internationaal recht, zoals de NRC op dinsdag 12 januari 2010 meldde toen het rapport van de Commissie Davids openbaar werd gemaakt en de zelfbenoemde ‘kwaliteitskrant’berichtte:
‘Geen mandaat voor inval Irak’
De Veiligheidsresoluties over Irak uit de jaren ’90 gaven geen mandaat voor de Amerikaans-Britse inval in Irak. Dat concludeert de commissie-Davids. Voorzitter Davids heeft in Den Haag haar rapport aan premier Balkenende aangeboden. De commissie heeft zich gebogen over de steun die het kabinet Balkenende I in 2003 gaf aan de Amerikaans-Britse aanval op Irak. Davids zei bij de overhandiging dat de commissie haar taak heeft opgevat als een onderzoek naar de feiten. Hij benadrukte dat de commissie geen intepretatie geeft en geen politieke duiding. De commissie trekt 49 conclusies…
De NRC-redactie wist al in 2003 dat die inval illegaal was, en niets anders betekende dan een ‘agressie-oorlog.’ Niet alleen ik, maar deskundigen in het internationaal recht wezen destijds mijn NRC-collega’s op dit feit. Immers,tijdens de Processen van Neurenberg had de Amerikaanse openbare aanklager, Robert H. Jackson, ondermeer het volgende verklaard:
This trial is part of the great effort to make the peace more secure. It constitutes juridical action of a kind to ensure that those who start a war will pay for it personally.
De Processen van Neurenberg bepaalden dat een ‘agressie-oorlog’ niet meer door de mensheid getolereerd kon worden, en wel omdat
If certain acts and violations of treaties are crimes, they are crimes whether the United States does them or whether Germany does them. We are not prepared to lay down a rule of criminal conduct against others which we would not be willing to have invoked against us,
aldus Jackson, en die in zijn juridisch betoog het volgende opmerkte:
- To initiate a war of aggression, therefore, is not only an international crime; it is the supreme international crime differing only from other war crimes in that it contains within itself the accumulated evil of the whole.
Maar juist omdat de NRC-redactie wist dat het hier een oorlogsmisdaad betrof, weigerde de redactie dit feit te melden. Zo werd na de publicatie van het Rapport Davids het volgende bekend:
In het ambtenarenblad PM (22 januari) lees ik onder de kop ‘Kabinet zette commissie Volkenrecht buitenspel’ dat uw krant in 2003 een kritische petitie over Irak zou hebben geweigerd. De petitie was ondertekend door volkenrechtexperts, onder wie Karel Wellens, de toenmalige voorzitter van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV). De petitie onderstreepte dat ‘er geen volkenrechtelijke rechtvaardiging was te bedenken voor de inval in Irak.’ In PM zegt Wellens: ‘Wij boden onze tekst ter publicatie aan zowel NRC Handelsblad als de Volkskrant aan, maar geen van beide ging tot onze ergernis en verbazing over tot publicatie van de brief, die uiteindelijk wel werd afgedrukt in het Nederlands Juristenblad.’
Ik ben nieuwsgierig naar de reden(en) waarom uw krant de brief toen niet plaatste. En, voor de actualiteit, ook naar de vraag of dat met de kennis van nu wel gebeurd zou zijn (of misschien beter: of dat met de kennis van toen nu weer zo zou gaan).
Marten Hofstede
Erger nog: op de dag dat de VS de soevereine staat Irak binnendrong, adviseerde de NRC-redactie om deze oorlogsmisdaad te steunen. In een redactioneel commentaar stelde de NRC op 20 maart 2003:
Nu de oorlog is begonnen, moeten president Bush en premier Blair worden gesteund. Die steun kan niet blijven steken in verbale vrijblijvendheid. Dat betekent dus politieke steun – en als het moet ook militaire.
Ook dit is een feit, dat, in de woorden van dezelfde NRC, nu ‘heilig’ is. Belangrijk is te weten dat dit geen incident was, maar dat de NRCstructureel tegen het handhaven van het internationaal recht is, zodra de westerse belangen daarmee in het gedrang komen. Bij deze krant is ‘censorship by omission’ een normaal fenomeen. Ik geef u een ander voorbeeld van deze vorm van censuur, waarover ik in 2010 schreef:
Januari 2009 kreeg de Israelische hoogleraar Martin Levi van Creveld die bekend staat als een zionist met extremistische opvattingen zes kolommen breed de kans van de NRC om het Israelische ‘disproportionele geweld’ tegen de Palestijnse bevolking in Gaza aan te prijzen met argumenten als: ‘het laatste wat de Israliers willen is de steegjes van Gaza, Rafah en Khan Yunis bestormen.’En dus schoten tanks en de artillerie vanaf veilige afstand op alles dat ze konden raken, met als gevolg dat eenderde van het aantal doden kind was, en meer dan de helft burger, en dit alles omdat de Israelische soldaten te laf waren om de vijand te‘bestormen.’ Het ‘disproportionele geweld’ in de hoop een verzetsstrijder te treffen, is, zoals bekend, een oorlogsmisdaad. Maar dat weerhield de Israelische autoriteiten niet om vooraf al publiekelijk bekend te maken dat de Israelische strijdkrachten‘disproportioneel geweld’ zouden gebruiken. Ook de NRC-correspondent ter plaatse wist dit aangezien hij ook nog eens via de AIVD gewaarschuwd was niet naar Gaza te gaan omdat het daar veel te gevaarlijk zou worden voor journalisten, een waarschuwing die hij serieus nam waardoor hij uit Gaza wegbleef en zo niet getuige kon zijn van de wijze waarop de Israelische strijdkrachten op grote schaal oorlogsmisdaden begingen. En dat was ook precies de bedoeling geweest van de Israelische autoriteiten. Maar Israelische oorlogsmisdaden waren en zijn in de extremistische gedachtenwereld van Martin Van Creveld een te verwaarlozen detail. Kinderen, vrouwen, bejaarden lopen in deze criminele Israelische strategie nu eenmaal‘de kans een zeer hoge prijs te betalen. Mais c’est la guerre,’ aldus zijn misdadige woorden in de NRC.
Welnu, acht dagen voordat Van Creveld zijn enthousiasme voor het schenden van het internationaal recht in de NRC mocht verspreiden, weigerde de krant een ingezonden stuk te plaatsen, geschreven door Nederlandse juristen, waarin deze deskundigen gedocumenteerd wezen op het feit dat Israel bezig was oorlogsmisdaden te plegen. Geweigerd, en wel omdat een artikel over oorlogsmisdaden (let op, de bekende smoes)‘weinig nieuwe gezichtspunten bevat… Met vriendelijke groet, Anna Visser, redacteur Opinie NRC/H.’ Dankzij het Nederlands Juristen Blad en vervolgens internet, kwam deze informatie over de Israelische oorlogsmisdaden bij een breder publiek terecht, met als gevolg dat de schrijfster ervan door de ambtelijke top van het ministerie van Buitenlandse Zaken werd gevraagd om de juridische aspecten te komen toelichten, aangezien het kennelijk nog niet tot het ministerie was doorgedrongen dat oorlogsmisdaden niet door de Nederlandse regering consequentieloos gesteund konden worden.
Met andere woorden: Van Creveld kreeg van de NRC breeduit de ruimte om zijn disrespect voor het oorlogsrecht en de mensenrechten te etaleren, terwijl Nederlandse juristen van dezelfde NRC-redactie acht dagen eerder vernamen dat er geen behoefte was aan een artikel over de Israelische schendingen van het internationaal recht. En we weten nu dankzij de internationale mensenrechtenorganisaties en de VN-rapportage welke oorlogsmisdaden daar allemaal door Israel gepleegd zijn. Overigens was algemeen bekend dat Martin Levi van Creveld extremistische standpunten op na hield. Hij werd ondermeer geciteerd in David Hirst’s ‘The Gun and the Olive Branch’ (2003) as saying
‘We have the capability to take the world down with us. And I can assure you that that will happen, before Israel goes under.’ He quoted General Moshe Dayan: ‘Israel must be like a mad dog, too dangerous to bother.’
Het toont andermaal aan hoe weinig respect de NRC heeft voor het internationaal recht zodra dit de idologische overtuigingen van de krant dwarsboomt. Maar al te vaak steunt de ‘slijpsteen voor de geest’ het westerse geweld.
De redactie van dit commerciële bedrijf is financieel niet bij machte om te beseffen dat‘there is no ideological reason, no territorial reason that can justify the cruelty of war. The means of war have reached the point where they overwhelm any possible decent ends,’ zoals de Amerikaanse historicus Howard Zinn opmerkte. En mijn collega’s zelf kunnen oorlog blijven propageren omdat zij en hun families er geen enkele consequentie van ondervinden. De prijs wordt betaald door anderen. Daar staat tegenover dat oorlog goed is voor de oplage van de krant, en daar draait het uiteindelijk allemaal om. Ook bij de NRC geldt boven alles het streven naar maximale winsten. Dat is de belangrijkste opgave van de journalisten aldaar. Zo genuanceerd ligt het.
En via deze korte omweg komen we weer terug bij de opmerking van de
NRCanno 27 december 2014 dat, ik citeer:
‘facts are sacred.’ De krant die claimt dat voor haar de feiten heilig zijn, heeft zich nooit verontschuldigd voor haar oproep tot het plegen van oorlogsmisdaden. Integendeel, op dit moment vertelt een dwaas als
NRC-buitenland redacteur Hubert Smeets aan iedereen die maar wil luisteren dat het hoog tijd is om Rusland tot de ‘orde’ te roepen, aangezien Rusland expansief is, een leugen die hij blijft herhalen. Feiten zijn weliswaar heilig voor journalisten, maar niet voor de NAVO-propagandisten bij de NRC, zoals Smeets en Krielaars die zonder enig onomstotelijk bewijs verkondigt dat de pro-Rusland separatisten de
MH 17 hebben neergeschoten. Feiten zijn bij de
NRC van alles en nog wat, maar zeker niet heilig.
Rechts: Hubert Smeets, voor wie feiten niet tellen. De Russen komen van links, uit het Oosten, maar gelukkig staat de NAVO, waarvoor ik werk, achter mij.