Natuurlijk wordt er veel geklaagd over banken en bankiers die niets van de kredietcrisis van 2008 zouden hebben geleerd en op de oude voet zijn doorgegaan. Toch zijn er ook positieve ontwikkelingen die juist dankzij de crisis zijn ontstaan en als winst voor de bevolking kan worden gezien.
De kredietcrisis is ontstaan in de Verenigde Staten. Er zijn grote mondiale onevenwichtigheden. Zo besparen China en de olieproducerende landen veel geld, zijn er hoge olie-opbrengsten en zijn de financiële markten zwak. Daartegenover staat de VS, waar juist veel belegd en besteed wordt. Hier is een lage rente. Terwijl de huizenprijzen en de aandelenkoersen stijgen. Er is veel financiële vernieuwing zonder het noodzakelijke toezicht op deze producten. Amerikaanse banken raken in de problemen, waarna de kredietcrisis zich wereldwijd als een olievlek verspreidt. Nederlandse banken worden met steun operaties van de overheid met een waarde van 135 miljard overeind gehouden.
Geldcreatie raakt bekend
Het kan niet langer ontkend worden, maar zou toch tot 2015 duren, dat banken geld scheppen uit het niets. Waarbij het geld dat zij scheppen altijd schulden zijn voor derden. De schuldenaren moeten zowel de hoofdsom als de rente terugbetalen. Aan die hoofdsom heeft de bank niets, de geldhoeveelheid neemt af, maar wel aan de rente die zij binnenhalen dankzij hun ‘geldproductie’.
Tot aan de historische hoorzitting in de Tweede Kamer in 2015 , die aan het debat van 2016 vooraf ging, is de exclusieve geldschepping door commerciële banken altijd in alle toonaarden ontkend. Zo wordt de praktijk van geldschepping ook nergens op scholen onderwezen.
Tot op de dag van vandaag kunnen alleen commerciële banken geldscheppen op het moment dat er een schuld aangegaan wordt bij de bank. Geen enkele overheid waar ook ter wereld heeft zichzelf deze bevoegdheid (durven?) gegeven. Meer over geldschepping vind je hier: Boekje open over banken
Met ruime Kamermeerderheid wordt op 29 maart 2016 de motie van Omtzigt (CDA) en Merkies (SP) aangenomen. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) wordt advies gevraagd over de werking van het geldstelsel. De WRR moet daar in ieder geval de voor- en nadelen van alternatieven systemen van geldschepping bij betrekken.