De spanningen tussen Rusland en de VS lopen op. Er zijn een hoop tegenstrijdige berichten zowel uit de Oekraïne als uit het westerse kamp, de enige die consistent hetzelfde herhalen zijn de Russen.
De meldingen in het nieuws volgen elkaar snel op, begin van deze week (24 januari 2022) was er een indrukwekkende (angstwekkende) lijst van berichten over de “Russische agressie” te vinden.(1)Een lijst van verontrustende berichten van die dag: US, European Stock Markets Tumble at Opening As Tensions Rise Around Ukraine NATO Sends Additional Ships, Fighter Jets to Eastern Europe Amid Ukraine Tensions White House discussed plans to send up to 50,000 troops to Eastern Europe NATO … Lees verder...
In Rusland is de situatie iets anders, daar is men vooral bang dat het een of andere heethoofd in de Oekraïne iets doms zal doen, zoals een massale aanval op de bevolking in de Donbass, waardoor Rusland genoodzaakt zal zijn in te grijpen. De Oekraïense troepen staan al klaar, sinds weken wordt er op grote schaal oorlogsmaterieel naar het Oosten van de Oekraïne getransporteerd. Men vermoedt dat er inmiddels ca. 100.000 man in paraatheid zijn gebracht. De republieken in de Donbass worden dagelijks beschoten (ze schieten uiteraard ook soms terug). Volgens de berichten van de OVSE hebben alleen dit jaar al ongeveer 3000 schotenwisselingen plaats gevonden waarvan het merendeel (ca. 75%) op het conto van het Oekraïense leger gingen. Dus er is geen sprake van een wapenstilstand, die wel in december 2021 overeengekomen was.
Rusland had in december een reeks voorstellen aan de Amerikanen overhandigd, en om een schriftelijk antwoord verzocht. Rusland heeft deze voorstellen ook gepubliceerd, zodat iedereen kennis ervan kon nemen. In diplomatieke kringen is dit een zeer ongebruikelijke stap. Het voorstel bevat de volgende punten:
Rusland stelde de VS en de NAVO wederzijdse veiligheidsgaranties voor, in wezen de volgende eisen:
- Geen militaire manoeuvres van de NAVO in de buurt van de Russische grens, geen Russische militaire manoeuvres in de buurt van de grens met NAVO-landen.
- Geen stationering van middellangeafstandsraketten met nucleaire capaciteit in Europa, d.w.z. ook niet in het Europese deel van Rusland.
- Geen stationering van kernwapens buiten het eigen land (wat ook een terugtrekking van Amerikaanse kernwapens uit Europa zou betekenen)
- Geen bommenwerpers die zo dicht bij elkaars grenzen patrouilleren dat een verrassingsaanval mogelijk is
- Geen oorlogsschepen zo dicht bij de grens van de ander brengen dat ze deze met raketten kunnen aanvallen
- Terugkeer naar de NAVO-Rusland Stichtingsakte inzake wederzijdse betrekkingen die de permanente stationering van NAVO-troepen in Oost-Europa verbiedt.
De Russische voorstellen zouden een reële bijdrage kunnen leveren tot de veiligheid in Europa, omdat het terugtrekken van wapens nabij de grenzen en vooral het afzien van de stationering van kernraketten voor de middellange afstand het risico van een toevallige oorlog zouden verkleinen.
Op 26-01-2022 heeft Amerika (na bijna een maand bedenktijd) eindelijk een antwoord gegeven.
De Amerikaanse Ambassadeur Sullivan kwam het schrijven persoonlijk op het ministerie van Buitenlandse Zaken overhandigen. Toen de ambassadeur het ministerie verliet stond daar plotseling een museumstuk, een oude AA-Ford.
Daar je er niet van uit mag gaan dat deze AA-Ford (in het Russisch heet die trouwens Gaz-AA) uit een museum ontvreemd is en daar slechts toevallig stond, probeerde iemand daar iets mee te zeggen.
De A-Ford werd in licentie in de Sovjet-Unie geproduceerd en was het voertuig waarmee tijdens de Tweede Wereldoorlog de “Straat van het Leven” naar Leningrad in stand gehouden werd. De Gaz-AA (A-Ford) heeft voor iedere Rus een grote symbolische waarde. Volgens mijn inschatting wilden de Russen daarmee zeggen: we vechten ons liever dood dan dat we ons onderwerpen. Of deze subtiele boodschap bij de Amerikanen overgekomen is valt te betwijfelen. Daarvoor moet men namelijk over enig historisch besef beschikken en de Amerikanen staan er nu niet om bekend dat ze veel uit de geschiedenis hebben geleerd.
In Duitsland gold lange tijd de regel: von diesem Lande soll nie wieder Krieg ausgehen.(2)Er zal nooit meer oorlog ontstaan vanuit dit land Maar dit schijnt in de vergetelheid te zijn geraakt. De generatie politici die de oorlog nog heeft meegemaakt is nagenoeg uitgestorven.
In Rusland daarentegen wordt de herinnering aan de oorlog wakker gehouden. Er zijn talrijke oorlogsmonumenten en ieder jaar wordt op 9 mei het einde van de oorlog herdacht. In alle steden vinden er op die dag optochten plaats van het regiment der onsterfelijken. De mensen lopen met foto’s van hun in de oorlog omgekomen opa of oma door de straten en ik heb niet de indruk dat dit van boven af opgelegd is, maar vrij spontaan is ontstaan.
Ondanks het feit dat ik niet Russisch ben en de oorlog niet heb meegemaakt, raakt het zien ervan ook mij. (Rusland telde 27 miljoen slachtoffers)
De hongerblokkade van Leningrad is voor iedere Rus een begrip, terwijl we hier misschien wel van Stalingrad hebben gehoord, maar niet van de andere slagvelden.
In Leningrad leefden voor de blokkade 2,9 miljoen mensen. De blokkade heeft bijna 900 dagen geduurd, in die tijd zijn aan de Russische kant 600.000 tot 1,5 miljoen slachtoffers gevallen (de schattingen lopen uiteen). Aan de Duitse kant, die door Finland werd ondersteund, lopen de schattingen eveneens uiteen. Duitsland had bewust ervoor gekozen om de stad uit te hongeren en van de slachtoffers in Leningrad is het grootste gedeelte verhongerd en niet door beschietingen omgekomen.
Ter gelegenheid van de 78e verjaardag van het volledige ontzet van het omsingelde Leningrad werd een van de legendarische “anderhaftonnertjes” tijdelijk voor het Russische Ministerie van Buitenlandse Zaken neergezet. Dit is een van de ongeveer 4000 voertuigen die langs de “Straat van het Leven” over het Ladogameer levensnoodzakelijke voorraden naar het belegerde Leningrad brachten –
Het eerste konvooi vrachtwagens maakte in november 1941 een doorbraak naar de belegerde stad, volgeladen met levensmiddelen. De chauffeurs werkten onder voortdurend gevaar voor lijf en leden, onder vuur van vijandelijke luchtaanvallen en bombardementen. Tijdens de eerste blokkade-winter werd 361 duizend ton vracht naar Leningrad gebracht en werden meer dan een half miljoen mensen geëvacueerd.
Elke vierde chauffeur keerde niet terug, honderden halfvergane vrachtwagens bleven op de bodem van het meer liggen. De wagen, die nu voor het ministerie van Buitenlandse Zaken staat, werd in de herfst van 2020 uit het water gehaald. Na restauratie werd deze tentoongesteld op het terrein van het museum “Doorbraak van het Beleg van Leningrad”.
Een Russisch autotijdschrift heeft een artikel aan het Anderhalftonnertje en de blokkade van Leningrad gewijd.
[begin van de vertaling]
Op 27 januari 1944 slaagden de Sovjettroepen erin het beleg van Leningrad volledig te doorbreken, waarmee een einde kwam aan een 900 dagen durende strijd om te overleven. We zullen het hebben over de voertuigen die hielpen bij de verdediging en bevoorrading van de stad en bij het doorbreken van de frontlinie.
De blokkade begon op 8 september 1941, toen de Duitse troepen de hoop hadden opgegeven de stad aan de Neva te veroveren en in plaats daarvan hadden besloten de stad te omsingelen en de bevolking uit te hongeren en met artilleriegranaten en bommen te vernietigen.
“…De problemen in verband met het verblijf van de bevolking in de stad en de voedselvoorziening kunnen en hoeven niet door ons worden opgelost. In deze oorlog wordt gevochten om ons bestaansrecht en het is niet in ons belang een deel van de bevolking te redden”, wordt in de richtlijn van de chef-staf van de Duitse strijdkrachten nr. 1601 van 22 september 1941 getiteld “De toekomst van Sint-Petersburg” omschreven. Vanuit het noorden werd Leningrad door Finse eenheden ingesloten, zodat er slechts een smalle “corridor” vanuit het oosten overbleef, waarlangs voorraden konden worden vervoerd, op weg naar de oever van het Ladogameer, en vervolgens – door ijs of water – naar de andere oever, die door Sovjet-eenheden werd verdedigd. Dit artikel gaat over de voertuigen die hebben deelgenomen aan de verdediging van de stad, de bevoorrading en de evacuatie van de inwoners.
De “slagader” van militair materieel
Het is noodzakelijk op te merken dat tijdens de blokkade de stad niet alleen bleef overleven, maar tevens ook voor het leger bleef werken. Tanks KV-1 en ander militair materieel werden geproduceerd in de fabriek van Kirov, die ook in de herfst van 1941 niet ophield te produceren. Het was dan ook de voornaamste taak van de arbeiders van de belegerde stad het front van wapens te voorzien. In september 1941 produceerden de ondernemingen in de stad meer dan duizend 76 mm kanonnen, tweeduizend mortieren, alsmede enkele tientallen anti-tank kanonnen en machinegeweren.
Tegen het einde van 1941 werden er 3 miljoen granaten en mijnen, meer dan 3 duizend regiments- en antitank-kanonnen, 713 tanks, 480 pantservoertuigen, 58 pantsertreinen en geblindeerde treinwagons in Leningrad geproduceerd en vandaar afgevoerd. Door het gebrek aan stroom moesten sommige machines met de hand aangedreven worden. Een werkdag was lang, vaak gingen de arbeiders ‘s avonds niet eens meer naar huis om hun krachten te sparen en tijd te maken voor spoedorders van het front.
Tegen 1943 was de fabriek van Kirov in staat de tanks IS-1, IS-2 en SAU-152 te produceren. De capaciteit van de Leningradse industrie was, gezien de gedeeltelijke evacuatie van de fabriek, opmerkelijk.
GAZ-AA “anderhalftonner”
Een van de symbolen voor het overleven in het omsingelde Leningrad was de GAZ-AA vrachtwagen, die bekend stond onder de naam “Anderhaftonnertje“. Over het bevroren Ladoga meer werd door deze voertuigen voedsel aan de stad geleverd. Deze route werd de “Straat van het Leven” genoemd en de vrachtwagen was een van de belangrijkste schakels in die leveringsketen. De vrachtwagen kreeg zijn bijnaam omdat hij een maximaal laadvermogen van 1,5 ton had, hoewel deze vaak tot 3 ton werd volgeladen.
De populairste Sovjetvrachtwagen van het midden van de twintigste eeuw was oorspronkelijk een legale kopie van de Amerikaanse vrachtwagen Ford AA uit 1930, maar onze ingenieurs “bemoeiden” zich herhaaldelijk met het ontwerp van deze vrachtwagen. Trouwens, de keuze voor Ford als basismodel was geen toeval. In die tijd, in 1929, toen een regeringscommissie particuliere bedrijven van de VS bezocht, was Henry Ford de beroemdste persoonlijkheid in de automobielwereld. Elke tweede auto ter wereld kwam uit de fabrieken van dit Amerikaanse bedrijf.
Componenten en onderdelen voor het Anderhalftonnertje kwamen over zee via Moermansk in het land. De eerste partij van 10 auto’s werd op 1 februari 1930 op het grondgebied van de Sovjet-Unie geassembleerd. Tegen het einde van het jaar had de fabriek een capaciteit van 60 voertuigen per dag bereikt.
In 1941 werd echter, bij gebrek aan grondstoffen, een vereenvoudigde versie van de GAZ-MM-V gebouwd zonder voorremmen, met één koplamp, spatborden van dun blik en zonder deuren, waarvoor in de plaats canvas “gordijnen” kwamen.
Tijdens de oorlogsjaren was het belangrijk dat de auto kon rijden op brandstof met een laag octaangehalte, vandaar de lage compressieverhouding – slechts 1:4,25. Het voertuig kon worden aangedreven met voor tractoren geschikte nafta en nog lichtere paraffine. De brandstoftank was voor de voorkant van de cabine geplaatst en de actieradius op één tankvulling bedroeg niet meer dan 215 km.
[eind van de vertaling]
Uit dit verhaal kun je eens te meer de vindingrijkheid en het improvisatietalent van de Sovjet-burgers opmaken. Hetzelfde zie je ook vandaag nog, de Russen slagen erin hun wapentuig voor een fractie van de prijs van een vergelijkbaar Amerikaans wapen te produceren. Ik hoop alleen dat al deze wapens achteraf overbodig blijken te zijn geweest en dat ze nooit in gebruik zullen worden genomen.
Voetnoten