Waarschuwing: deze tekst geeft de stand van kennis weer, zoals die in juni 2020 bekend was. Sommige feiten en cijfers mogen achterhaald zijn. Intussen heeft zelfs de WHO toegegeven dat er een kans bestaat dat Covid-19 minder dodelijk is dan eerst beweerd. Prof. Ioannidis van de Stanford University heeft in het voorjaar een grote meta-analyse uitgevoerd, de resultaten zijn inmiddels gecontroleerd (peer-reviewd) en zijn nu door de WHO overgenomen.
Blijf kritisch! [FZ, 19-10-2020]
Dit bericht is vertaald van de webpagina
Swiss Policy Research
Juni 2020
Inhoudsopgave:
Algemeen
De rol van verpleeghuizen
De rol van ziekenhuizen
Het ziektebeeld van COVID-19
Kinderen en scholen
De effectiviteit van maskers
Algemeen
John Ioannidis, professor in Stanford, publiceerde in mei een overzicht over recent Covid-19-antilichaam-onderzoek. Volgens dit onderzoek is de letaliteit van Covid-19 (IFR) in de meeste landen en regio’s minder dan 0,16%. Voor drie “hotspots” heeft Ioannidis een bovengrens van 0,40% vastgesteld.
Het Amerikaanse centrum voor ziektecontrole en preventie (CDC) heeft in het laatste rapport de letaliteit van Covid-19 (IFR) teruggebracht naar 0,26% (best estimate). Zelfs deze waarde moet nog steeds als een bovengrens beschouwd worden, aangezien het CDC van een voorzichtige schatting van 35% asymptomatische gevallen uitgaat, terwijl de meeste onderzoeken uitkomen op 50 tot 80% asymptomatische gevallen.
Eind mei publiceerden Zwitserse immunologen onder leiding van professor Onur Boyman, de vooralsnog belangrijkste onderzoeksresultaten over de letaliteit van Covid-19. In deze preprint-publicatie kwamen de onderzoekers tot de conclusie dat bij de gebruikelijke tests, die antilichamen in het bloed meten (IgG en IgM) maximaal ca. een vijfde van alle Covid-19 infecties herkend wordt (krantenbericht in het Engels; origineel onderzoek).
De reden hiervoor is dat bij de meeste mensen het nieuwe corona-virus geneutraliseerd wordt, of door antilichamen op het slijmvlies (IgA), of door cellulaire immuniteit (T-cellen). In dit geval doen zich geen of slechts milde symptomen voor.
Dit betekent dat het nieuwe corona-virus waarschijnlijk veel vaker voorkomt dan eerder werd gedacht en dat de letaliteit per geïnfecteerde tot vijf keer lager is dan eerder werd gedacht. De daadwerkelijke letaliteit zou ver onder de 0,1% kunnen liggen en dus binnen het bereik van een hevige griepgolf.
In feite hebben verschillende recente studies aangetoond dat tot 60% van alle mensen reeds een bepaald niveau van cellulaire immuniteit voor Covid-19 heeft. Deze werd verworven door contacten met bestaande corona-virussen (verkoudheidsvirussen). Vooral kinderen komen vaak in aanraking met dergelijke corona-virussen, wat zou kunnen verklaren waarom ze minder vatbaar zijn voor Covid-19.
De nieuwe Zwitserse studie zou ook kunnen verklaren waarom bij antilichaam-onderzoek, zelfs in de brandhaarden (hotspots) zoals New York of Madrid, een infectiepercentage van maximaal ca. 20% aangetroffen werd, aangezien dit dan zou wijzen op een feitelijke besmettingsgraad van bijna 100%. In veel regio’s ligt de daadwerkelijke verspreiding al bij ruim 50% en dus in het bereik van collectieve immuniteit (kudde-immuniteit).
Mocht het Zwitserse onderzoek worden bevestigd, dan zou de aanname van de Oxford-epidemioloog prof. Sunetra Gupta kloppen, die al in het begin ervan uit ging dat Covid-19 zeer wijdverbreid was en dat de letaliteit tussen 0,01% en maximaal 0,1% zou liggen.
Ondanks de relatief lage letaliteit van Covid-19 (sterfgevallen per infectie), kan de mortaliteit (sterfgevallen per hoofd van de bevolking) nog steeds regionaal en tijdelijk verhoogd zijn, indien het virus zich snel verspreidt en tevens risicogroepen bereikt, vooral patiënten in verpleeghuizen, zoals dat in verschillende Hotspots inderdaad gebeurd is (zie hieronder).
Vanwege de tamelijk lage letaliteit valt Covid-19 in schaal 2, van het vijfdelige pandemieplan, dat door de Amerikaanse gezondheidsdiensten opgesteld is. Voor deze fase is alleen de maatregel “vrijwillige isolatie van zieken” van toepassing. Verdergaande maatregelen zoals verplichte mondbescherming, schoolsluitingen, afstandsregels, contact-tracing, vaccinaties en de lockdown van de gehele samenlevingen worden echter niet aanbevolen.
Wat betreft het contact-tracing, concludeerde een WHO-onderzoek uit 2019, naar het verloop van griep-pandemieën, dat het vanuit medisch oogpunt “onder geen enkele omstandigheid aan te bevelen valt” , aangezien contact-tracing niet zinvol is bij zeer besmettelijke en over het algemeen milde luchtwegaandoeningen.
Soms wordt beweerd dat de vrij lage letaliteit in het begin van de pandemie nog niet bekend was. Dit is niet helemaal waar, aangezien gegevens uit Zuid-Korea, de cruise-schepen en zelfs Italië al in maart hebben aangetoond dat het risico voor de algemene bevolking vrij laag is.
Veel gezondheidsautoriteiten wisten dit ook, zoals gelekte e-mails uit Denemarken medio maart aantonen: “De Deense gezondheidsdienst blijft van mening dat Covid-19 niet beschouwd kan worden als een doorgaans gevaarlijke ziekte omdat deze normaal gesproken geen ernstig verloop neemt, noch een hoge mortaliteit heeft. ”
Sommige media komen bij hun berekeningen nog steeds op een schijnbaar veel hogere Covid-19 letaliteit uit, van soms meer dan 1%, door simpelweg het aantal doden door het aantal geïnfecteerden te delen, zonder rekening te houden met de leeftijd en risicoverdeling, wat juist bij Covid-19 essentieel is.
Uit de meest recente statistieken van de sterftecijfers in Europa Euromomo blijkt dat er in landen als Frankrijk, Italië, Spanje en Zwitserland, reeds sprake is van een ondersterfte. De oorzaak hiervoor is dat de gemiddelde leeftijd van de aan Covid-19 overledenen erg hoog was en er nu in deze leeftijdsgroep minder mensen sterven dan normaal.
Zie ook: Onderzoek naar de letaliteit van Covid-19
De rol van verpleeghuizen
Verzorgingstehuizen hebben een absolute sleutelrol gespeeld in de COVID-19-pandemie. In de meeste landen vond één tot twee derde van alle sterfgevallen plaats in verpleeghuizen. In Canada en sommige Amerikaanse staten wel 80% in. Zelfs in Zweden waar geen lockdown van kracht was, vond 75% van de sterfgevallen plaats in verpleeginstellingen.
In dat licht is het zeer verontrustend dat sommige overheden verpleegtehuizen gedwongen hebben Covid-patiënten uit klinieken op te nemen, wat bijna altijd geleid heeft tot een groot aantal van nieuwe besmettingen en sterfgevallen. Dit is bijvoorbeeld gebeurd in Noord-Italië, Engeland en de zwaar getroffen Amerikaanse staten: New York, New Jersey en Pennsylvania.
Uit Noord-Italië is bekend dat de alom heersende angst voor het virus en de aankondiging van de sluiting van de grenzen, bovendien tot de vlucht van de voornamelijk Oost-Europese verpleegsters geleid heeft, waardoor de ouderenzorg nog verder werd uitgehold.
In de Verenigde Staten deed zich ten minste 42% van alle Covid-sterfgevallen voor bij de 0,6% van de bevolking die in verpleeghuizen leeft. Verzorgingstehuizen hebben gerichte bescherming nodig, en hebben geen baat bij een voor de gehele bevolking geldende lockdown.
Het is bekend dat zelfs gewone coronavirussen (verkoudheidsvirussen) erg gevaarlijk kunnen zijn voor mensen in verpleeghuizen. Stanford-professor John Ioannidis wees er reeds half maart erop dat in verpleeghuizen de letaliteit van gewone coronavirussen 8% kan bedragen.
Het is vaak onduidelijk of deze mensen echt stierven aan COVID-19 of aan weken van stress en volledige isolatie. Zo vonden er in Engelse verpleegtehuizen ongeveer 30.000 extra sterfgevallen plaats, maar in slechts 10.000 gevallen werd COVID-19 op de overlijdensakte als oorzaak vermeld.
Alleen al in april stierven in Engeland en Wales vanwege weken van isolatie additioneel ca. 10.000 dementie-patiënten zonder corona-besmettingen. In verschillende landen is er onderzoek gestart of geëist naar de situatie in verpleeginrichtingen.
De rol van ziekenhuizen
Naast de verpleeghuizen spelen ook de ziekenhuizen een belangrijke rol bij besmettingen en sterfgevallen. Bij een onderzoek uit Wuhan is gebleken dat ca. 41% van de in ziekenhuizen opgenomen patiënten daar pas met COVID-19 geïnfecteerd geraakt is.
In de ziekenhuizen zelf opgelopen besmettingen speelden ook een doorslaggevende rol in Noord-Italië, Spanje, Engeland en andere zwaar getroffen regio’s, d.w.z. ziekenhuizen zijn de voornaamste plaats waar het virus overgedragen wordt op reeds verzwakte mensen (de zogenaamde ziekenhuisinfecties of nosocomiale infecties). Een probleem dat reeds was geconstateerd tijdens de SARS-uitbraak in 2003.
De nu beschikbare informatie wijst erop dat in die landen, die uitbraken van de epidemie in verpleeghuizen en ziekenhuizen wisten te voorkomen, relatief weinig sterfgevallen te beklagen vielen. De algemene lockdown had geen positieve uitwerking, maar veeleer het tegendeel (zie hieronder).
Daar komen dan nog de soms dodelijke verlopende verkeerde behandelingen bij, waar aan patiënten agressieve medicijnen verstrekt werden of invasieve beademing (intubatie) toegepast werd, voor de risico’s hiervan waarschuwen deskundigen al sinds maanden. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld, bestonden er financiële prikkels om patiënten met COVID-19 op beademingsapparatuur aan te sluiten. In New York is nu een onderzoek ingesteld naar dergelijke praktijken.
Zie ook: Een verpleegster doet undercover verslag uit New York (video)
Het ziektebeeld van COVID-19
Een bekende klinische patholoog uit Hamburg, professor Klaus Püschel, presenteerde in mei de wereldwijd eerste onderzoeksresultaten (Engels) van de eerste 12 van 190 gedetailleerde autopsierapporten van Covid-19 slachtoffers op een persconferentie (Duits).
Professor Püschel benadrukte nogmaals dat COVID-19 bij lange na “niet zo gevaarlijk is als oorspronkelijk gedacht”. Het gevaar werd “door de media-beelden” overdreven. De media hadden zich veel te zeer op ernstige individuele gevallen gericht en hadden door “volledig onjuiste berichten” paniek gezaaid. COVID-19 is geen “killer-virus” en de roep om nieuwe medicijnen of vaccins was “ingegeven door angst, en niet door feiten”.
De specifieke doodsoorzaak in de onderzochte gevallen was longontsteking, echter was er in ongeveer 50% van de gevallen ook sprake van een veneuze trombose in de benen, wat tot een dodelijke longembolie kan leiden. In sommigen gevallen waren ook de nieren en de hartspier aangetast. Daarom beveelt professor Puschel profylactisch het toedienen van bloedverdunnende middelen bij zware gevallen van Covid-19 aan.
Ten aanzien van trombose en longembolie, benadrukte professor Püschel – net als ook andere experts – dat de opsluiting thuis in combinatie met quarantaine juist een “volkomen verkeerde maatregel” was, aangezien het gebrek aan fysieke activiteiten op zichzelf al bijdragen kan tot het ontstaan van een trombose. Ook artsen in de VS hebben al voor dit risico gewaarschuwd, nadat er zelfs bij negatief geteste personen onverwachts trombose opgetreden was.
Sommige media interpreteerden deze autopsieresultaten wederom onjuist en omschreven COVID-19 als een bijzonder gevaarlijke ziekte, die in tegenstelling tot de griep, leidt tot trombose en longembolie. Dit is echter niet het geval: het is reeds sinds 50 jaar bekend dat een ernstige griep eveneens het risico op trombose en embolie aanzienlijk verhogen en de hartspier als ook andere organen aantasten kan. Zelfs aanbevelingen voor het profylactisch toedienen van bloedverdunners bij een zware griep werden al 50 jaar geleden gedaan.
Kinderen en scholen
Talrijke studies konden inmiddels aantonen dat kinderen slechts in geringe mate vatbaar zijn voor COVID-19 en ook het virus praktisch niet of nauwelijks overdragen. Dit had men in 2003 al vastgesteld bij het de uitbraak van het SARS-coronavirus. Zodoende heeft er nooit enige medische reden bestaan voor het sluiten van scholen.
Dientengevolge was er in de landen die hun scholen al in mei heropenden, geen toename van infecties vast te stellen. In landen als Zweden, die hun basisscholen helemaal niet hadden gesloten, deden zich op dat gebied eveneens geen problemen voor.
Een preprint vooronderzoek van de Duitse viroloog Christian Drosten had geponeerd dat het besmettingsrisico bij kinderen vergelijkbaar was met dat bij volwassenen, en dat daarom de scholen gesloten moesten blijven. Verschillende onderzoekers toonden echter methodologische fouten aan in zijn onderzoek. Drosten trok vervolgens zijn aanbeveling om de scholen te sluiten in.
Op sommige scholen, bijvoorbeeld in Frankrijk en Israël, zouden “corona-uitbraken” hebben plaatsgevonden. Daarbij gaat het vermoedelijk om de overdracht van leerkrachten naar schoolkinderen, die tot hun ongenoegen regelmatig worden getest, hoewel ze amper symptomen vertonen en op zichzelf praktisch niet of nauwelijks besmettelijk zijn.
Wat betreft het Kawasaki syndroom, heeft de Britse Kawasaki Disease Foundation nogmaals de onserieuze en sensatiebeluste berichtgeving in de media over de ziekte van Kawasaki bekritiseerd. Volgens de stichting zou er feitelijk geen significante toename van Kawasaki-gevallen zijn en geen aantoonbaar verband met COVID-19. Algemene ontstekingsreacties bij enkele kinderen zouden zich ook voordoen bij andere virale infecties, en het aantal gemelde gevallen zou zeer gering zijn.
Ook Duitse artsenverenigingen gaven groen licht: COVID-19 verloopt bij bijna alle kinderen haast onopgemerkt of zeer mild. Daarom moeten scholen en kleuterscholen onmiddellijk en zonder beperkingen geopend worden, d.w.z. er is geen noodzaak voor kleine groepen, afstandsregels of maskers.
De effectiviteit van maskers
Ongeacht de toch al relatief geringe letaliteit van Covid-19 onder de algemene populatie (zie hierboven), is er nog steeds geen wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit van maskers in het dagelijks leven bij gezonde en asymptomatische mensen.
Een vergelijkend onderzoek in verschillende landen, doorgevoerd door de University of East Anglia, concludeerde dat het dragen van een masker geen nut had en zelfs het risico op infecties kan verhogen.
Twee Amerikaanse professoren, deskundigen op het gebied van besmettelijke ziekten en adembescherming van de Universiteit van Illinois, wijzen in een artikel erop dat adembeschermingsmaskers niet effectief zijn in het dagelijks leven, noch om zichzelf te beschermen, noch voor de bescherming van derden (de zogenaamde broncontrole). Zo kon het wijdverbreide gebruik van maskers een uitbraak in de Chinese stad Wuhan niet voorkomen.
Een studie uitgevoerd in april 2020 in het vakblad Annals of Internal Medicine, concludeerde dat bij hoesten noch stoffen maskers noch chirurgische maskers de verspreiding van het Covid-19 virus kunnen voorkomen.
Een artikel in het New England Medical Journal van mei 2020 concludeerde eveneens dat maskers in het dagelijks leven geen of nauwelijks bescherming bieden. De roep voor een maskerplicht wordt beschreven als een ‘irrationele angstreflex’.
Een metastudie tot influenza-pandemieën gepubliceerd door de Amerikaanse gezondheidsdienst (CDC) uit mei 2020 toonde eveneens aan dat maskers noch het besmettings- noch het overdrachtsrisico (broncontrole) kunnen reduceren.
Een onderzoek uit 2015 van het British Medical Journal kwam tot de conclusie dat maskers uit textiel 97% van alle partikels erdoor lieten en het besmettingsrisico vanwege een verhoogde vochtigheidsgraad vergroot was.
Overigens heeft de WHO in juni verklaard dat de “asymptomatische transmissie” waarover steeds gepraat wordt, in feite “zeer zeldzaam” is, zoals gegevens uit veel landen hebben aangetoond. De weinige bevestigde gevallen zijn te verklaren door direct lichaamscontact, d.w.z. een hand geven of zoenen.
In Oostenrijk werd de verplichting om in winkels en in de horeca maskers te dragen medio juni weer opgeheven. In Zweden werd nooit een maskerplicht ingevoerd omdat volgens de gezondheidsdienst het dragen van maskers “de bevolking geen extra bescherming bood”.
Talloze politici, mediavertegenwoordigers en politieagenten zijn erbij betrapt dat ze in een menigte speciaal voor de camera’s een masker aantrokken en dit weer afzetten zo gauw ze dachten niet meer gefilmd te worden.
In sommige gevallen is de politie hardhandig opgetreden als iemand het masker “niet correct” had opgezet. In andere gevallen werd zelfs aan gehandicapten met een doktersverklaring geen masker te kunnen of mogen te dragen, niet toegestaan winkels binnen te gaan.
Ondanks al deze aanwijzingen bepleit een groepering, die door een van de “Young Leaders” van het World Economic Forum (WEF) is opgericht, de “masks4all” – een wereldwijde maskerplicht. Verschillende regeringen en de WHO lijken deze campagne positief ontvangen te hebben.
Veel critici vermoeden dat maskers veeleer een psychologische of politieke functie vervullen (van ‘muilkorf’ of als ‘zichtbaar teken van gehoorzaamheid’) en dat bovendien het frequente dragen ervan tot nieuwe gezondheidsproblemen zou kunnen leiden.
De Russische dermatoloog professor Alexei Sukharev kritiseerde eveneens het verplichte dragen van maskers en handschoenen en sprak over de toename van aandoeningen die daardoor veroorzaakt waren: dermatitis, schimmelinfecties en steenpuisten. “Lange tijd waren er praktisch geen infecties meer die gezichtshuid aantasten – streptokokken, staphylococcus (steenpuisten of geelachtige korstjes, zoals bij jonge kinderen), en nu zijn ze er volop, de reden hiervoor zijn de maskers.”
Een studie in Duitsland toonde aan dat de invoering van de maskerplicht geen invloed had op het aantal besmettingen (zie grafiek). Alleen in de stad Jena vond er een aanzienlijke daling plaats, maar daar werden ook gelijktijdig zeer strikte quarantaine-voorschriften ingevoerd.
Verdergaand onderzoek naar de effectiviteit en schadelijkheid van maskers in het Russisch en Engels.