Corona en samenleving

 

door Luuk Humblet

blank
Luuk Humblet, medeoprichter van de Vereniging voor associatieve economie

Als niet-medicus ben ik nog minder dan Peter Selg bevoegd om een oordeel te vellen over de medische aspecten van de stelling die door prof. Sukharid Bhakdi, dr. Wolfgang Wodarg en inmiddels talloos veel andere mensen over de hele wereld wordt verdedigd. Samengevat luidt deze stelling: het virus Covid-19 dat zowat de hele wereld in de greep lijkt te hebben, is lang niet zo gevaarlijk als het ons in de gangbare mediakanalen wordt voorgesteld. Deze visie is inmiddels echter in de afgelopen drie maanden door duizenden artsen, wetenschappers, journalisten en anderen op basis van degelijk onderzoek naar de feiten bijzonder goed onderbouwd. Dat maakt het steeds plausibeler dat veel door regeringen genomen maatregelen zoals ‘lockdown’ en ‘social distancing’ niet alleen nutteloos en absurd zijn maar zelfs schadelijk, niet alleen in indirecte maar ook in directe zin.

Op dit moment waarop de meeste van die maatregelen al verregaand zijn versoepeld of opgeheven, kunnen we in ieder geval met een redelijke mate aan objectiviteit de volgende vaststellingen doen.

  1. Er is in de officiële berichtgeving omtrent het coronavirus enorm veel aandacht besteed aan getallen: zoveel mensen zijn door het virus Covid-19 besmet, zoveel zijn er ziek door geworden, zoveel zijn eraan overleden. Het gepubliceerde cijfermateriaal blijkt echter op heel wat punten twijfelachtig en in verschillende landen anders te zijn samengesteld. Zelfs als we ervan uitgaan dat er geen of weinig getroffen mensen ten onrechte zijn meegeteld, komen we tot de conclusie dat bijvoorbeeld in de ‘zwaarst getroffen’ Verenigde Staten het sterftecijfer nog geen half promille van de bevolking uitmaakt. In veel Europese landen is dat vergelijkbaar. Het aantal overleden patiënten is daarmee in dezelfde orde als dat bij de griepepidemie van twee jaar geleden.
  2. De economische, sociale, geestelijke en zelfs de medische schade, door de opgelegde corona- maatregelen veroorzaakt, overtreft in veelvoud de narigheid die het virus zelf ooit zou kunnen bewerkstelligen(1)Regeringen zullen beweren dat dit komt door de maatregelen die zijn genomen om verspreiding van het coronavirus tegen te houden. Voor de opvatting dat het zonder die maatregelen catastrofaal uit de hand zou zijn gelopen, vormt de situatie in Zweden (zonder lockdown) het levende tegenbewijs.. Het grotendeels lamleggen van de samenleving, het sluiten van horecabedrijven, winkels, scholen, kerken en allerhande cultuurevenementen, de ernstige beperking van de bewegings- vrijheid, de noodgedwongen isolatie, de verwaarlozing van bejaarden, het uitstellen van medische behandelingen… dat alles heeft ontelbare mensen in grote problemen gebracht. In veel gevallen is de schade onomkeerbaar of onherstelbaar.
  3. Kennelijk nemen veel mensen zonder meer aan dat de draagwijdte van het ‘coronagevaar’ zoals die in de officiële mediakanalen is verspreid, correct is ingeschat en dat de maatregelen die de overheden hebben opgelegd: ‘lockdown’, ‘social distancing’, verplicht mondkapjes dragen enz. juist, noodzakelijk en geoorloofd zijn. Ze volgen die dan ook overwegend nauwgezet op en vinden het kennelijk niet nodig om zelf na te gaan denken, op zoek te gaan naar ruimere informatie, zich een eigen oordeel te vormen over de situatie en een eigen standpunt te bepalen.
  4. De overheden van hun kant, daarin gesteund (of gestuurd) door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stellen de zaken zo voor dat de door hen gerepresenteerde versie van de feiten de enige juiste is. Ze schuwen niet om mensen die er een andere visie op nahouden, zelfs als het om gerenommeerde wetenschappers gaat, als onbetrouwbaar of zelfs verdacht te brandmerken, hun opvattingen als ongeloofwaardig of zelfs gevaarlijk te bestempelen, hen uit de officiële mediakanalen te weren.

Mais à part ça, Madame la Marquise, tout va très bien!
Paul Misraki

Want we hebben toch het virus onder controle! Hoewel het nog veel te vroeg is om ons een beeld te kunnen vormen van de daadwerkelijk aangerichte schade (voor zover die overigens ooit werkelijk te overzien, laat staan te kwantificeren zal zijn), ziet het ernaar uit dat zowat overal ter wereld regeringen, ongetwijfeld met de beste bedoelingen, een sociale ramp van ongekende omvang hebben veroorzaakt. Ze hebben blijkbaar om welke reden dan ook niet (tijdig) in de gaten gehad dat de remedie die zij voorstonden en aan de bevolkingen hebben opgedrongen, veel erger was dan de kwaal.

De ‘coronacrisis’ zoals ze meestal wordt genoemd, wordt door veel mensen gezien als een uniek moment in de wereldgeschiedenis. Zulke verregaande, diep ingrijpende sociale maatregelen, nagenoeg wereldwijd, naar aanleiding van het optreden van een epidemische ziekte hebben we immers nooit eerder meegemaakt. Toch is die uniciteit eigenlijk maar schijn, zolang je namelijk aan de oppervlakte van de fenomenen blijft. Als je dieper kijkt, kom je tot een andere conclusie. Er is nu iets aan het daglicht gekomen dat ons al lang achtervolgt of begeleidt, maar versluierd of ‘gemaskeerd’ en daardoor grotendeels onopgemerkt. Je zou cryptisch kunnen stellen dat nu de burgers gemaskerd worden, de staten hun maskers hebben afgeworpen.

Al sinds tientallen jaren kennen we het fenomeen, in sommige landen wat sterker uitgesproken dan in andere, dat overheden éénzijdig en in principe onbeperkt wetten en regels aan de bevolking opleggen. Dat gebeurt niet alleen in toenemende mate; het leidt ook tot steeds meer maatschappelijke problemen. Overheidsmaatregelen blijken namelijk vaak meer chaos op te leveren dan daadwerkelijk problemen op te lossen. Dat komt niet alleen door de wildgroei aan regels die er gekomen is, maar vooral omdat deze regels vaak niet doordacht zijn, op onjuiste inzichten berusten, in de praktijk niet of slecht functioneren, verwoestende uitwerkingen hebben. Bovendien maken veel overheidsmaatregelen, doordat ze niet doelgericht maar middelgericht zijn, het werken aan echte oplossingen moeilijk zo niet onmogelijk.

Voor dit gevaar heeft Rudolf Steiner al honderd jaar geleden herhaaldelijk ernstig gewaarschuwd. Ik citeer één van zijn uitspraken: “Tegenwoordig aanbidt men de eenheidsstaat als een afgod […]; de grootste sociale impulsen: gelijkheid, vrijheid, broederschap [… konden] niet verwerkelijkt worden omdat men ze alleen gezien heeft onder de hypnose van de eenheidsstaat.”(2)Voordracht Steiner gehouden in Ulm op 26-05-1919, uit de bundel ‘Gedankenfreiheit und soziale Kräfte’ (GA333). Het verafgoden van de staat – het woord ‘afgod’ geeft dat al aan – is een wijdverbreide, schadelijke vorm van bijgeloof: zowel burgers als politici gaan ervan uit dat de staat competent is om zichzelf competent te verklaren op alle terreinen en in alle aangelegenheden van de samenleving.

Dit bijgeloof in de almacht van de staat (dat in feite ook in het woord ‘overheid’ al onverbloemd tot uitdrukking komt) werkt funest in beide richtingen. Enerzijds staan politici, ook als ze de beste bedoelingen hebben, voor een onmogelijke taak omdat het samenleven van mensen niet maakbaar is. Anderzijds leren burgers niet zelf creatief met hun problemen om te gaan omdat de samenleving als oefenterrein hun is afgepakt. Deze vicieuze cirkel maakt dat onze maatschappij langzamerhand en ongewild steeds meer trekken van een concentratiekamp gaat vertonen.(3)Steiner was overigens beslist niet de eerste die dit gevaar onderkende. Al zo’n honderd jaar eerder kwam de Franse filosoof en staatsman Alexis de Tocqueville amper een paar decennia nadat de grote Revolutie in zijn land de democratie in het leven had geroepen, tot de conclusie dat deze … Lees verder...

Nu ligt hier natuurlijk de vraag voor de hand of regeringen in acute gevaarsituaties geen noodmaatregelen mogen treffen. Zeker is dat wél het geval; dat kennen we trouwens ook op kleinere schaal. In een vereniging bijvoorbeeld is het gebruikelijk dat het orgaan dat met de dagelijkse leiding belast is, in urgente situaties besluiten kan nemen zonder eerst een bestuursvergadering bijeen te hoeven roepen. Alleen horen aan die bevoegdheid zeer beperkende voorwaarden te worden gesteld; zij geldt alleen zolang de urgentie en het crisiskarakter van de situatie aantoonbaar aanwezig zijn.

Wat nu het virus Covid-19 betreft: al na amper een paar weken was het al voldoende duidelijk dat het gevaar dat dit virus kon opleveren, niet reëel was ingeschat. Dat er verregaande, ingrijpende maatregelen zijn genomen op het moment dat er over de effecten en de verspreiding van het virus Covid-19 nog vrijwel niets bekend was, was correct en verantwoord. Dat die maatregelen maandenlang gehandhaafd blijven, klopt echter al lang niet meer en is naar het oordeel van veel juristen misdadig, omdat onze grondrechten en vrijheden worden ingeperkt zonder dat daar een gegronde reden voor bestaat.

Daarom hebben in verschillende landen advocaten rechtszaken in kortgeding tegen de betrokken staten aangespannen teneinde de opgelegde maatregelen per direct op te heffen. Het kan er overigens nu niet om gaan zondebokken aan te wijzen. Wat ons op dit moment vooral te doen staat, is onze horizon verruimen om helderheid te verschaffen over de huidige situatie en deze weer in haar juiste proporties te zien. Alleen dan kunnen we de goede beslissingen nemen en onderzoeken hoe we ervoor kunnen zorgen dat zoiets in de toekomst niet meer kan gebeuren.(4)In werkelijkheid is er al een precedent geweest: in 2009 doofde de heisa rond de ‘Mexicaanse griep’ nog net op tijd uit. In mijn in 2011 verschenen boekje ‘In Verbinding met de Wereld’ heb ik dit in enkele zinnen aangekaart als voorbeeld van hoe waanbeelden op grote schaal ingang kunnen … Lees verder...

Het gevaar voor herhaling is alleen duurzaam af te wenden door onze samenleving bewust zo in te richten dat de bevoegdheden van de staat beperkt zijn. Dat is precies wat Rudolf Steiner een eeuw geleden voorstond, toen hij als nieuw maatschappelijk concept de Sociale Driegeleding introduceerde. Dat is een ordeningsprincipe voor de samenleving waarbij aan de staat de uitsluitende bevoegdheid toekomt hetrechtsleven te regelen, dat wil zeggen ervoor te zorgen dat de burgers op democratische basis hun onderlinge rechten en plichten vastleggen, het zgn. openbare recht vaststellen. Van bemoeienis met de inhoud van het economische leven en van het geestes- of cultuurleven heeft de staat zich verre te houden; daartoe dienen deze beide gebieden hun eigen aangepaste samenwerkings- en bestuursvormen te ontwikkelen.(5)Voor verdere verdieping in de Sociale Driegeleding verwijs ik naar de vele uitgaven van Nearchus; behalve Steiner zijn daarbij als auteurs Brüll, Hogervorst, Nijeboer, Schilinski en anderen te noemen.

In zijn desbetreffende basiswerk ‘De Kernpunten van het Sociale Vraagstuk’ uit 1919 en in de talloze voordrachten die hij in dat jaar en de erop volgende drie jaren over dit onderwerp heeft gehouden, heeft Rudolf Steiner steeds weer benadrukt dat de Sociale Driegeleding als ordeningsprincipe voor de samenleving in deze tijd (en de komende eeuwen) niet wenselijk maar noodzakelijk is. Het is dus geen vrijblijvende aangelegenheid. Respecteren we bij de inrichting van onze samenleving dit structuur- beginsel niet, dan is het onvermijdelijk dat er steeds weer conflicten tussen mensen en mensengroepen ontstaan, die niet zijn op te lossen en die in bepaalde omstandigheden tot maatschappelijke catastrofes kunnen escaleren. De tweede wereldoorlog is daarvan totnogtoe het meest schrijnende voorbeeld geweest.

Je kunt jezelf op twee manieren voor de gek houden: de ene is geloven wat niet waar is, de andere is weigeren te geloven wat waar is. 
Søren Kierkegaard

De situatie zoals we die in de voorbije drie maanden hebben meegemaakt, is volgens mij een weergaloze illustratie van wat Rudolf Steiner benoemd heeft als de ‘splitsing van het geestesleven’.(6)Zie de voordracht gehouden in Zürich op 29-10-1919, uit de bundel ‘Soziale Zukunft’(GA332a). Daarmee bedoelde hij het volgende. Een deel van ons geestesleven heeft zich verregaand weten te ontworstelen aan bevoogding door staat en economie, en kan zich daarmee ontwikkelen vanuit het vrijheidsprincipe dat in de cultuur inderdaad thuishoort. Dat deel van het geestesleven, waar vooral de religie, filosofie, wereld- beschouwing en kunst bijhoren, staat daardoor echter volgens Steiner te geïsoleerd van de rest van de samenleving om deze vanuit de nodige ‘geestelijke stootkracht’ te kunnen bevruchten met nieuwe ideeën.

De andere helft van het geestesleven, de tak waar vooral onderwijs, opleiding en zorg onder vallen, is echter heel sterk aan de staat en soms ook direct aan de economie gebonden. Daar komt dan tot ontwikkeling wat de staat en het bedrijfsleven noodzakelijk achten; te denken valt bijvoorbeeld aan de eindtermen in het onderwijs. Deze gebondenheid, niet-vrijheid dus, werkt op dit deel van onze cultuur verlammend omdat echt vernieuwende en daardoor soms revolutionaire ideeën er vaak niet welkom zijn.

Wat je nu ziet in deze coronatijd is dat aan de ene kant in de ‘mainstream’ media wordt vastgehouden aan één bepaalde visie die niet meer bijgesteld wordt. De officiële virologen en epidemiologen die het aan de staat gebonden geestesleven vertegenwoordigen, conformeren zich met die visie en blokkeren daarmee nieuwe inzichten. En aan de andere kant zijn er een heleboel wetenschappers die daar kritisch tegenover staan, grondig en gedegen onderzoek verrichten, nieuwe ontdekkingen doen en voortschrijdend inzicht ontwikkelen. Die moet je dan echter via de alternatieve media gaan beluisteren, als hun video’s al niet om duistere redenen van het internet verwijderd worden!(7)Veel interessante informatie in het Nederlands is bijvoorbeeld op het internet te vinden bij Café Weltschmerz

De al genoemde onterechte almacht van de overheid komt in een arrogante houding tot uitdrukking: alleen de officiële manier van voorstellen en aanpakken berust op waarheid en alle andere visies zijn onjuist en ongeloofwaardig. In plaats van dat er een vrije ontplooiing en vooral ook uitwisseling van ideeën plaatsvindt in een zoektocht naar de waarheid, wordt één opvatting als maatstaf aan de burgers opgedrongen met uitsluiting en verkettering van alle andere.

Dit doet sterk denken aan wat zich op het gebied van de religie in Europa heeft voorgedaan in de zestiende eeuw. In de katholieke kerk heerste de opvatting dat alleen binnen haar schoot de waarheid in geloofszaken te vinden was en dat alle ‘ketters’ (afvalligen) die op protestantse dwaalsporen waren geraakt, daar weer vanaf gebracht moesten worden. Alle middelen waren daartoe geoorloofd, ook geweld: eerst werden boeken en daarna helaas ook mensen aan het vuur prijsgegeven.

Je vraagt je af hoe het mogelijk is dat de officiële berichtgeving zo in het starre spoor blijft lopen van een eenzijdige, achterhaalde interpretatie van de feiten en zo de waarheid helpt verdoezelen. Van de media zou je immers moeten verwachten dat ze onbevooroordeeld zijn en dat het juist hun taak is om een ernstige uitwisseling van ideeën en visies te bevorderen! En je vraagt je nog meer af waarom zoveel mensen zich blijven gedragen als ‘het vee in de stal’ zoals Jos Verhulst het zo treffend heeft uitgedrukt.(8)Jos Verhulst: ‘Corona-Commentaren’ in ‘Antroposofie Rechtstreeks’ nr. 2.

Helemaal verklaren kan ik het niet. Wel zie ik een aantal aanwijzingen hoe het werkt. Het heeft met geloofssystemen te maken die onze blik op de werkelijkheid zo kunnen beperken dat er zgn. tunnelvisies ontstaan. Om duidelijk te maken wat daarmee bedoeld is, geef ik eerst een voorbeeld uit de geschiedenis, dat nog betrekkelijk recent is. Zo’n 150 jaar geleden vond men het zinloos dat een vrouw aan de universiteit bijvoorbeeld natuurwetenschappen zou gaan studeren want “vrouwelijke hersenen zijn voor wetenschappelijk werk nu eenmaal ongeschikt”. Dat gold toen voor vrijwel iedereen als een vanzelfsprekende waarheid en dus kregen meisjes geen kansen om te studeren. Er zijn enkele uitzonderlijk dappere jonge vrouwen voor nodig geweest om dit dogmatische geloof te doorbreken.

Op welke manier brengt nu zo’n geloofssysteem een tunnelvisie tot stand? Dat kun je bij jezelf nagaan door bijvoorbeeld eens naar een geweldscène in een film te kijken. Je ziet klappen of trappen vallen, eventueel een aanvalswapen gebruiken, vervolgens ligt het slachtoffer met bloedvlekken in een onmogelijke houding op de grond en schreeuwt of kreunt van de pijn. Realiseer je nu hoe deze scène in een filmstudio of elders is opgenomen en kijk er dan opnieuw naar.

Bij het maken van de opnames vindt in werkelijkheid geen geweld plaats; dat wordt met trucs en stunts gesuggereerd. Het tafereel wordt dan meestal begeleid door aangepaste geluiden (bijv. een dreigend muziekfragment) en in flitsende beelden weergegeven. In die reeks beelden ontbreken echter juist degene die er het meest toe doen; die vullen wij als toeschouwers dan zelf in doordat de entourage ons suggestief in het geloofssysteem ‘geweldpleging’ heeft gebracht. Dat lukt des te beter naarmate het geloofssysteem onze emoties raakt, vooral als het gevoelens van angst oproept.

Hetzelfde gebeurt ook uitgesmeerd in tijd en ruimte. In het begin van de coronacrisis heeft zich bij veel mensen zo’n geloofssysteem ontwikkeld: een levensgevaarlijk onbekend virus belaagt ons. Dat heeft een ‘coronaspook’ in het leven geroepen; het is gebaseerd op sinistere computervoorspellingen en gevoed met mediabeelden van afschuwelijke, uit de hand gelopen toestanden in ziekenhuizen in o.a. Lombardije. Als zo’n spook eenmaal stevig met paniek en angst in de mensenhoofden is vastgezet, valt dat er kennelijk niet meer uit weg te jagen. Alles wat er nadien is gebeurd, wordt gezien door die bril: wat het geloofssysteem bevestigt of versterkt, krijgt veel aandacht (“Er komt vast een tweede golf!”); feiten die het systeem weerleggen of afzwakken, worden genegeerd of gebagatelliseerd.(9)Wat de uit de hand gelopen toestanden in Zuid-Europese landen betreft, valt in de eerste plaats te vermelden dat inmiddels is toegegeven dat de gepubliceerde aantallen aan Covid-19 overleden patiënten niet juist waren. Daarnaast zijn er wel degelijk (deel)verklaringen voor de calamiteiten die zich … Lees verder... Dat is de tunnelvisie.

Only puny secrets need protection. Big discoveries are protected by public incredulity. 
Marshall McLuhan

Angst speelt dus een cruciale rol in het postvatten van sterke geloofssystemen. Het vernauwt en vertroebelt de blik en belemmert helder denken. Bovendien is chronische angst (die niet tot ‘vluchten’ of ‘vechten’ leidt), ook voor onze lichamelijke gezondheid zeer schadelijk; ik kom er verder op terug. Daar moeten we dus wat nader onze aandacht op richten: wat veroorzaakt angst in de coronacrisis en wat kan ons helpen om die tot rust te brengen?

In de eerste plaats is het een welbekend verschijnsel dat onbekende gevaren meestal veel groter worden ingeschat dan ze in werkelijkheid zijn. Dat leidt dan heel gemakkelijk tot een buitenproportionele voorstelling van zaken die bovendien ook fundamenteel onjuist kan zijn. Wat dat betreft is er een overeenkomst met terroristische aanslagen.

Terroristen hebben (in tegenstelling tot bijv. een overmachtig vijandelijk leger) niet genoeg impact op onze samenleving om die te ontregelen. Het coronavirus (in tegenstelling tot bijv. een pestbacterie) heeft dat evenmin. Beide veroorzaken ze maar een zeer beperkt aantal slachtoffers, maar ze roepen wel veel angst en paniek op. Die brengen ons er dan toe dat wijzelf onze samenleving ontregelen en ons op (laten) zadelen met beperkingen, controles en wantrouwen. Alle slogans en andere zaken die een oorlogssfeer oproepen, kloppen niet. Er is geen oorlog omdat er geen overmachtige vijand is die ons aller leven bedreigt.

Er is nog een veel dieperliggende, vrijwel niet onderkende angst. Rudolf Steiner heeft er destijds vaak op gewezen dat wij ons van een echt vrij geestesleven en van de enorme maatschappelijke kracht die daarvan uitgaat, nauwelijks voorstellingen kunnen maken. We zijn immers allemaal opgegroeid in een samenleving met een grotendeels verlamd geestesleven. Dat maakt het ons moeilijk een innerlijkeautoriteit te ontwikkelen, die de basis vormt voor een vrij en verantwoordelijk handelen.

Bijgevolg hebben veel mensen nood aan een uiterlijke autoriteit: de staat, die het beter weet dan zij zelf en die hun moet zeggen wat ze te doen en te laten hebben. De staat wordt dus zoals gezegd tot een afgod. Echter je eigen afgod in twijfel trekken is pijnlijk en bedreigend, angstwekkend. Want het betekent: uit de infantiliteit komen, en dat is voor veel mensen een onvoorstelbare stap.

Het gesignaleerde eenzijdige karakter van (het gebonden deel van) ons geestesleven heeft daar ook verder toe bijgedragen. Het probleem is niet alleen dat er door een onjuiste manier van voorstellen veel angst is gezaaid, maar ook dat het bij velen ontbreekt aan een mensbeeld waarmee ze tegenwicht aan die angst kunnen bieden en dus niet in paniek raken.

De universitaire geneeskunde is in het kielzog van de natuurwetenschap in materialistisch vaarwater terecht gekomen.(10)Het materialisme is de in onze tijd overheersende wereldbeschouwing waarin alleen aan de materie bestaanskarakter wordt toegekend. Consequent toegepast op de mens houdt deze zienswijze in dat wij alleen uit een lichaam bestaan en dat wij dus ziel- en geestloze wezens zijn. Alles wat wij denken, … Lees verder... Dat heeft tot formidabele verdiensten geleid, vooral op het gebied van de chirurgie. Ook staat de hedendaagse artsen een uitgebreid arsenaal aan medicatie ter beschikking. Daar kunnen we niet anders dan de grootste bewondering en ook dankbaarheid voor hebben, want er worden in precaire situaties vele duizenden mensenlevens door gered.

De keerzijde ervan is dat men in onze ‘westerse’ officiële geneeskunde zo gebiologeerd is geraakt door de immense mogelijkheden om ziektes te behandelen, dat men niet meer uit de voeten kan met het concept ‘gezondheid’. Ondanks diverse pogingen om het in de vorm van ruimere definities weer een zinvolle inhoud te geven, is ‘gezondheid’ een bijna leeg begrip geworden: het wordt ervaren als ‘afwezigheid van ziekte’. In deze opvatting staat ‘ziekte’ primair en is ‘gezondheid’ secondair en afgeleid.

Daarom heb ik bij de reguliere medische zorg soms de indruk dat een woord als ‘ziektekunde’ of ‘behandelkunde’ daar beter bij zou passen dan ‘geneeskunde’.(11)Wat ik hier zo in zijn algemeenheid stel, geldt natuurlijk niet voor alle artsen en andere in de medische wereld werkzame mensen. Bovendien is er ook binnen de reguliere zorg een kentering waarbij de aandacht weer naar echte gezondheidszorg gaat. Zo zijn in ons taalgebied drie huisartsen momenteel … Lees verder... In omstandigheden als die waarin we ons nu bevinden, komt de vrij inhoudsloze visie op gezondheid tot uitdrukking in een merkwaardig soort fatalisme: zonder vaccin staan we machteloos. Dat is beslist een angstwekkende gedachte; wie zich echter niet door het geloofssysteem laat inpakken maar onbevooroordeeld waarneemt wat er gebeurt, ziet direct dat het tegendeel waar is.

In de eerste plaats zijn wij mensen, net als alle levende wezens, immuuncompetent. Dat betekent dat ons levende lichaam is toegerust met een onvoorstelbaar intelligent complex van afweermogelijkheden. Dat stelt ons in staat om micro-organismen die onze gezondheid zouden kunnen aantasten, buiten de deur te houden en als het nodig is, te bestrijden en onschadelijk te maken. Wel is het zo dat die competentie in een aantal specifieke omstandigheden tekort kan schieten.(12)Meer hierover is te lezen in de interessante brochure ‘Is ons Afweersysteem nog Gezond?’van Hans Albonico; uitgeverijNearchus, Assen 2020.

En ander veel gehanteerd begrip dat mensen gemakkelijk op een verkeerd spoor kan brengen, is ‘besmetting’. Ook dat roept al snel angst op: “Als ik maar niet besmet raak!”. Een medemens die in je omgeving hoest of niest wordt dan direct als bedreigend ervaren, terwijl hij of zij misschien gewoon last heeft van hooikoorts! Dat schept natuurlijk afstand die nu zelfs geïnstitutionaliseerd is, evenals een sfeer van wantrouwen die in de meeste gevallen ongegrond is.

Voortgaand onderzoek heeft bijvoorbeeld aan het licht gebracht dat besmetting in de buitenlucht bijna onmogelijk is. Overdracht van het virus gaat namelijk niet zozeer via bijvoorbeeld niesdruppeltjes en ook niet via voorwerpen, maar via aerosolen. De grootste kans op onderlinge besmetting met het coronavirus is daar waar veel mensen vertoeven in een afgesloten ruimte met geen of te weinig ventilatie, waarin ze langere tijd lucht met elkaar uitwisselen door bijvoorbeeld veel te praten, te lachen of te zingen.

Aangezien inwendige factoren de aard van onze verhouding [met een ziekteverwekker] bepalen, ligt de ware oorzaak van ziekte in onszelf. 
Andrew Weil

Kennelijk realiseren veel mensen zich niet dat verreweg de meesten onder ons (in ieder geval ruim meer dan de helft) niet eens vatbaar zijn voor Covid-19! Dat is niet anders dan bij een klassieke griepepidemie. Het woord ‘vatbaar’ betekent letterlijk dat een ziekteverwekker op iemand geen ‘vat’ heeft oftewel dat je je er niet door laat ‘vatten’, aangrijpen dus. Dat wordt natuurlijke, niet-specifieke immuniteit genoemd.

Immers coronavirussen circuleren altijd al onder ons als winterse verkoudheidsvirussen. Ze behoren tot een andere familie dan de griepvirussen, maar duiken meestal in hetzelfde seizoen op. We zijn er in zoverre mee vertrouwd dat de meeste mensen en zeker kinderen ook met de nieuwkomer Covid-19 direct kunnen afrekenen zonder daar (nauwelijks) iets van te merken.

Anderen, een minderheid dus, hebben een ziekteproces nodig om zich een specifieke immuniteit tegen het virus te verwerven. Alleen bij die mensen kun je dan ook specifieke antilichamen aantreffen; het niet aanwezig zijn daarvan wil dus niet zeggen dat je niet immuun bent! De groepsimmuniteit tegen het virus is véél groter dan aan de aanwezigheid van antilichamen kan worden aangetoond. Michaela Glöckler, die tot 2016 de medische sectie aan het Goetheanum leidde, onderschrijft deze visie ook.(13)Michaela Glöckler: ‘Corona-Virus und Gesundheitskräfte’, videolink in ‘Antroposofie Rechtstreeks’ nr. 5

Dat betekent natuurlijk niet dat het coronavirus niemand kwaad kan doen. Sommige mensen worden er erg ziek van en kunnen dan ook overlijden. Als nieuwe variant van corona heeft Covid 19 wat andere eigenschappen zodat er meer organen beschadigd kunnen worden. Alleen is het aantal mensen dat werkelijk gevaar loopt, heel klein: het gaat bijna altijd om patiënten die al tenminste aan één ernstige long- of hartziekte, overgewicht, diabetes of immuunstoornissen lijden. Totnogtoe kon bij slechts ongeveer 1% van de dodelijke slachtoffers geen andere, onderliggende ziekte worden aangetoond.

Met andere woorden: de allermeeste ‘coronadoden’ zijn niet aan maar met het virus Covid-19 gestorven. Die mensen, maar ook alleen die, hebben dus wel degelijk maximale bescherming nodig. Juist daarin zijn de overheden nogal tekortgeschoten. Het platleggen van bijna de hele samenleving is daartoe niet het aangewezen middel; dat heeft integendeel het aantal besmettingen in lichte mate doen toenemen.

Ik probeer mensen om mij heen als tip mee te geven: als je de maatregelen respecteert die onze vrijheid beperken, doe dat dan vooral niet uitangst voor je eigen hachje maar uit zorg voor de anderen, met name voor de (betrekkelijk weinige) mensen die als ze besmet zouden raken, medische hulp nodig kunnen hebben.
“Angst voor een ziekte is de zekerste manier om die ziekte te krijgen” schreef destijds de Sloveense psychiater Martin Kojc. Waarom is dat zo? Omdat het al lang bekend is dat met name angst en chronische stress een zeer nadelige invloed op onze immuuncompetentie hebben, met andere woorden onze vatbaarheid voor de ziekte groter maakt.

De krasse opmerking van de Duitse arts Wolfgang Wodarg dat we voor een gunstig verloop van de pandemie niet de patiënten maar de paniekzaaiers in quarantaine moeten plaatsen, snijdt dus wel hout. Want in dat opzicht vind ik de eenzijdigheid van de officiële mediaberichten voor een goede ontwikkeling allesbehalve bevorderlijk. Bovenop de ontregeling en ontwrichting van het dagelijkse leven heeft die zoals gezegd veel onnodige en schadelijke onrust, angst en paniek veroorzaakt.(14)Als voorbeeld de beruchte, min of meer verplicht gestelde ‘social distancing’. Er is in het geheel geen bewijs voorhanden dat 1 of 11⁄2 of 2 m onderling afstand houden effectief zou zijn om besmetting met virussen te voorkomen. Daar is zelfs nog nooit wetenschappelijk onderzoek naar verricht! … Lees verder... Dat zal wellicht het resultaat van de genomen maatregelen ‘tegen corona’ per saldo behoorlijk negatief doen uitvallen.

Wij moeten ons allemaal inzetten voor een wereld waarin gezondheid, vrede en sociale rechtvaardigheid de norm zijn en niet de uitzondering.
Matthias Rath

Ik hoop met het voorgaande een bescheiden bijdrage te kunnen leveren aan het verminderen van angst door duidelijk te maken dat we ons met betrekking tot Covid-19 veel meer bezorgd hebben gemaakt dan noodzakelijk was. Wie er een vriend of familielid aan heeft verloren, zal dit misschien wat wrang vinden. Natuurlijk is ieder verlies aan mensenleven te betreuren, maar dat hoort nu eenmaal bij het leven en we kunnen troost putten uit de geesteswetenschap, die ons helderheid en inzicht kan verschaffen door leven en dood in ruimer perspectief te zetten.

Er is echter een aspect van de coronacrisis dat ons wel degelijk terecht bezorgd kan maken. Dat aspect wordt ook in de reguliere media wel genoemd of gesignaleerd, maar je hoort duidelijk dat men er eigenlijk geen raad mee weet. Ik heb het over een funeste, blijvende impact die de crisis, die zoals ik al aangaf, een ander karakter heeft dan ons wordt voorgesteld, op onze samenleving in haar geheel zou kunnen hebben.

Het is duidelijk dat de aantasting van de soevereiniteit en het zelfbeschikkingsrecht van de burgers zoals we die hebben meegemaakt en ten dele nog steeds meemaken, een ernstig gevaar voor de democratie kan betekenen als ze niet strikt en volledig in de tijd wordt beperkt. Integendeel wordt herhaaldelijk gerept over voortzetting van sommige maatregelen voor onbepaalde tijd en over nieuwe maatregelen zoals het in gebruik nemen van volgsystemen, een mettertijd verplichte vaccinatie etc., dat alles onder het mom van veiligheid. Dit gevaar lijkt des te reëler doordat er zoals ik al aangaf, maar relatief weinig mensen zijn die zich kritisch opstellen en zich niet door ongegronde angst laten leiden.

In 1898 formuleerde Rudolf Steiner de zogenaamde Sociologische Basiswet. Die luidt als volgt: “Aan het begin van haar culturele status streeft de mensheid naar het ontstaan van maatschappelijke instellingen. Aanvankelijk wordt het belang van de enkeling aan het belang van die instellingen opgeofferd. De verdere ontwikkeling leidt ertoe dat de enkeling zich uit het belang van de instellingen bevrijdt en tot een vrije ontplooiing van zijn behoeften en capaciteiten komt.”

Dat is een soort natuurwet die een (in dit geval maatschappelijk) fenomeen beschrijft. Een wet dus waaraan door ons mensen niet te tornen valt, zoals we dat ook uit de natuurwetenschap kennen. De Sociologische Basiswet geeft aan dat er in het samenleven van mensen doorheen de tijden een langzame maar gestage ontwikkeling plaatsvindt waarbij het overwicht verschuift van de instituties (zoals de staat) naar de individuele mens (de burger). Deze ontwikkeling valt aan de geschiedenis makkelijk te illustreren, zeker als je langere tijdperken (enkele millennia) overschouwt.

Wat dat voor ons huidige tijdsgewricht betekent, heeft Steiner bijvoorbeeld als volgt geformuleerd: “Het staatsleven [… is] alleszins niet een plek van waaruit de mensen centralistisch geregeerd worden, maar wel de plek waar zij zichzelf democratisch regeren.”(15)Voordracht Rudolf Steiner, gehouden in Berlijn op 15-09-1919, uit de bundel ‘Gedankenfreiheit und soziale Kräfte’ (GA333). De almacht van de staat waar ik het in het begin van dit artikel over had, is dus niet meer van deze tijd. Anders uitgedrukt: de staat is er niet om onze maatschappelijke problemen op te lossen maar om door middel van rechtsregels de voorwaarden te scheppen waaronder wij burgers met elkaar zelf onze problemen kunnen oplossen.

Doorheen de voorbije eeuwen en millennia hebben machthebbers, in welke hoedanigheid of context ze ook optraden, steeds weer gepoogd de Sociologische Basiswet (waar ze overigens geen flauw benul van hadden) te ontkrachten. Soms lukt dat beter dan anders, waardoor de ontwikkeling niet geleidelijk maar met horten en stoten verloopt. Er zijn dus in het verleden schommelingen opgetreden met regelmatig tijden van vertraging en terugval. Denk bijv. aan de opkomst van absolutistische regimes in een aantal Europese landen: in Frankrijk tot aan het eind van de 18de eeuw, in Rusland nog twee eeuwen langer. Duurt dat te lang, dan ontstaan er spanningen in de samenleving doordat de achtergebleven maatschappijstructuren niet meer passen bij de bewustzijnsontwikkeling van de mensen. Vaak ontladen zich dan die spanningen in faliekant aflopende revoluties.

Sinds het begin van dit millennium bevinden we ons duidelijk weer in een retrograde fase: de democratie ontwikkelt zich niet verder en overheden meten zichzelf steeds meer onbeperkte bevoegdheden toe. De zgn. de ‘antiterreurwetten’ die na de gebeurtenissen in Amerika op 11-09-2001 in veel landen zijn ingevoerd, zijn er het meest sprekende voorbeeld van. Onze regeringen regeren niet, ze heersen; in meer alledaagse termen: ze geven geen leiding, ze spelen de baas.

Nu is met de installatie van wereldomspannende gecomputeriseerde communicatienetwerken voor het eerst in de geschiedenis de mogelijkheid voorhanden dat regeringen al het doen en laten van burgers tot in de finesses kunnen volgen, controleren en bijsturen. In China is dat al verregaand gebeurd en de Sociologische Basiswet is er zwaar met de voeten getreden.

In Europa stuit dat op veel weerstand, omdat wij hier een lange traditie van grondrechten hebben opgebouwd. Maar de Spaanse filosoof Fernando Savater wijst er terecht op “[dat] geen enkele fase in de verovering van de beschaving definitief in marmer is gebeiteld [en dat] op elk moment hernieuwde tirannie kan opduiken of de afbladdering van onze civilisatie kan inzetten als we haar verwaarlozen”.(16)F. Savater: ‘Vrijheid, Gelijkheid, Burgerschap’ (hoofdstuk ‘Progressief en Reactionair’), uitgeverij Bijleveld, Utrecht 2009.

Op de situatie van vandaag toegepast, wil dat zeggen dat als we het niet tijdig onderkennen en onschadelijk maken, er uit China een véél groter gevaar dan het relatief onschuldige virus Covid-19 kan overwaaien. De almacht van de staten heeft van een beheersbaar medisch probleem een maatschappelijke crisis op ongekende schaal gemaakt, die nu dreigt misbruikt te worden om die staatsalmacht nog formeel te versterken en absoluter te maken.(17)In Nederland dreigt bijv. al op zeer korte termijn een ‘noodwet’ te worden ingevoerd die coronamaatregelen zoals de 11⁄2 m- afstand permanent wil invoeren en handhaven. Dat is ongrondwettelijk omdat het parlement buiten spel wordt gezet, maar in Nederland kunnen wetten helaas niet … Lees verder...

We moeten van ‘oud normaal’ naar ‘nieuw ideaal’. 
Luuk Humblet

Ik wil dit artikel niet in een negatieve, ontmoedigende sfeer afsluiten want dan zou ik er de intentie van ontkrachten. Gelukkig hoeft dat ook niet. Elke crisis biedt ook altijd kansen op nieuwe ontwikkelingen en heeft dus naast lastige ook positieve aspecten. Dat het klimaat en ons leefmilieu er wel bij zijn gevaren toen we met ons allen veel minder gingen rijden en vliegen, heeft al vaak geklonken. Maar er is meer dan dat: nu kunnen (en moeten we ook wel) ons eindelijk weer eens gaan bezinnen over hoe we eigenlijk met ons persoonlijke en maatschappelijke leven verder willen.

Zoals gezegd is de ‘coronacrisis’ geen medische maar een maatschappelijke crisis. Ik citeer uit een interview met emeritus hoogleraar Cees Hamelink.(18)Flavio Pasquino in gesprek met Cees Hamelink: ‘Overheid misbruikt Wetenschap voor Coronapolitiek’, te vinden op https://www.youtube.com/watch?v=A6RqBnVeC2I. Op de vraag “Is dit systeem waar wij nu in leven, nog wel houdbaar?” geeft hij (na een kleine aarzeling omdat hij de draagwijdte hiervan beseft) als antwoord: “Nee, ik denk het niet. […] We zijn als mensheid heel erg hard op weg naar de uitgang. […] Onze instrumenten zijn te zwak geworden.” Ik ben het helemaal met hem eens. Maar het nieuwe instrument dat we nodig hebben, bestaat! Het is voortgekomen uit de antroposofie; het heet Sociale Driegeleding en ligt al honderd jaar op ingebruikname te wachten.

De noodgedwongen soberheid waarin velen onder ons de afgelopen maanden hebben geleefd, kan in een aantal opzichten lastig en pijnlijk zijn geweest. Zo lag het cultuuraanbod zo goed als plat, met alle narigheid van dien. Maar het biedt ons ook de kans om ons te realiseren wat we nu werkelijk hebben gemist, welke van onze behoeften echt zijn en welke ons steeds weer worden aangepraat. Eén van de grote uitdagingen waar we voor staan, is het werken aan een nieuwe economie op basis van de échte behoeften van consumenten in plaats van op winstbejag.

Ons hele arbeidsbestel met creatie van banen en werkloosheid, en de onzalige koppeling van arbeid en inkomen, zijn ook dringend aan revisie toe. Als we dat op een solidaire manier willen aanpakken, dus zonder mensen ‘overboord’ te laten vallen, dan dringt zich de conclusie op die we al heel lang hadden kunnen trekken: dat we samen met veel minder arbeidstijd veel meer welzijn tot stand kunnen brengen.(19)Ik doel hier op de Sociale Hoofdwet, door Rudolf Steiner voor het eerst in 1905 geformuleerd. Zie bijvoorbeeld de uitgave ‘Verbeter de Wereld (en begin samen)’, Nearchus Assen 2009.

Wat moeten we met die vrijkomende tijd dan aanvangen? Op het strand gaan liggen, nieuwe televisiequizprogramma’s maken, meer voetbalwedstrijden organiseren? Nee, eenzame bejaarden gezelschap gaan houden die we nu al maandenlang in de steek hebben gelaten, en structureel voldoende tijd en vooral de juiste aandacht aan kinderen besteden! Dat ze in de afgelopen drie maanden door het sluiten van de scholen een leerachterstand zouden hebben opgelopen, moet wel de minste van onze zorgen zijn! Of hun ontwikkeling schade heeft geleden door de crisissituatie en hoe we dat het best kunnen compenseren, lijken mij veel zinvollere vragen.

Wat ons nu voor onze samenleving wordt voorgehouden als het ‘nieuwe normaal’: geen handen meer schudden of elkaar anderszins aanraken, er continu over waken dat we geen medemensen in onze omgeving dichter dan 1500 mm benaderen, mondkapjes blijven dragen… en dat alles in lengte van jaren tot er een betrouwbaar vaccin is ontwikkeld (tien jaar dus!), is domweg te zot voor woorden. Dan zouden binnen een jaar niet de ‘intensive care’-afdelingen in de ziekenhuizen, maar de psychiatrische inrichtingen in omvang moeten worden verdubbeld! Het zou niet alleen volstrekt onmenselijk zijn om zoiets te doen, maar zoals zo vaak het geval is, zou het juist de echte oplossing belemmeren, namelijk dat we aan de overgang naar een gemeenschapssamenleving gaan werken. Dát is het nieuwe… nee, niet ‘normaal’ want dat kun je in het sociale leven niet gebruiken, maar het ‘nieuwe ideaal’.

Ik kan tenslotte iedereen aanbevelen eens de interviews met Willem Engel te beluisteren. Als je het mij vraagt, heeft hij zijn familienaam niet gestolen. Samen met zijn collega’s verzet hij bergen werk om de waarheid rond corona aan het licht te krijgen en hij doet dat op een integere maar vooral sociaal constructieve manier. Om onze vrijheid niet in het gedrang te laten komen, moeten wij zelf zo veel mogelijk een virus verspreiden: dat van de liefde. Dat virus is uitermate dodelijk… voor angst!

We heben dit artikel enigszins ingekort, de volledige tekst vindt u hier.

Voetnoten[+]

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.