Dit bericht komt van Follow the money
Volgens David Hollanders gaan de Europese verkiezingen niet over waar ze over zouden moeten gaan: de rol en positie van de Europese Centrale Bank. ‘Bij ontstentenis van democratische controle van de monetair-financiële nomenklatura moet elke mogelijkheid tot politisering van de ECB aangegrepen worden.’
In de stemwijzer voor de Europese verkiezingen gaan twee van de dertig stellingen over de euro. Dat zijn er twee te veel, en toch 28 te weinig.
Het zijn er twee te veel, daar het Europese parlement (EP) niet over de euro gaat. De eurogroep besloot – als hoofd van het zogeheten Europese Stabiliteitsmechanisme (ESM) – over leningen aan Griekenland, opdat het land banken zou terugbetalen. Daarbij werd het deurwaarderswerk overgelaten aan de Troika (de ECB, het IMF en de Europese Commissie) die instrueerde hoeveel en op wie en wat Griekenland moest bezuinigen om de krediteurencoalitie (het ESM, het IMF, de ECB) te betalen. En het was de ECB die besloot de rente waartegen banken bij de ECB kunnen lenen, tot 0 procent te reduceren.
Het EP gaat niet over de ECB, de Troika, het ESM of de eurogroep. Het gaat ook niet over Grexit of Nexit. En dus zijn de twee eurostellingen van de stemwijzer (‘Nederland moet uit de euro stappen en weer een eigen munt invoeren’ en: ‘Een deel van de Europese leningen aan Griekenland moet worden kwijtgescholden’) simpelweg niet relevant voor verkiezingen voor het EP.Dat laatste is evenwel deel van het probleem, want de nationale parlementen gaan er evenmin over (hoewel hun toestemming wel vereist is voor uittreding uit de eurozone). De notie van het ‘democratisch deficit’ is een eufemisme voor een antidemocratische praxis, waarbij de ECB en de eurogroep achter gesloten deuren de werkelijk belangrijke beslissingen nemen – en niet alleen die over Griekenland. Bij ontstentenis van democratische controle van de monetair-financiële nomenklatura moet elke andere mogelijkheid tot politisering van de ECB aangegrepen worden. De Europese verkiezingen zijn zo’n mogelijkheid. En dus zouden alle dertig stellingen over de euro moeten gaan.
De EU-instellingen opereren daarmee als de incassobureaus van banken
De ECB voert krachtens het verdrag van Maastricht het monetaire beleid uit en is in dat domein ‘onafhankelijk’. Het ECB-monopolie op de geldpers was altijd al problematisch, maar is sinds 2010 ronduit antidemocratisch. Inmiddels begeeft de ECB zich steeds meer in het fiscale domein, waarbij zij haar monopolie op de geldpers inzet.
Enkele voorbeelden: Trichet zette per bij geheime brief van 9 november 2010 de Ierse minister van Financiën onder druk om de banken (lees: haar Duitse en Franse obligatiehouders) te redden, op kosten van de Ierse belastingbetalers. Zo niet, dan zou de ECB het Ierse bankenstelsel opblazen door liquiditeit te onthouden. Op 5 augustus 2011 drukte Trichet, alweer per geheime brief, de toenmalige Spaanse premier Zapatero op het hart om de lonen te verlagen. De dreiging dat Spanje uitgesloten kon worden van het Securities Markets Program (waarin Spaanse obligaties van banken werden overgenomen) maakte dat Zapatero de brief braaf uitvoerde. De Italiaanse premier Berlusconi ontving een vergelijkbare brief. Griekenland is natuurlijk al jaren de speelbal van de ECB: op 28 juni 2015 onthield de ECB Griekse banken de liquiditeit om overeind te blijven. Eén dag eerder, op 27 juni, had premier Tsipras een referendum aangekondigd over het zogeheten Memorandum of Understanding, opgelegd door de Troika.