04-06-18 12:30:00,
Op 4 maart 2018 werd Russisch dubbelspion Sergei Skripal samen met dochter Yulia op Britse bodem “vergiftigd met levensgevaarlijk zenuwgas Novichok”. 28 landen wezen 153 Russische diplomaten uit en troffen sancties. Sindsdien lijkt de zaak van de aardbodem verdwenen. Drie maand later is de Britse krant The Independent de eerste om heel voorzichtig kritische vragen te stellen. De eerste barst in dit bizarre verhaal?
Op 4 maart 2018 werd de wereld opgeschrikt door het nieuws dat de Russische regering van president Poetin op Britse bodem een moordpoging zou hebben ondernomen tegen voormalig dubbelspion Sergei Skripal. De Britse regering was onmiddellijk zeker van de ‘feiten’. Skripal was samen met zijn dochter Yulia vergiftigd met levensgevaarlijk zenuwgas Novichok (‘novichok’ betekent ‘nieuweling, nieuwkomer’). Beide slachtoffers verkeerden in levensgevaar en zouden zelfs na herstel meer dan waarschijnlijk (‘most probably’) zware en onherroepelijke fysische schade oplopen.
Brits eerste minister Theresa May kreeg onmiddellijk de steun van 28 landen die haar verontwaardiging deelden en samen 153 diplomaten uitwezen, één daarvan door de Belgische regering. De moordpoging werd veroordeeld als een schandalige misdaad “zonder voorgaande sinds het einde van de Koude Oorlog”. De zaak kwam tot op de VN-Veiligheidsraad, waar alleen een Russisch veto kon verhinderen dat ook de VN deze misdaad veroordeelde.
Grootste sensatie sinds einde Koude Oorlog
Het was dagenlang sensationeel frontpaginanieuws, de ene na de andere expert kwam zijn interpretatie geven van de redenen waarom Rusland dit had gedaan. Het debat ging daarbij niet over de vraag ‘of’ Rusland al dan niet de dader was van deze aanslag, maar ‘waarom’ Rusland deze aanslag had gepleegd, want dat laatste was boven alle twijfel verheven.
Een aantal waarnemers plaatsen onmiddellijk grote vraagtekens bij de hele zaak, waaronder Craig Murray, voormalig Brits ambassadeur in Oezbekistan van 2002 tot 2004. Tijdens zijn mandaat daar had hij geprotesteerd tegen de gruwelijke folterpraktijken van het regime van president Karimov, waar gevangenen werden mishandeld die door Groot-Brittannië, de VS en andere landen aan het land waren uitgeleverd. De Britse Labour-regering onder leiding van eerste minister Tony Blair weigerde de samenwerking met de Oezbeekse inlichtingendiensten stop te zetten en Murray werd ontslagen uit de diplomatieke dienst.
Murray was tijdens die korte periode in Oezbekistan echter ook een van de monitoren van de ontmanteling door de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (Engelse afkorting OPCW) van een gifgasfabriek in Oezbekistan die nog dateerde uit de tijd dat het land deel was van de Sovjet-Unie.