Nu Turkije het Russische S-400-luchtverdedigingssysteem daadwerkelijk in gebruik neemt, beëindigen de VS de Turkse deelname aan het F-35-gevechtsvliegtuig. Verdere sancties van de VS tegen Turkije zijn echter onwaarschijnlijk.
De relatie tussen de beide NAVO-partners werd al maanden beproefd door een heftige strijd. Het gaat om Ankara’s besluit het Russische S-400-raketsysteem te kopen. Washington oefende grote druk uit op Turkije om de deal met Rusland af te blazen. Maar de Turkse regering liet zich er door de Amerikaanse dreigementen niet van afbrengen.
VS probeerden Turkije maandenlang van aankoop S-400 af te brengen
Minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Cavusoglu verklaarde op een gegeven moment dat ook een brief van de toenmalige Pentagon-chef Patrick Shanahan zijn regering er niet toe zou kunnen brengen van de aankoop van het Russische systeem af te zien. “We zeggen niet dat we de S-400 willen kopen, we hebben hem al gekocht”.
Blijf op de hoogte van nieuws, opinie en achtergronden: Volg Novini!
Turkse keuze voor S-400 heeft grote symbolische betekenis
De Turkse keuze kan niet alleen als een erkenning van de kwaliteit van de Russische defensietechnologie begrepen worden, maar ook als geringschatting van de NAVO en de NAVO-opstelling tegenover Rusland. Naast de strategische en technische zorgen, is deze symbolische boodschap dan ook een zeer punt voor Washington.
Resolutie Amerikaanse Congres over S-400
In deze zaak had de regering Trump dan ook de steun van het Congres, wat lang niet altijd het geval is. Het Huis van Afgevaardigden vaardigde medio juni een resolutie uit die Turkije opriep af te zien van de S-400. De Turken namen echter aanstoot aan de toon: “Niemand stelt Turkije ultimatums”, reageerde de Turkse minister van Buitenlandse Zaken.
In een officiële verklaring luidde het: “De resolutie van het Huis van Afgevaardigden van het Amerikaanse Congres is een slag tegen het vertrouwen tussen onze beide landen. De ongefundeerde en onheuse aanvallen op het buitenlandbeleid van Turkije in dat document zijn onacceptabel. Ontoelaatbaar zijn ook de verklaringen over de bereidheid sancties in te voeren, alsmede dreigementen over het scheppen van barrières in de bilaterale betrekkingen.”