Poetin – een vredesvoorstel of een verklaring van oorlog?

President Poetin heeft op 14 juni 2024 opnieuw een van zijn beroemde beginselverklaringen afgelegd, dit keer heeft hij het toekomstige buitenlandse beleid uitgestippeld. De bijeenkomst vond bij het ministerie van Buitenlandse Zaken in een kring van leidende ambtenaren en top-diplomaten plaats en duurde 1 uur en 20 minuten.

Wanneer de Russische president Poetin een toespraak houdt in het ministerie van Buitenlandse Zaken, is dat altijd een zeer belangrijk en zeldzaam moment. Poetin hield daar in november 2021 zijn laatste toespraak. Destijds smeekte hij de Russische diplomaten haast wel om opnieuw alles te doen wat in hun macht lag om een ​​escalatie in Oekraïne te voorkomen, ondanks alle schendingen van woord en verdrag door het Westen.

Kort daarna, medio december 2021, diende het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken voorstellen in voor wederzijdse veiligheidsgaranties aan de VS en de NAVO, die de NAVO en de VS rond de jaarwisseling januari/februari 2022 verwierpen. Vervolgens was een escalatie in Oekraïne, die amper drie weken later begon, onvermijdelijk geworden.


 

blank

Beste collega’s, goedemiddag!

Het doet me genoegen u allen welkom te heten, en aan het begin van onze ontmoeting en ons gesprek wil ik u bedanken voor uw harde werk in het belang van Rusland en ons volk.

We hebben u op het laatst eind 2021, in november, in een dergelijk groot verband ontmoet. Sindsdien hebben zich vele cruciale en zonder overdrijving, gedenkwaardige gebeurtenissen voorgedaan, zowel in ons land als in de wereld. Daarom denk ik dat het belangrijk is om de huidige situatie in zowel globaal als regionaal opzicht te evalueren en de relevante taken voor het ministerie van Buitenlandse Zaken vast te stellen. Deze zijn allemaal ondergeschikt aan het hoofddoel, namelijk het scheppen van voorwaarden voor de duurzame ontwikkeling van het land, het waarborgen van zijn veiligheid en het verbeteren van het welzijn van Russische gezinnen.

Werken op dit gebied in de huidige complexe en snel veranderende realiteit vereist van ons allemaal een nog grotere bundeling van inspanningen, initiatief, doorzettingsvermogen, het vermogen om niet alleen te reageren op de huidige uitdagingen, maar ook om onze eigen agenda – en die voor de lange termijn – op te stellen, om samen met onze partners voorstellen te doen, om in een open en constructieve discussie opties te bespreken voor oplossingen voor die fundamentele kwesties die niet alleen ons aangaan, maar ook de hele wereldgemeenschap.

Ik herhaal: de wereld verandert snel. De wereldpolitiek zal nooit meer dezelfde zijn, evenmin als de economie of de technologische concurrentie. Steeds meer staten streven naar versterking van hun soevereiniteit, zelfvoorziening en nationale en culturele identiteit. De landen in het zuiden en oosten van de wereld treden op de voorgrond en de rol van Afrika en Latijns-Amerika groeit. Sinds de Sovjettijd hebben we altijd gesproken over het belang van deze regio’s in de wereld, maar vandaag de dag is de dynamiek heel anders, en dat wordt merkbaar. Het tempo van de transformatie in Eurazië, waar een aantal grootschalige integratieprojecten actief worden verwezenlijkt, is ook aanzienlijk versneld.

Op basis van de nieuwe politieke en economische realiteit worden vandaag de contouren van een multipolaire en multilaterale wereldorde geschetst, en dit is een objectief proces. Het weerspiegelt de culturele en beschavingsdiversiteit die, ondanks alle pogingen tot kunstmatige eenwording, organisch inherent is aan de mens.

Deze diepgaande, systemische veranderingen stemmen ongetwijfeld tot optimisme en hoop, omdat de vestiging van de beginselen van multipolariteit en multilateralisme in internationale aangelegenheden, met inbegrip van respect voor het internationaal recht en brede representativiteit, het mogelijk maken om de meest complexe problemen samen op te lossen in het algemeen belang, om wederzijds voordelige betrekkingen en samenwerking tussen soevereine staten op te bouwen in het belang van het welzijn en de veiligheid van de volkeren.

Dit toekomstbeeld komt overeen met de aspiraties van de absolute meerderheid van de landen in de wereld. We zien dit onder andere in de groeiende belangstelling voor het werk van universele associaties als de BRICS, die gebaseerd is op een unieke cultuur van vertrouwensvolle dialoog, soevereine gelijkwaardigheid van deelnemers en respect voor elkaar. Als onderdeel van het Russische voorzitterschap van dit jaar zullen we de soepele integratie van nieuwe BRICS-leden in de werkstructuren van de associatie faciliteren.

Ik roep de regering en het ministerie van Buitenlandse Zaken op om het substantiële werk en de dialoog met onze partners voort te zetten, zodat we op de BRICS-top in Kazan in oktober een reeks besluiten kunnen nemen die de richting van onze samenwerking bepalen op het gebied van politiek en veiligheid, economie en financiën, wetenschap, cultuur, sport en humanitaire betrekkingen.

In het algemeen ben ik van mening dat de BRICS-landen dankzij hun potentieel een van de belangrijkste regelgevende instellingen van de multipolaire wereldorde kunnen worden.

In dit verband wil ik opmerken dat de internationale discussie over de parameters van de interactie tussen staten in een multipolaire wereld en over de democratisering van het hele stelsel van internationale betrekkingen natuurlijk al gaande is. Zo hebben we samen met onze collega’s in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten een gezamenlijk document over internationale betrekkingen in een multipolaire wereld goedgekeurd en aangenomen. We hebben onze partners uitgenodigd om deze kwestie op andere internationale platforms te bespreken, met name in het kader van de SCO en de BRICS.

We zouden graag zien dat deze dialoog serieus wordt ontwikkeld binnen de VN, ook over een onderwerp dat voor iedereen zo fundamenteel en essentieel is als het creëren van een ondeelbaar veiligheidssysteem. Met andere woorden, het verankeren van het principe in de wereldpolitiek dat de veiligheid van de één niet ten koste van de veiligheid van een ander mag gaan.

Ik wil er in dit verband aan herinneren dat de wereldgemeenschap aan het eind van de twintigste eeuw, na het einde van een acute militair-ideologische confrontatie, een unieke kans had om een geloofwaardige en rechtvaardige orde op het gebied van veiligheid op te bouwen. Daar was niet veel voor nodig – een eenvoudig vermogen om te luisteren naar de meningen van alle betrokken partijen en een wederzijdse bereidheid om daar rekening mee te houden. Ons land was vastbesloten om precies dit soort constructief werk te verrichten.

Er bestond echter ook een andere benadering. De Westerse mogendheden, geleid door de Verenigde Staten, geloofden dat zij de Koude Oorlog hadden gewonnen en nu het recht hadden om zelf te bepalen hoe de wereld moest worden georganiseerd. De praktische uitdrukking van deze visie was het project van onbeperkte uitbreiding van het Noord-Atlantische blok in ruimte en tijd, hoewel er natuurlijk ook andere ideeën bestonden over hoe de veiligheid in Europa kon worden gewaarborgd.

Onze terechte vragen werden beantwoord met excuses in de geest dat niemand Rusland zou aanvallen en dat de uitbreiding van de NAVO niet tegen Rusland was gericht. De beloften aan de Sovjet-Unie en vervolgens aan Rusland eind jaren 80 en begin jaren 90 om geen nieuwe leden in het blok op te nemen, werden stilletjes vergeten. En als men zich er wel aan herinnerde, verwees men schamper naar het feit dat deze beloften slechts mondeling waren en dus niet bindend.

Zowel in de jaren negentig als later hebben we consequent gewezen op de verkeerde koers die de elites in het Westen hadden gekozen. We hebben niet alleen kritiek geuit en gewaarschuwd, maar ook opties en constructieve oplossingen aangedragen en het belang benadrukt van de ontwikkeling van een mechanisme voor Europese en wereldwijde veiligheid dat voor iedereen aanvaardbaar zou zijn – ik wil dit benadrukken, juist voor iedereen. Een eenvoudige opsomming van de initiatieven die Rusland in de loop der jaren naar voren heeft gebracht, zou meer dan één alinea in beslag nemen.

Laten we op zijn minst terugdenken aan het idee van een verdrag over Europese veiligheid, dat we al in 2008 hebben voorgesteld. Dezelfde onderwerpen werden aan de orde gesteld in het memorandum van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken, dat in december 2021 aan de Verenigde Staten en de NAVO werd overhandigd.

Maar al onze pogingen – en we hebben talloze pogingen ondernomen, die ik niet allemaal kan opnoemen – om onze gesprekspartners tot rede te brengen, uitleg, vermaningen, waarschuwingen en verzoeken van onze kant hebben geen enkele reactie opgeleverd. De westerse landen, die niet alleen overtuigd waren van hun eigen gelijk, maar ook van hun macht, van hun vermogen om de rest van de wereld wat dan ook op te kunnen leggen, negeerden eenvoudigweg andere meningen. In het beste geval stelden ze kleine kwesties aan de orde die in feite nergens mee te maken hadden, of onderwerpen die alleen in het voordeel van het Westen waren.

Ondertussen werd het snel duidelijk dat het westerse schema dat wordt verkondigd als het enige juiste om veiligheid en welvaart in Europa en de wereld te garanderen, niet echt werkte. Laten we eens terugdenken aan de tragedie op de Balkan. De interne problemen – en dat waren het natuurlijk – die zich in het voormalige Joegoslavië hadden opgestapeld, werden sterk verergerd door grove inmenging van buitenaf. Toen al liet het belangrijkste principe van de NAVO-diplomatie, dat zeer gebrekkig en vruchteloos is bij het oplossen van complexe interne conflicten, zich in volle glorie zien, namelijk om een van de partijen, die ze om de een of andere reden niet erg goedgezind zijn, van alle zonden te beschuldigen en er vervolgens de volledige politieke, informatieve en militaire macht, economische sancties en beperkingen op los te laten.

In het vervolg werd dezelfde benadering toegepast in verschillende delen van de wereld, zoals we heel goed weten: in Irak, Syrië, Libië, Afghanistan, enzovoort, en ze brachten niets dan de verergering van bestaande problemen, verwoeste levens van miljoenen mensen, de vernietiging van hele staten, een toename van humanitaire en sociale catastrofes en het ontstaan van terroristische enclaves. In feite was er geen enkel land ter wereld zeker van niet aan deze trieste lijst toegevoegd te worden.

Het Westen probeert zich nu dus schaamteloos te mengen in de aangelegenheden van het Midden-Oosten. Ooit hadden ze een monopolie op dit gebied en het resultaat is vandaag de dag voor iedereen duidelijk. Zuid-Kaukasus, Centraal-Azië. Twee jaar geleden, op de NAVO-top in Madrid, werd aangekondigd dat het bondgenootschap zich nu niet alleen met veiligheidskwesties in de Euro-Atlantische, maar ook in de Aziatisch-Pacifische regio zal bezighouden. Ze beweren dat men ook daar niet zonder hen zou kunnen. Hierachter zit duidelijk een poging om de druk op te voeren op de landen in de regio wier ontwikkeling ze hebben besloten te beteugelen. Zoals we weten staat ons land, Rusland, bovenaan deze lijst.

Ik wil u er ook aan herinneren dat het Washington was die de strategische stabiliteit heeft ondermijnd door zich eenzijdig terug te trekken uit de verdragen over raketafweer, over de afschaffing van raketten voor de middellange en de korte afstand, over het open luchtruim, en die samen met zijn NAVO-satellieten het decennialange systeem van vertrouwenscheppende maatregelen en wapenbeheersing in Europa om zeep heeft geholpen.

Uiteindelijk hebben het egoïsme en de arrogantie van westerse staten geleid tot de huidige extreem gevaarlijke stand van zaken. We zijn onaanvaardbaar dicht bij het “point of no return” gekomen. De oproepen om Rusland een strategische nederlaag van Rusland toe te brengen, een land dat het grootste kernwapenarsenaal ter wereld bezit, tonen het extreme avonturisme van westerse politici. Ze begrijpen ofwel de omvang van de dreiging die ze zelf vormen niet of zijn gewoon geobsedeerd door het geloof in hun eigen straffeloosheid en hun eigen exceptionalisme. Dat kan in beide gevallen uitmonden in een tragedie.

Het is duidelijk dat we getuige zijn van de ineenstorting van het Euro-Atlantische veiligheidssysteem. Vandaag de dag bestaat het gewoon niet meer. Het moet eigenlijk opnieuw worden gecreëerd. Dit alles vereist dat we samen met onze partners en alle geïnteresseerde landen, en dat zijn er veel, onze opties uitwerken om de veiligheid in Eurazië te garanderen en deze vervolgens voor te stellen voor een brede internationale discussie.

Dit was ook juist de opdracht die werd geformuleerd in de toespraak tot de Federale Vergadering. We hebben het over het vormgeven in de nabije toekomst van een kader van gelijke en ondeelbare veiligheid, wederzijds voordelige en rechtvaardige samenwerking en ontwikkeling op het Euraziatische continent.

Wat moet hiervoor worden gedaan en volgens welke principes?

Ten eerste moeten we een dialoog tot stand brengen met alle potentiële deelnemers aan dit toekomstige veiligheidssysteem. En om te beginnen zou ik u willen vragen de noodzakelijke kwesties uit te werken met staten die openstaan voor een constructieve samenwerking met Rusland.

Tijdens ons recente bezoek aan de Volksrepubliek China hebben we deze kwesties besproken met de Chinese president Xi Jinping. We merkten op dat het Russische voorstel niet in tegenspraak is met, maar juist een aanvulling vormt op en volledig in overeenstemming is met de basisprincipes van China’s globale veiligheidsinitiatief.

Ten tweede is het belangrijk om ervan uit te gaan dat de toekomstige veiligheidsarchitectuur openstaat voor alle Euraziatische landen die willen deelnemen aan de oprichting ervan. “Voor alle” betekent natuurlijk ook Europese en NAVO-landen. We leven op één continent, wat er ook gebeurt, we kunnen de geografie niet veranderen, we zullen op de een of andere manier naast elkaar moeten bestaan en samenwerken.

Ja, de betrekkingen van Rusland met de EU en een aantal Europese landen zijn verslechterd, en ik heb dit al vaak benadrukt, het is niet onze schuld. Een anti-Russische propagandacampagne waarbij zeer hooggeplaatste Europese figuren betrokken zijn, gaat gepaard met speculaties dat Rusland Europa zou gaan aanvallen. Ik heb hier al vaak over gesproken, en het is niet nodig om dit in deze zaal nog eens te herhalen: we beseffen allemaal dat dit absolute onzin is, slechts een rechtvaardiging voor een wapenwedloop.

In dit verband sta ik mezelf een kleine uitweiding toe. Het gevaar voor Europa komt niet van Rusland. De grootste bedreiging voor de Europeanen is de kritieke en steeds groter wordende, bijna totale afhankelijkheid van de Verenigde Staten: op militair, politiek, technologisch, ideologisch en informatief gebied. Europa wordt steeds meer naar de marge van de globale economische ontwikkeling gedrongen, ondergedompeld in een chaos van migratie en andere acute problemen, en beroofd van zijn internationale soevereiniteit en culturele identiteit.

Soms lijkt het erop dat de heersende Europese politici en vertegenwoordigers van de Europese bureaucratie banger zijn om in ongenade te vallen bij Washington dan om het vertrouwen van hun eigen volk, hun eigen burgers, te verliezen. De recente verkiezingen voor het Europees Parlement laten dit ook zien. Europese politici slikken vernederingen, lompheid en schandalen met de surveillance van Europese leiders, terwijl de Verenigde Staten hen gewoon in hun eigen belang misbruiken: ze dwingen hen om hun dure gas te kopen – gas is in Europa trouwens drie of vier keer duurder dan in de Verenigde Staten – of, zoals nu bijvoorbeeld, eisen ze van Europese landen om de wapenleveringen aan Oekraïne op te drijven. Overigens duren de eisen hier en daar voort. En er worden sancties tegen hen ingesteld, tegen de economische drijfveren van Europa. Deze sanctie worden zonder enige terughouding opgelegd.

Nu worden ze gedwongen om de wapenleveranties aan Oekraïne op te voeren en de capaciteit voor de productie van artilleriegranaten uit te breiden. Luister eens, wie heeft deze granaten nog nodig als het conflict in Oekraïne voorbij is? Hoe kan dit de militaire veiligheid van Europa garanderen? Dat is onduidelijk. De VS zelf investeert in militaire technologieën, en in de technologieën van morgen: in de ruimte, in de constructie van moderne drones, in aanvalssystemen gebaseerd op de nieuwe natuurkundige principes, dat wil zeggen, in die gebieden die in de toekomst de aard van de gewapende strijd zullen bepalen, en daarmee het militaire en politieke potentieel van de machten en hun posities in de wereld. En ze krijgen nu de volgende rol: ze moeten geld investeren daar waar de VS het nodig vinden. Maar dit vergroot het Europese potentieel geenszins. Laat ze maar hun gang gaan. Voor ons is dat misschien wel gunstig, in ieder geval is het wel zo.

Indien Europa zichzelf wil handhaven als een van de onafhankelijke centra van wereldontwikkeling en culturele en beschavingspolen van de planeet, heeft het zeker goede, hechte betrekkingen met Rusland nodig, en wij, dat is het voornaamste, zijn hiertoe bereid.

Deze echt eenvoudige en voor de hand liggende zaak, is ook voor politici van pan-Europees en wereldniveau duidelijk, voor patriotten van hun landen en volkeren, die in historische categorieën denken, maar echter niet aan de figuranten die de wil en ingevingen van iemand anders volgen. Charles de Gaulle sprak hier veel over in de naoorlogse jaren. Ik herinner me ook nog goed hoe de Duitse bondskanselier Helmut Kohl in 1991, tijdens een gesprek waaraan ik persoonlijk mocht deelnemen, het belang van een partnerschap tussen Europa en Rusland benadrukte. Ik vertrouw erop dat nieuwe generaties Europese politici vroeg of laat op deze erfenis zullen teruggrijpen.

Wat de Verenigde Staten zelf betreft, de voortdurende pogingen van de liberaal-globalistische elites die daar vandaag de dag regeren om hun ideologie met alle mogelijke middelen over de hele wereld te verspreiden, hun imperiale status en hun dominantie te behouden, putten het land alleen maar meer uit, leiden het naar verval en komen duidelijk in conflict met de werkelijke belangen van het Amerikaanse volk. Zonder deze doodlopende weg, zonder het agressieve messianisme, vermengd met het geloof in de eigen uitverkorenheid en exceptionaliteit, zouden de internationale betrekkingen allang gestabiliseerd zijn.

Ten derde moet, om het idee van een Euraziatisch veiligheidssysteem te bevorderen, de dialoog tussen multilaterale organisaties die al in Eurazië actief zijn, aanzienlijk worden geïntensiveerd. Ik verwijs in de eerste plaats naar de Unie, de Collectieve Veiligheidsverdragsorganisatie, de Euraziatische Economische Unie, het Gemenebest van Onafhankelijke Staten en de Sjanghai Samenwerkingsorganisatie.

We zien het vooruitzicht dat andere invloedrijke Euraziatische associaties van Zuidoost-Azië tot het Midden-Oosten zich in de toekomst bij deze processen zullen aansluiten.

Ten vierde geloven we dat de tijd rijp is voor een brede discussie over een nieuw systeem van bilaterale en multilaterale garanties voor collectieve veiligheid in Eurazië. Tegelijkertijd is het op de lange termijn noodzakelijk om de militaire aanwezigheid van externe mogendheden in de Euraziatische regio geleidelijk te verminderen.

We realiseren ons natuurlijk dat deze stelling in de huidige situatie onrealistisch kan lijken, maar dat geldt alleen voor de dag van vandaag. Maar als we in de toekomst een betrouwbaar veiligheidssysteem opbouwen, zal er eenvoudigweg geen behoefte zijn aan een dergelijke aanwezigheid van extra-regionale militaire contingenten. Om eerlijk te zijn, bestaat er ook vandaag geen noodzaak – dit is in feite een bezetting.

Uiteindelijk zijn wij van mening dat Euraziatische staten en regionale structuren zelf specifieke samenwerkingsverbanden op het gebied van collectieve veiligheid moeten definiëren. Op basis hiervan zouden ze zelf ook een systeem van werkende instellingen, mechanismen en overeenkomsten moeten opbouwen die daadwerkelijk zouden dienen om de gemeenschappelijke doelen van stabiliteit en ontwikkeling te bereiken.

In dit verband steunen we het initiatief van onze Wit-Russische vrienden om een programmadocument te ontwikkelen – een handvest van multipolariteit en diversiteit in de eenentwintigste eeuw. Het kan niet alleen de grondbeginselen formuleren van de Euraziatische architectuur op basis van de basisnormen van het internationaal recht, maar ook, in bredere zin, een strategische visie op de kern en de aard van multipolariteit en multilateralisme als een nieuw systeem van internationale betrekkingen ter vervanging van een wereld waarin slechts het Westen centraal staat. Ik vind dit belangrijk en verzoek om een dergelijk document grondig uit te werken met onze partners en met alle geïnteresseerde staten. Ik moet daaraan toevoegen dat we bij het bespreken van zulke complexe en veelomvattende kwesties natuurlijk een maximale, brede deelname en aandacht voor verschillende benaderingen en standpunten nodig hebben.

Ten vijfde moet een belangrijk onderdeel van het Euraziatische systeem van veiligheid en ontwikkeling, dienen ongetwijfeld de economische kwesties te zijn, het sociale welzijn, integratie en wederzijds voordelige samenwerking, het aanpakken van gemeenschappelijke problemen zoals het overwinnen van armoede en ongelijkheid, het klimaat, het milieu, het ontwikkelen van mechanismen om te reageren op de dreigingen van pandemieën en crises in de wereldeconomie – alles is belangrijk.

Het Westen heeft niet alleen de militaire en politieke stabiliteit in de wereld ondermijnd door zijn acties, het heeft ook belangrijke marktinstellingen in diskrediet gebracht en verzwakt door sancties en handelsoorlogen. Door het IMF en de Wereldbank te gebruiken en door de klimaatagenda te manipuleren, houdt het de ontwikkeling van het Zuiden tegen. Verliezend in een concurrentiestrijd, zelfs volgens de de regels die het Westen voor zichzelf heeft uitbedongen, maakt het misbruik van prohibitieve belemmeringen en allerlei vormen van protectionisme. De VS heeft bijvoorbeeld de Wereldhandelsorganisatie verlaten als regulator van de internationale handel. Alles wordt geblokkeerd. En ze oefenen niet alleen druk uit op concurrenten, maar ook op hun satellieten. Het is genoeg om te zien hoe ze nu het bloed uit de Europese economieën zuigen, die op de rand van een recessie balanceren.

Westerse landen hebben een deel van de activa en valutareserves van Rusland bevroren. Nu denken ze erover na hoe ze een wettelijke basis kunnen creëren om zich deze definitief toe te eigenen. Maar ondanks alle hypocrisie zal diefstal steeds diefstal blijven en niet ongestraft blijven.

Het probleem zit zelfs nog dieper. Door Russische activa te stelen, zetten ze nog een stap in de richting van de vernietiging van het systeem dat ze zelf hebben gecreëerd en dat decennialang hun welvaart verzekerde, hen in staat stelde meer te consumeren dan te verdienen en geld van over de hele wereld aantrok via schulden en verplichtingen. Nu wordt het voor alle landen en bedrijven en staatsinvesteringsfondsen duidelijk dat hun bezittingen en reserves verre van veilig zijn, zowel juridisch als economisch. En de volgende in de rij voor onteigening door de VS en het Westen kan iedereen zijn – bijvoorbeeld buitenlandse staatsinvesteringsfondsen zouden daardoor getroffen kunnen worden.

Er is al een groeiend wantrouwen ten opzichte van het financiële systeem dat gebaseerd is op Westerse reservemunten. Er is een uitstroom van fondsen uit de effecten en schuldverplichtingen van Westerse landen, evenals van sommige Europese banken, die onlangs nog werden beschouwd als absoluut veilige plaatsen om kapitaal op te slaan. Und jetzt halen ze zelfs het goud terug. En ze doen het juiste.

Ik ben van mening dat we de vorming van effectieve en veilige bilaterale en multilaterale buitenlandse economische mechanismen serieus moeten intensiveren, als alternatief voor de mechanismen die door het Westen worden gecontroleerd. Dit omvat het uitbreiden van betalingen in nationale valuta, het creëren van onafhankelijke betalingssystemen en het opbouwen van toeleveringsketens die de kanalen omzeilen die door het Westen worden geblokkeerd of gecompromitteerd.

Natuurlijk bestaat er de noodzaak om de ontwikkeling van internationale transportcorridors in Eurazië verder uit te werken, van het continent waarvan Rusland het natuurlijke geografische hart vormt.

Ik draag het ministerie van Buitenlandse Zaken op om de totstandkoming van internationale overeenkomsten op al deze gebieden maximaal te ondersteunen. Ze zijn uiterst belangrijk voor de versterking van de economische samenwerking tussen ons land en onze partners. Dit zou ook een nieuwe impuls moeten geven aan de opbouw van een groot Euraziatisch partnerschap, dat in feite de sociaaleconomische basis zou kunnen worden voor een nieuw systeem van ondeelbare veiligheid in Europa.

Beste collega’s!

Het doel van onze voorstellen is om een systeem te vormen waarbinnen alle staten vertrouwen hebben in hun eigen veiligheid. Dan zullen we overigens ook een andere, echt constructieve aanpak kunnen kiezen voor het oplossen van de vele conflicten die er vandaag de dag zijn. De problemen van het gebrek aan veiligheid en wederzijds vertrouwen gelden niet alleen voor het Euraziatische continent; toenemende spanningen kunnen overal worden waargenomen. We zien voortdurend hoe onderling verbonden en afhankelijk de wereld is, en een tragisch voorbeeld voor ons allemaal is de Oekraïense crisis, waarvan de gevolgen over de hele planeet nagalmen.

Maar ik wil meteen zeggen: de crisis met betrekking tot Oekraïne is niet alleen een conflict tussen twee staten, laat staan tussen twee volkeren, veroorzaakt door problemen tussen hen. Als dat het geval was, zouden er geen twijfels zijn dat Russen en Oekraïners, die verbonden zijn door een gemeenschappelijke geschiedenis en cultuur, spirituele waarden, miljoenen familiebanden en menselijke relaties, een manier zouden vinden om alle kwesties en meningsverschillen eerlijk op te lossen.

Maar de situatie is anders: de oorsprong van het conflict ligt niet in de bilaterale betrekkingen. De gebeurtenissen in Oekraïne zijn een direct gevolg van de wereld- en Europese ontwikkelingen aan het einde van de twintigste en het begin van de eenentwintigste eeuw, het agressieve, onbeschofte en absoluut avontuurlijke beleid dat het Westen al die jaren heeft gevoerd, lang voordat de speciale militaire operatie begon.

Deze elites van westerse landen, zoals ik vandaag al heb gezegd, hebben na het einde van de Koude Oorlog gekozen voor verdere geopolitieke herstructurering van de wereld, voor de creatie en het opleggen van  de beruchte ordening (the rules based order), gebaseerd op regels die gewoonweg niet passen bij sterke, soevereine en zelfvoorzienende staten.

Uit die hoek komt het beleid van indamming van ons land. De doelen van dit beleid worden al openlijk toegelicht door sommige mensen in de VS en Europa. Vandaag praten ze over de beruchte dekolonisatie van Rusland. In feite is dit een poging om een ideologische basis te leggen voor de ontwrichting van ons vaderland op basis van nationale kenmerken. Feitelijk wordt er al lang gesproken over de ontwrichting van de Sovjet-Unie, van Rusland. Iedereen in deze zaal zal zich dit nog herinneren.

Door dit beleid uit te voeren, hebben westerse landen de koers genomen om gebieden die dicht bij ons liggen te absorberen en militair-politiek te veroveren. Er hebben vijf, en nu al zes golven van uitbreiding van de NAVO plaatsgevonden. Ze hebben geprobeerd om Oekraïne te veranderen in hun uitvalsbasis en om het tot “anti-Rusland” te maken. Om deze doelen te bereiken, hebben ze geld en middelen geïnvesteerd, politici en hele partijen gekocht, geschiedenis en onderwijsprogramma’s herschreven, groeperingen van neonazi’s en radicalen opgevoed en gekoesterd. Ze hebben er alles aan gedaan om onze interstatelijke banden te ondermijnen, onze naties te verdelen en hen tegen elkaar op te zetten.

In het zuidoosten van Oekraïne werd nog brutaler en schaamtelozer geprobeerd om dit beleid te voeren – gebieden die eeuwenlang deel uitmaakten van het grote historische Rusland. Daar woonden en wonen nog steeds mensen die, ook na de onafhankelijkheid van Oekraïne in 1991, pleitten voor goede en nauwe betrekkingen met ons land. Mensen – zowel Russen als Oekraïners, vertegenwoordigers van verschillende nationaliteiten – werden verenigd door de Russische taal, cultuur, tradities en historisch geheugen.

Met de positie, stemming, belangen en stemmen van die mensen – miljoenen mensen die in het zuidoosten wonen – moest simpelweg rekening gehouden worden en deze moesten in aanmerking worden genomen door de toenmalige Oekraïense presidenten en politici die streden om dit ambt, zij maakten gebruik van de stemmen van deze kiezers. Maar, ndat ze gebruik hadden gemaakt van deze stemmen, maakten ze later een draaing, laverden ze, logen ze veel, spraken ze over de zogenaamde Europese keuze. Ze durfden niet volledig te breken met Rusland, omdat het zuidoosten van Oekraïne anders was ingesteld, daar moest rekening mee worden gehouden. Deze dubbelzinnigheid is altijd kenmerkend geweest voor de Oekraïense autoriteiten gedurende alle jaren na het verkrijgen van onafhankelijkheid.

Het Westen zag dit natuurlijk. Het zag al lang de problemen daar en begreep dat ze konden worden aangewakkerd, begreep het belang van de zuidoostelijke houding als remmende factor, evenals het feit dat de situatie niet wezenlijk kon worden veranderd door jarenlange propaganda. Natuurlijk werd er veel gedaan, maar het bleek moeilijk om de situatie fundamenteel te veranderen.

Het lukte niet om de historische identiteit en het bewustzijn van de meerderheid van de mensen in het zuidoosten van Oekraïne, inclusief de jongere generaties, te veranderen ten opzichte van Rusland en ons gevoel van historische gemeenschappelijkheid uit te roeien. En daarom besloten ze weer om met geweld op te treden, gewoon om de mensen in het zuidoosten te breken, ongeacht hun mening. Hiervoor organiseerden en financierden ze, maakten ze natuurlijk gebruik van de moeilijkheden en politieke complicaties in Oekraïne, maar bereidden ze systematisch en gericht een gewelddadige staatsgreep voor.

Golven van plunderingen, geweld en moorden overspoelden de steden van Oekraïne. In Kiev hadden radicalen de macht definitief overgenomen en toegeëigend. Hun agressieve nationalistische leuzen, waaronder de revalidatie van nazistische medewerkers, werden verheven tot het niveau van staatsideologie. Er werd opgeroepen tot de afschaffing van de Russische taal in de staats- en publieke sector, de druk op orthodoxe gelovigen nam toe, er werd ingegrepen in de zaken van de kerk, wat uiteindelijk leidde tot een scheuring. Niemand lijkt dit ingrijpen op te merken, alsof het zo moet zijn. Probeer ergens anders iets anders te doen, en er zal zoveel oppositie zijn dat het oren doet suizen. Maar hier kan het, omdat het tegen Rusland is.

Miljoenen inwoners van Oekraïne, vooral uit het oosten, kwamen in opstand tegen de staatsgreep, zoals bekend. Ze werden bedreigd met geweld en terreur. En de nieuwe autoriteiten in Kiev begonnen zich vooral voor te bereiden op een aanval op de Russischsprekende Krim, dat destijds in 1954, zoals u weet, werd overgedragen van de RSFSR naar Oekraïne, met schending van alle, zelfs toen geldende wetten en procedures in de Sovjet-Unie. In deze situatie konden we natuurlijk niet de Krimbewoners en Sevastopol zonder bescherming achterlaten. Ze maakten hun keuze en in maart 2014 vond de historische hereniging van de Krim en Sevastopol met Rusland plaats.

In Charkov, Cherson, Odessa, Zaporozje, Donetsk, Loegansk, Mariupol begonnen vreedzame protesten tegen de staatsgreep te worden onderdrukt, er werd terreur ontketend door het regime in Kiev en nationalistische groeperingen. Misschien hoeft dit niet eens herhaald te worden, want iedereen herinnert zich wat er in die regio’s gebeurde.

In mei 2014 werden referenda gehouden over de status van de Volksrepublieken Donetsk en Luhansk, waarbij de absolute meerderheid van de inwoners zich uitsprak voor onafhankelijkheid en soevereiniteit. De vraag dringt zich onmiddellijk op: mochten de mensen hun wil überhaupt op deze manier kenbaar maken, mochten ze hun onafhankelijkheid uitroepen? Degenen die in deze zaal zitten, beseffen dat ze dat vanzelfsprekend mochten, dat ze daar alle recht en reden toe hadden, en in overeenstemming met het internationaal recht, inclusief het zelfbeschikkingsrecht van volkeren. Ik hoef u er niet aan te herinneren, maar aangezien hier ook de media aanwezig zijn, wil ik toch erop wijzen dat artikel 1, lid 2, van het Handvest van de Verenigde Naties dit recht toekent.

Ik wil in dit verband herinneren aan het beruchte precedent in Kosovo. We hebben hier toentertijd al vaak over gesproken, en ik zeg het nu nog een keer. Het precedent dat de westerse landen zelf hebben geschapen, in een vergelijkbare situatie, door de afscheiding van Kosovo van Servië in 2008 als legitiem te erkennen. Dit werd gevolgd door de beroemde beslissing van het Internationaal Gerechtshof van de Verenigde Naties, dat op 22 juli 2010 op basis van artikel 1, lid 2 van het Handvest van de Verenigde Naties oordeelde – het volgende citaat: “Uit de praktijk van de Veiligheidsraad volgt geen algemeen verbod op een unilaterale onafhankelijkheidsverklaring”. En het volgende citaat: “Het algemeen internationaal recht bevat geen toepasbaar verbod op de onafhankelijkheidsverklaring”. Bovendien werd ook opgeschreven dat die delen van een land, van welke aard dan ook, die besloten om de onafhankelijkheid uit te roepen niet verplicht waren om zich te wenden tot de centrale organen van hun voormalige staat. Alles stond daar zwart op wit met hun eigen hand geschreven.

Dus hadden deze republieken – Donetsk en Loegansk – [het recht] om hun onafhankelijkheid uit te roepen? Natuurlijk, ja. De vraag kan niet eens op een andere manier worden bekeken.

Wat deed het regime in Kiev in deze situatie? Het negeerde de keuze van het volk volledig en ontketende een grootschalige oorlog tegen de nieuwe onafhankelijke staten – de volksrepublieken van Donbass – met vliegtuigen, artillerie en tanks. Bombardementen en beschietingen van vreedzame steden, daden van intimidatie begonnen. En wat gebeurde er daarna? De inwoners van Donbass namen de wapens op om hun leven, hun huizen, hun rechten en legitieme belangen te verdedigen.

In het Westen wordt nu voortdurend beweerd dat Rusland de oorlog is begonnen als onderdeel van de speciale militaire operatie, dat Rusland een agressor is en dat het daarom mogelijk is om op zijn grondgebied toe te slaan, ook met behulp van westerse wapensystemen, en dat Oekraïne zichzelf zogenaamd verdedigt en hiertoe ook het recht heeft.

Ik wil nogmaals benadrukken: Rusland is de oorlog niet begonnen, het was het regime in Kiev, ik herhaal, nadat de inwoners van een deel van Oekraïne hun onafhankelijkheid hadden uitgeroepen in overeenstemming met het internationaal recht, dat de vijandelijkheden is begonnen en voortzet. Dit is agressie als we het recht van deze volkeren die op deze gebieden woonden om hun onafhankelijkheid uit te roepen, niet erkennen. Hoe zit het dan? Wat wordt het dan? Het is agressie. En degenen die de afgelopen jaren de oorlogsmachine van het regime in Kiev hebben geholpen, zijn de medeplichtigen van de agressor.

Toen, in 2014, pikten de inwoners van de Donbass het niet meer. De milities hielden stand, vochten tegen de strafexpedities en verdreven deze vervolgens uit Donetsk en Loegansk. We rekenden erop dat dit de aanstichters van dit bloedbad zou ontnuchteren. Om het bloedvergieten te stoppen, deed Rusland de gebruikelijke oproepen – oproepen tot onderhandelingen, en die begonnen met de deelname van Kiev en vertegenwoordigers van de Donbass-republieken, met de ondersteuning van Rusland, Duitsland en Frankrijk.

De onderhandelingen verliepen moeizaam, maar het resultaat was dat in 2015 de akkoorden van Minsk werden gesloten. We namen de implementatie ervan serieus en hoopten dat we de situatie zouden kunnen oplossen binnen het kader van het vredesproces en het internationaal recht. We verwachtten dat dit ertoe zou leiden dat er rekening zou worden gehouden met de legitieme belangen en eisen van de Donbass, dat de speciale status van deze regio’s en de grondrechten van de mensen die er wonen in de grondwet zouden worden vastgelegd, terwijl de territoriale eenheid van Oekraïne behouden zou blijven. We waren hierop voorbereid en waren bereid om de mensen die in deze gebieden wonen ervan te overtuigen om de kwesties op deze manier op te lossen, en meer dan eens hebben we verschillende compromissen en oplossingen voorgesteld.

Maar alles werd uiteindelijk verworpen. De Minsk-akkoorden werden door Kiev gewoon in de prullenmand gegooid. Zoals vertegenwoordigers van de Oekraïense top later bekenden, waren ze met geen van de artikelen van deze documenten tevreden, ze logen en verdraaiden ze gewoon zo goed als ze maar konden.

De voormalige bondskanselier van Duitsland en de voormalige president van Frankrijk, die in feite mede-auteurs waren van de Minsk akkoorden en die er zogenaamd garant voor stonden, gaven later opeens ook direct toe dat er geen plannen hadden bestaan om ze uit te voeren; de bedoeling was gewoon om “de situatie af te koelen” om tijd te winnen om Oekraïense gewapende formaties op te bouwen en deze vol te stoppen met wapens en uitrusting. Ze hebben ons gewoon weer voor de gek gehouden, misleid.

In plaats van een werkelijk vredesproces, in plaats van het beleid van re-integratie en nationale verzoening waar Kiev zo graag de mond van vol heeft, werd de Donbass acht jaar lang beschoten. Er zijn terreurdaden en moorden gepleegd en er is een meedogenloze blokkade georganiseerd. Al die jaren werden de inwoners van de Donbass – vrouwen, kinderen, ouderen – tot tweederangs mensen, ondermensen, bestempeld en bedreigd met represailles: we zullen iedereen te grazen nemen. Wat is dit anders dan genocide in het centrum van Europa in de XXIe eeuw? En in Europa en de Verenigde Staten werd gedaan alsof er niets aan de hand was, alsof niemand iets in de gaten had.

Eind 2021 – begin 2022 werd het Minsk-proces eindelijk begraven, en begraven door Kiev en zijn westerse beschermheren, en werd er opnieuw een massale aanval gepland op de Donbass. Een grote groep Oekraïense strijdkrachten bereidde zich voor op een nieuw offensief op Loegansk en Donetsk, uiteraard met etnische zuivering en enorm verlies van levens, honderdduizenden vluchtelingen. We waren verplicht om deze catastrofe te voorkomen en mensen te beschermen – we konden geen andere beslissing nemen.

Rusland heeft uiteindelijk de volksrepublieken Donetsk en Loegansk erkend. Wij hadden deze immers acht jaar lang niet erkend, we hoopten nog steeds op een overeenkomst. Het resultaat is nu bekend. En op 21 februari 2022 sloten we verdragen van vriendschap[, samenwerking] en wederzijdse bijstand met deze republieken, die we toen ook erkenden. Vraag: hadden de volksrepublieken het recht zich tot ons te wenden voor steun nadat wij hun onafhankelijkheid hadden erkend? Hadden wij het recht om hun onafhankelijkheid te erkennen, net zoals zij het recht hadden om hun soevereiniteit uit te roepen in overeenstemming met de artikelen die ik noemde en de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof van de VN? Hadden zij het recht om de onafhankelijkheid uit te roepen? Dat hadden ze. Maar als ze een dergelijk recht hadden en het gebruikten, dan hadden ook wij het recht om een verdrag met hen te sluiten – en we hebben het gedaan, en ik herhaal, in volledige overeenstemming met het internationaal recht en artikel 51 van het VN-Handvest.

Tegelijkertijd deden we een beroep op de autoriteiten in Kiev om hun troepen uit de Donbass terug te trekken. Ik kan u verzekeren dat we in contact met hen stonden, en we hebben meteen gezegd: haal uw troepen daar weg, en alles zal daarmee afgelopen zijn. Dit voorstel werd vrijwel onmiddellijk verworpen en gewoon genegeerd, hoewel het een reële kans bood om de kwestie op een vreedzame manier af te sluiten.

Op 24 februari 2022 zag Rusland zich genoodzaakt het begin van de speciale militaire operatie aan te kondigen. In een toespraak tot de burgers van Rusland, de inwoners van de republieken Donetsk en Loegansk en de Oekraïense samenleving heb ik toen de doelen van deze operatie uiteengezet – de mensen in de Donbass te beschermen, de vrede te herstellen, Oekraïne te demilitariseren en te denazificeren en daarmee bedreigingen van onze staat af te wenden, en het veiligheidsevenwicht in Europa te herstellen.

Tegelijkertijd bleven we het als een prioriteit beschouwen om deze doelen met politieke en diplomatieke middelen te bereiken. Ik herinner eraan dat ons land al in de allereerste fase van de speciale militaire operatie onderhandelingen is aangegaan met vertegenwoordigers van het regime in Kiev. Die vonden eerst plaats in Wit-Rusland en daarna in Turkije. We probeerden onze belangrijkste boodschap over te brengen: respecteer de keuze van de Donbass en de wil van de mensen die daar wonen, trek uw troepen terug en stop met het beschieten van vreedzame steden en dorpen. Meer is niet nodig en de rest van de kwesties zullen we in de toekomst behandelen. Het antwoord was: nee, we zullen vechten. Het is duidelijk dat dit het bevel was van de Westerse meesters, en nu zal ik er ook over praten.

Op dat moment, in februari-maart 2022, naderden onze troepen, zoals u weet, Kiev. Er werd toen en nu veel over gespeculeerd, zowel in Oekraïne als in het Westen.

Wat wil ik daarmee zeggen? Onze troepen stonden inderdaad voor Kiev en de militaire afdelingen en het veiligheidsblok hadden verschillende voorstellen met opties voor onze mogelijke verdere acties, maar er was geen politieke beslissing genomen om een stad met drie miljoen inwoners te bestormen, ongeacht wat er werd gezegd of gespeculeerd.

In feite was het niets meer dan een operatie om het Oekraïense regime tot vrede te dwingen. De troepen waren daar om de Oekraïense kant tot onderhandelingen te dwingen, om te proberen aanvaardbare oplossingen te vinden en zo een einde te maken aan de oorlog die Kiev in 2014 tegen de Donbass had ontketend, om kwesties op te lossen die een gevaar vormen voor de veiligheid van ons land, voor de veiligheid van Rusland.

Hoe vreemd het ook mag lijken, het resultaat was dat er inderdaad akkoorden konden worden bereikt die in principe zowel Moskou als Kiev bevielen. Deze overeenkomsten werden in Istanbul door het hoofd van de Oekraïense onderhandelingsdelegatie op papier gezet en geparafeerd. Dit betekent dat de autoriteiten in Kiev blij waren met deze oplossing voor de kwestie.

Het document heette het “Verdrag inzake permanente neutraliteit en veiligheidsgaranties voor Oekraïne”. Het was een compromis, maar de hoofdpunten kwamen overeen met onze fundamentele eisen en betroffen de taken die als de belangrijkste waren aangemerkt, al vanaf het begin van de speciale militaire operatie. Dit omvatte, vanzelfsprekend, de demilitarisering en denazificatie van Oekraïne. En ook hier zijn we erin geslaagd om lastige hindernissen uit de weg te ruimen. Het was lastig, maar oplossinegn werden gevonden. Het was namelijk de bedoeling dat in Oekraïne een wet inzake het verbod op de nazi-ideologie, in welke vorm dan ook, zou worden aangenomen.
Daar staat alles in.

Daarnaast zou Oekraïne in ruil voor internationale veiligheidsgaranties de omvang van zijn strijdkrachten beperken, verplichtingen accepteren om niet toe te treden tot enige militaire alliantie, geen buitenlandse militaire bases toestaan, geen buitenlandse troepen en contingenten stationeren, geen militaire oefeningen uitvoeren op zijn grondgebied. Alles staat op papier.

Van onze kant zijn we, met begrip voor de Oekraïense zorgen over hun veiligheid, overeengekomen dat Oekraïne, door niet formeel lid te worden van de NAVO, garanties zou krijgen die bijna vergelijkbaar zijn met de garanties die leden van deze alliantie genieten. Dit was geen gemakkelijke beslissing voor ons, maar we erkenden de legitimiteit van de Oekraïense eisen om zijn veiligheid te waarborgen en hadden in principe geen bezwaar tegen de door Kiev voorgestelde formuleringen. DIt waren de voorwaarden die door Kiev zelf waren voorgesteld, en over het geheel genomen hadden we daar geen bezwaar tegen, in het besef dat het er vooral om gaat een einde te maken aan het bloedvergieten en de oorlog in de Donbass.

Op 29 maart 2022 hebben we onze troepen uit Kiev teruggetrokken omdat men ons overtuigd had, dat we de noodzakelijke voorwaarden voor de afronding van het politieke onderhandelingsproces, voor de voltooiing van dit proces, moesten scheppen. En dat het onmogelijk was voor een van de partijen om een dergelijke overeenkomst te ondertekenen – zoals onze westerse collega’s plegen te zeggen – met een pistool tegen het hoofd. Goed, daar gingen we dus mee akkoord.

Maar onmiddellijk, de dag na de terugtrekking van de Russische troepen uit Kiev, schortte het Oekraïense leiderschap zijn medewerking aan het onderhandelingsproces op, na de ensceneering van de bekende provocatie in Butsja, en legde het voorbereide concept van de overeenkomsten naast zich neer. Ik denk dat het vandaag wel duidelijk is waarom deze smerige provocatie moest plaatsvinden – namelijk om op de een of andere manier de afwijzing van de resultaten die tijdens de onderhandelingen waren bereikt te verklaren.
De weg naar vrede werd opnieuw verlaten.

Dit gebeurde, zoals we nu weten, op aandringen van westerse handlangers, waaronder de voormalige Britse premier, tijdens wiens bezoek aan Kiev expliciet werd gezegd: geen akkoorden, we moeten Rusland verslaan op het slagveld, om zijn strategische nederlaag te bereiken. En ze begonnen Oekraïne vol te proppen met wapens en begonnen te praten over de noodzaak om ons, zoals ik zojuist al zei, een strategische nederlaag toe te brengen. Enige tijd later, zoals we allemaal heel goed weten, vaardigde de president van Oekraïne een decreet uit waarmee hij zijn vertegenwoordigers en zelfs zichzelf verbood om onderhandelingen met Moskou te voeren. Ook deze episode met onze poging om het probleem op vreedzame wijze op te lossen liep op niets uit.

Trouwens, over onderhandelingen gesproken. Nu zou ik misschhien graag een andere episode publiek willen maken in deze kring. Ik heb er nog niet eerder in het openbaar over gesproken, maar sommigen van de aanwezigen weten ervan. Nadat het Russische leger delen van de regio’s Cherson en Zaporozje had bezet, boden veel westerse politici hun bemiddeling aan om het conflict vreedzaam te beëindigen. Een van hen was op 5 maart 2022 op werkbezoek in Moskou.
En we aanvaardden zijn bemiddelingspogingen, vooral omdat hij tijdens het gesprek verwees naar het feit dat hij de steun had gekregen van de leiders van Duitsland en Frankrijk, evenals van hooggeplaatste vertegenwoordigers van de Verenigde Staten.

Tijdens het gesprek vroeg onze buitenlandse gast – een merkwaardige episode: “als jullie de Donbass willen helpen, waarom zijn er dan Russische troepen in het zuiden van Oekraïne, inclusief de regio’s Cherson en Zaporozje? Het antwoord van onze kant was dat dit de beslissing was van de Russische generale staf bij het plannen van de operatie. En vandaag wil ik daaraan toevoegen dat het plan was om enkele van de versterkte gebieden te vermijden die de Oekraïense autoriteiten in acht jaar hadden gebouwd in de Donbass, in de eerste plaats om Mariupol te bevrijden.

Toen gaf een buitenlandse collega een verduidelijking – een professioneel iemand, daarvoor moet ik mijn respect betuigen: zullen de Russische troepen in de regio’s Cherson en Zaporozje blijven en wat zal er met deze regio’s gebeuren nadat de doelen van de SMO bereikt zullen zijn? Ik antwoordde dat ik in het algemeen het behoud van de Oekraïense soevereiniteit over deze gebieden niet uitsluit, maar op voorwaarde dat Rusland een sterke landverbinding met de Krim krijgt.

Dat wil zeggen dat Kiev de zogenaamde servitude moet garanderen – een wettelijk geformaliseerd recht van toegang voor Rusland tot het Krim-schiereiland via de regio’s Cherson en Zaporiozje. Dit is een cruciale politieke beslissing. En natuurlijk zou deze in zijn definitieve versie niet door een man worden genomen, maar pas na overleg met de Veiligheidsraad, met andere structuren, natuurlijk na discussie met de burgers en het publiek van ons land en vooral met de bewoners van de regio’s Cherson en Zaporozje.

Dat is uiteindelijk wat we hebben gedaan: we hebben de mening van het volk zelf gevraagd en referenda gehouden. En we hebben gedaan wat het volk heeft besloten, zowel in de regio’s Cherson en Zaporozje als in de Volksrepublieken Donetsk en Loegansk.

Op dat moment, in maart 2022, zei de onderhandelingspartner dat hij binnenkort naar Kiev zou gaan om het gesprek voort te zetten, dit keer met de gesprekspartners in de Oekraïense hoofdstad. We juichten dit toe, evenals pogingen in het algemeen om een vreedzame oplossing voor het conflict te vinden, omdat elke dag van vechten nieuwe slachtoffers en verliezen betekende. Oekraïne, zo hebben we later vernomen, accepteerde de diensten van de westerse bemiddelaar echter niet en beschuldigde hem er juist van pro-Russische standpunten in te nemen – op een nogal grove manier, moet ik zeggen, maar dat is maar een detail.

Nu is, zoals ik al zei, de situatie fundamenteel veranderd. De inwoners van Cherson en Zaporozje hebben hun standpunt kenbaar gemaakt in referenda, en de regio’s Cherson en Zaporozje, evenals de Volksrepublieken Donetsk en Loegansk, zijn onderdeel geworden van de Russische Federatie. En er mag nu geen sprake meer zijn van het schenden van onze staatseenheid. De wil van het volk om bij Rusland te horen is onwankelbaar. De kwestie is voor altijd afgesloten en wordt niet langer besproken.

Ik wil nogmaals herhalen: het was het Westen dat de Oekraïense crisis heeft voorbereid en uitgelokt, en nu doet het er alles aan om deze crisis voor onbepaalde tijd te verlengen, om de bevolking van Rusland en Oekraïne te verzwakken en de fronten op beide zijden te verharden.

Ze sturen steeds nieuwe ladingen munitie en wapens. Sommige Europese politici beginnen te praten over de mogelijkheid om hun reguliere troepen in Oekraïne te stationeren. Tegelijkertijd zijn het, zoals ik al heb gezegd, de huidige, ware meesters van Oekraïne – en dat is helaas niet het volk van Oekraïne, maar de globalistische elites van over de oceaan – die proberen de Oekraïense uitvoerende macht te belasten met het nemen van beslissingen die impopulair zijn bij het volk, waaronder het verder verlagen van de dienstplichtleeftijd.

Nu, zoals we weten, is het 25 jaar, de volgende fase kan 23 zijn, dan – 20, 18 of gelijk 18 in een keer. En dan zullen ze zich natuurlijk ontdoen van de figuren die deze impopulaire beslissingen hebben genomen onder druk van het Westen, ze eruit gooien wegens hun onbruikbaarheid, alle verantwoordelijkheid op hen afschuiven, en andere mensen in hun plaats zetten, eveneens afhankelijk van het Westen, maar met een minder bezoedelde reputatie.

Vandaar misschien het idee om de eerstvolgende presidentsverkiezingen in Oekraïne af te gelasten. Nu zullen degenen die aan de macht zijn dit alles uitvoeren, dan worden ze opzij gezet en ook verder zal gedaan worden wat men nodig acht.

In dit verband wil ik u ook herinneren aan iets dat Kiev nu liever niet noemt en waar het Westen liever niet over praat. Waar gaat het om? In mei 2014 oordeelde het Constitutioneel Hof van Oekraïne dat – om verder te citeren – “de president voor vijf jaar wordt gekozen, ongeacht of hij wordt gekozen in buitengewone of reguliere verkiezingen”. Daarnaast merkte het Grondwettelijk Hof van Oekraïne op dat – verder citaat – “de grondwettelijke status van de president geen normen bevat die een andere termijn dan vijf jaar vaststellen”. Einde citaat, punt. De beslissing van het hof was definitief, er kon geen beroep tegen worden aangetekend. Dat was het.

Wat betekent het met betrekking tot de situatie van vandaag? De presidentiële termijn van het eerder gekozen hoofd van Oekraïne is verlopen, samen met zijn legitimiteit, die door geen enkele truc kan worden hersteld. Ik ga niet in detail in op de achtergrond van de beslissing van het Constitutionele Hof van Oekraïne over de presidentiële termijn. Het is duidelijk dat het verband hield met pogingen om de staatsgreep van 2014 te legitimeren. Maar toch is er zo’n uitspraak, en het is een juridisch feit. Het trekt alle pogingen in twijfel om het spektakel van vandaag te rechtvaardigen met de annulering van de verkiezingen.

In feite begon de huidige tragische bladzijde in de geschiedenis van Oekraïne met een gewelddadige machtsovername, zoals ik al zei, een anticonstitutionele staatsgreep in 2014. Ik herhaal: de basis van het huidige regime in Kiev is een gewapende staatsgreep. En nu is de cirkel rond: de uitvoerende macht in Oekraïne is opnieuw, net als in 2014, onrechtmatig geannexeerd en usurpeerd en is in feite illegitiem.

Ik zal nog meer zeggen: de situatie met de annulering van de verkiezingen is tekenend voor de aard van beestje, voor het huidige regime in Kiev, dat is voortgekomen uit de gewapende staatsgreep van 2014, nog steeds banden ermee heeft en er zijn wortels in heeft. En het feit dat ze, na het annuleren van de verkiezingen, blijven vasthouden aan de macht is een actie die uitdrukkelijk verboden is door artikel 5 van de grondwet van Oekraïne. Ik citeer: “Het recht om de grondwettelijke orde in Oekraïne te bepalen en te veranderen behoort uitsluitend toe aan het volk en kan niet worden usurpeert door de staat, zijn organen of ambtenaren.” Bovendien vallen dergelijke acties onder artikel 109 van het Oekraïense wetboek van strafrecht, dat precies verwijst naar het met geweld wijzigen of omverwerpen van de grondwettelijke orde of het toe-eigenen van de staatsmacht, evenals samenzwering om dergelijke acties te plegen.

In 2014 werd deze usurpatie gerechtvaardigd in naam van de revolutie, en nu wordt het gerechtvaardigd in naam van militaire actie. Maar de betekenis hiervan verandert niet. In wezen hebben we het over een samenzwering tussen de uitvoerende macht van de Oekraïense regering, de leiding van de Verchovna Rada en de parlementaire meerderheid die door haar wordt gecontroleerd, met als doel zich de staatsmacht toe te eigenen – er is geen andere manier om het zo te noemen – wat volgens de Oekraïense wet een strafbaar feit is.

Verder: de grondwet van Oekraïne voorziet niet in de mogelijkheid om de verkiezing van de president van het land te annuleren of uit te stellen, noch in de voortzetting van zijn bevoegdheden in verband met de staat van beleg, waar nu naar wordt verwezen. Wat wel in de Oekraïense basiswet staat, is dat tijdens de staat van beleg de verkiezingen van de Verkhovna Rada kunnen worden uitgesteld. Dit is artikel 83 van de grondwet van het land.

De Oekraïense wetgeving voorziet dus in de enige uitzondering wanneer de bevoegdheden van een staatsorgaan tijdens de staat van beleg worden uitgebreid en er geen verkiezingen worden gehouden. En dit geldt alleen voor de Verchovna Rada. De status van het parlement van Oekraïne als permanent functionerend orgaan onder de staat van beleg is dus vastgelegd.

Met andere woorden, het is de Verchovna Rada die vandaag de dag een legitiem orgaan is, in tegenstelling tot de uitvoerende macht. Oekraïne is geen presidentiële republiek, maar een parlementair-presidentiële. Dat is de essentie.

Bovendien heeft de voorzitter van de Verkhovna Rada, die optreedt als president, krachtens de artikelen 106 en 112 speciale bevoegdheden, onder andere op het gebied van defensie, veiligheid en het opperbevel over de strijdkrachten. Alles staat daar zwart op wit.

Overigens heeft Oekraïne in de eerste helft van dit jaar met een aantal Europese landen een aantal bilaterale overeenkomsten gesloten over samenwerking op het gebied van veiligheid en langetermijnondersteuning. Nu is er ook een soortgelijk document met de Verenigde Staten van Amerika.

Sinds 21 mei van dit jaar rijst natuurlijk de vraag naar het gezag en de legitimiteit van de vertegenwoordigers van Oekraïense zijde die dergelijke documenten ondertekenen. Het kan ons, zogenaamd niet schelen: laat ze maar ondertekenen wat ze willen. Het is duidelijk dat hier een politieke en propagandacomponent in het spel is. De Verenigde Staten en hun satellieten willen op de een of andere manier hun proxies steunen, hen gewicht en legitimiteit verlenen.

Maar als diezelfde Verenigde Staten later een serieus juridisch onderzoek doen naar zo’n overeenkomst – ik heb het niet over de essentie, maar over de juridische component – dan zal zeker de vraag rijzen: wie heeft deze documenten ondertekend en met welke autoriteit? En het zal blijken dat het allemaal bluf is en dat de overeenkomst nietig is, en de hele constructie zal uit elkaar vallen, natuurlijk, als men bereid is om de situatie te analyseren. Je kunt doen alsof alles normaal is, maar er is niets normaals aan de hand, ik heb het allemaal nagelezen. Alles staat in documenten, alles staat in de Grondwet.

Ik wil u er ook aan herinneren dat het Westen na de start van de speciale militaire operatie een krachtige en nogal arrogante campagne is begonnen in een poging om Rusland in de internationale arena te isoleren. Vandaag de dag is het voor iedereen duidelijk dat deze poging is mislukt, maar natuurlijk heeft het Westen zijn plan om een schijn van een internationale anti-Russische coalitie op te bouwen en Rusland onder druk te zetten, niet opgegeven. We begrijpen dit ook.

Zoals u weet, zijn ze begonnen met het actief promoten van het initiatief om in Zwitserland een zogenaamde internationale conferentie op hoog niveau over vrede in Oekraïne te houden. En ze zijn van plan om deze conferentie onmiddellijk na de top van de Groep van Zeven te houden, dat wil zeggen, de groep van degenen die in feite het conflict in Oekraïne hebben aangewakkerd met hun beleid. Wat de organisatoren van de bijeenkomst in Zwitserland voorstellen, is gewoon weer een truc om ieders aandacht af te leiden, om oorzaak en gevolg van de Oekraïense crisis door elkaar te halen, om de discussie op het verkeerde been te zetten en om de huidige uitvoerende macht in Oekraïne tot op zekere hoogte weer een schijn van legitimiteit te geven.

Het is dan ook logisch dat er in Zwitserland geen echt fundamentele kwesties zullen worden besproken die de kern vormen van de huidige crisis van internationale veiligheid en stabiliteit, noch de echte wortels van het Oekraïense conflict, ondanks alle pogingen om de agenda van de conferentie min of meer fatsoenlijk te maken.

We kunnen nu al verwachten dat alles zal worden gereduceerd tot algemeen demagogisch gepraat en een nieuwe reeks beschuldigingen aan het adres van Rusland. De opzet is makkelijk te duiden: met alle denkbare middelen zoveel mogelijk landen binnenhalen en op basis daarvan de zaak zo voorstellen alsof de westerse voorschriften en regels door de hele internationale gemeenschap worden gedeeld, wat dan zou moeten inhouden, dat ons land deze zonder tegenspraak zou moeten aanvaarden.

Natuurlijk waren we, zoals u weet, niet uitgenodigd voor de bijeenkomst in Zwitserland. In wezen is dit geen onderhandeling, maar een poging van een groep landen om hun eigen beleid door te zetten en naar eigen goeddunken kwesties op te lossen die rechtstreeks van invloed zijn op onze belangen en veiligheid.

Ik wil in dit verband benadrukken: zonder de deelname van Rusland, zonder een eerlijke en verantwoorde dialoog met ons, is het onmogelijk om tot een vreedzame oplossing te komen in Oekraïne en de globale Europese veiligheid in het algemeen.

Tot nu toe heeft het Westen onze belangen genegeerd, terwijl het Kiev verbood om te onderhandelen en ons hypocriet aanspoorde om te onderhandelen. Het is gewoon idioot: aan de ene kant mogen ze niet met ons onderhandelen, terwijl ze ons aan de andere kant tot onderhandelingen oproepen en insinueren dat we weigeren te onderhandelen. Dat is belachelijk. We leven in een soort gespiegelde werkelijkheid.

Maar ten eerste zouden men Kiev de opdracht moeten geven om het verbod op te heffen, het zelfopgelegde verbod op onderhandelingen met Rusland, en ten tweede zijn we bereid om reeds morgen aan de onderhandelingstafel plaats te nemen. We begrijpen de eigenaardigheden van de juridische situatie, maar er zijn daar legitieme autoriteiten, zelfs in overeenstemming met de grondwet, zoals ik zojuist zei, en er zijn mensen om mee te onderhandelen. Alstublieft, we zijn er klaar voor. Onze voorwaarden om zo’n gesprek te beginnen zijn eenvoudig en komen op het volgende neer.

Ik zal nog even de tijd nemen om de hele keten van gebeurtenissen nogmaals te bespreken, zodat het duidelijk is dat wat ik ga zeggen voor ons niet de conjunctuur van vandaag is, maar dat we altijd een bepaald standpunt hebben ingenomen, dat we altijd naar vrede hebben gestreefd.

Deze voorwaarden zijn dus heel eenvoudig. De Oekraïense troepen moeten volledig worden teruggetrokken uit de Volksrepublieken Donetsk en Loegansk, de regio’s Cherson en Zaporozje. En ik wil uw aandacht vestigen op het feit dat dit geldt voor het hele grondgebied van deze regio’s binnen hun administratieve grenzen, die bestonden op het moment dat ze in het staatsverband van Oekraïne werden opgenomen.

Zodra Kiev verklaart dat men klaar is voor een dergelijke beslissing en begint met de feitelijke terugtrekking van troepen uit deze regio’s, en hen officieel op de hoogte stelt van het feit dat men afziet van de plannen om lid te worden van de NAVO, zal er van onze kant onmiddellijk, letterlijk op hetzelfde moment, een bevel volgen om het vuren te staken en onderhandelingen te beginnen. Ik herhaal: we zullen dit onmiddellijk doen. Uiteraard zullen we tegelijkertijd de ongehinderde en veilige terugtrekking van Oekraïense eenheden en formaties garanderen.

Natuurlijk verwachten we dat een dergelijk besluit over de terugtrekking van troepen, de status van ongebonden land, en het begin van de dialoog met Rusland, waarvan het toekomstige bestaan van Oekraïne afhangt, in Kiev onafhankelijk wordt genomen, op basis van de huidige realiteit en geleid door de echte nationale belangen van het Oekraïense volk, en niet op orders van het Westen, hoewel daar natuurlijk grote twijfels over zullen bestaan.

Maar wat wil ik in dit verband nog eens herhalen, waar wil ik u aan herinneren? Ik heb gezegd dat ik de chronologie van de gebeurtenissen nog eens wil doornemen. Laten we daar wat tijd aan besteden.

Tijdens de gebeurtenissen op de Maidan in Kiev in 2013-2014 bood Rusland herhaaldelijk zijn hulp aan bij de constitutionele oplossing van de crisis, die in feite van buitenaf werd georganiseerd. Laten we terugkeren naar de chronologie van de gebeurtenissen van eind februari 2014.

Op 18 februari begonnen in Kiev gewapende confrontaties die door de oppositie waren uitgelokt. Een aantal gebouwen, waaronder het stadhuis en het Huis van Vakbonden, werden in brand gestoken. Op 20 februari openden onbekende sluipschutters het vuur op demonstranten en ordehandhavers, wat betekent dat degenen die een gewapende coup voorbereidden er alles aan deden om de situatie verder in de richting van geweld en radicalisering te sturen. En de mensen die toen in Kiev op straat waren en hun ongenoegen over de toenmalige regering uitten, werden doelbewust gebruikt voor uitsluitend hun eigen doeleinden, als kanonnenvoer. Vandaag doen ze precies hetzelfde, ze mobiliseren en sturen mensen naar de slachtbank. En toch bestond er toen ook een mogelijkheid voor een beschaafde uitweg uit de situatie.

Het is bekend dat op 21 februari een overeenkomst werd ondertekend tussen de toenmalige Oekraïense president en de oppositie over het oplossen van de politieke crisis. Zoals bekend stonden officiële vertegenwoordigers van Duitsland, Polen en Frankrijk garant. Het akkoord voorzag in een terugkeer naar een parlementair-presidentiële regeringsvorm, vervroegde presidentsverkiezingen, de vorming van een regering van nationaal vertrouwen, de terugtrekking van de ordestrijdkrachten uit het centrum van Kiev en de inlevering van wapens door de oppositie.

Ik moet hieraan toevoegen dat de Verchovna Rada een wet heeft aangenomen die strafrechtelijke vervolging van de demonstranten uitsluit. Er was een dergelijke overeenkomst, die het geweld zou hebben gestopt en de situatie zou hebben teruggebracht naar het constitutionele vlak. Deze overeenkomst werd ondertekend, hoewel men zich zowel in Kiev als in het Westen daaraan liever niet herinnert.

Vandaag zal ik nog iets meer vertellen – over een ander belangrijk feit dat nog niet eerder in het openbaar is gehoord, namelijk: letterlijk in dezelfde uren op 21 februari vond er op initiatief van Amerikaanse zijde een gesprek plaats met mijn vis-a-vis. De kern daarvan was deze: de Amerikaanse leider steunde ondubbelzinnig het akkoord tussen de autoriteiten en de oppositie in Kiev. Bovendien noemde hij het een echte doorbraak, een kans voor het Oekraïense volk om ervoor te zorgen dat het geweld dat was losgebarsten niet alle denkbare grenzen zou overschrijden.

En vervolgens hebben we tijdens de gesprekken gezamenlijk de volgende formule ontwikkeld: Rusland zal proberen de toenmalige president van Oekraïne ervan te overtuigen zich met maximale terughoudendheid te gedragen, en niet het leger en de wetshandhavingsinstanties tegen de demonstranten in te zetten. En de Verenigde Staten zullen dienovereenkomstig, zo werd gezegd, de oppositie, zoals ze zeggen, tot orde roepen, administratieve gebouwen ontruimen, om ervoor te zorgen dat de straat kalmeert.

Dit alles moest de omstandigheden scheppen waarin het leven in het land weer normaal zou worden, op constitutioneel en juridisch vlak. En in het algemeen kwamen we overeen om samen te werken in het belang van een stabiel, vreedzaam, zich normaal ontwikkelend Oekraïne. Wij hebben ons woord volledig gehouden. De toenmalige president van Oekraïne Janoekovitsj, die feitelijk niet van plan was het leger in te zetten, deed dit desondanks niet en trok bovendien zelfs extra politie-eenheden terug uit Kiev.

Hoe zit het met onze westerse collega’s? In de nacht van 22 februari en de hele volgende dag, toen president Janoekovitsj naar Charkov vertrok, waar het congres van afgevaardigden van de zuidoostelijke regio’s van Oekraïne en de Krim zou plaatsvinden, hebben de radicalen, ondanks alle overeenkomsten en garanties vanuit het Westen – zowel Europa als, zoals ik net zei, namen ook de Verenigde Staten de controle over de bouw van de Rada, de presidentiële regering, over en namen de regering in beslag. En geen enkele garant voor al deze overeenkomsten over een politieke oplossing – noch de Verenigde Staten, noch de Europeanen – stak een vinger uit om aan hun verplichtingen te voldoen, om de oppositie op te roepen om in beslag genomen administratieve faciliteiten te bevrijden, en om af te zien van geweld. Het is duidelijk dat deze gang van zaken niet alleen bij hen paste, het lijkt erop dat zij de auteurs waren van de ontwikkeling van gebeurtenissen in precies deze geest.

Ook nam de Verchovna Rada, in strijd met de grondwet van Oekraïne, al op 22 februari 2014 een resolutie aan over de zogenaamde zelfverwijdering van de huidige president Janoekovitsj uit de post van president en plande vervroegde verkiezingen voor 25 mei. Dat wil zeggen dat er een gewapende staatsgreep plaatsvond, geprovoceerd van buitenaf. Oekraïense radicalen hebben, met stilzwijgende toestemming en directe steun van het Westen, alle pogingen om de situatie vreedzaam op te lossen verijdeld.

Vervolgens hebben we Kiev en de westerse hoofdsteden ervan overtuigd een dialoog te beginnen met de mensen in het zuidoosten van Oekraïne, om hun belangen, rechten en vrijheden te respecteren. Nee, het regime dat door een staatsgreep aan de macht kwam, koos voor oorlog en lanceerde in de lente en zomer van 2014 strafmaatregelen tegen de Donbass. Rusland riep opnieuw op tot vrede.

We hebben er alles aan gedaan om de meest urgente problemen op te lossen die zich in het kader van de Minsk-overeenkomsten hadden voorgedaan, maar het Westen en de autoriteiten van Kiev waren, zoals al benadrukt, niet van plan deze ten uitvoer te leggen. Hoewel onze westerse collega’s, waaronder het hoofd van het Witte Huis, ons in woorden verzekerden dat de akkoorden van Minsk belangrijk zijn en dat zij zich inzetten voor de processen van de implementatie ervan. Dat dit ons, naar hun mening, in staat zal stellen uit de situatie in Oekraïne te komen, deze te stabiliseren en rekening te houden met de belangen van de inwoners van het oosten. In plaats daarvan organiseerden ze, zoals ik al zei, een blokkade van Donbass. De strijdkrachten van Oekraïne waren zich voortdurend aan het voorbereiden op een grootschalige operatie om de Volksrepublieken Donetsk en Loegansk te vernietigen.

De akkoorden van Minsk werden uiteindelijk begraven door de handen van het Kievse regime en het Westen. Ik kom hier nog eens op terug. Daarom werd Rusland in 2022 gedwongen een speciale militaire operatie te lanceren om de oorlog in de Donbass te beëindigen en burgers te beschermen tegen genocide.

Tegelijkertijd hebben we vanaf de eerste dagen opnieuw opties voor een diplomatieke oplossing van de crisis naar voren gebracht, daar heb ik vandaag al over gesproken. Dit zijn onderhandelingen in Wit-Rusland, Turkije, de terugtrekking van troepen uit Kiev om de voorwaarden te scheppen voor de ondertekening van de overeenkomsten van Istanbul, waar in principe iedereen het over eens was. Maar deze pogingen van ons werden uiteindelijk opnieuw afgewezen. Het Westen en Kiev hebben een koers uitgezet om ons te verslaan. Maar zoals we weten is dit allemaal mislukt.

Vandaag doen we opnieuw een concreet, echt vredesvoorstel. Als ze dit ook in Kiev en in de westerse hoofdsteden weigeren, zoals voorheen, dan is het uiteindelijk hun zaak, hun politieke en morele verantwoordelijkheid voor de voortzetting van het bloedvergieten. Het is duidelijk dat de realiteit ter plaatse, op het gebied van gevechtscontact, zal blijven veranderen, niet in het voordeel van het Kiev-regime. En de voorwaarden voor het starten van onderhandelingen zullen anders zijn.

Laat ik het belangrijkste benadrukken: de essentie van ons voorstel is niet een soort tijdelijke wapenstilstand of opschorting van het vuur, zoals het Westen wil, om de verliezen te herstellen, het regime in Kiev te herbewapenen en voor te bereiden op een nieuw offensief. Ik herhaal: we hebben het niet over het bevriezen van het conflict, maar over de uiteindelijke voltooiing ervan.

En ik zeg het nogmaals: zodra Kiev instemt met een soortgelijke gang van zaken die vandaag wordt voorgesteld, instemt met de volledige terugtrekking van zijn troepen uit de DPR- en LPR-, Zaporozje- en Cherson-regio’s en dit proces echt begint, zijn we klaar om de onderhandelingen te beginnen. zonder ze te vertragen.

Ik herhaal: ons principiële standpunt is het volgende: de neutrale, niet-gebonden, kernwapenvrije status van Oekraïne, de demilitarisering en denazificatie ervan, vooral omdat iedereen het over het algemeen eens was over deze parameters tijdens de onderhandelingen in Istanbul in 2022. Daar was alles duidelijk, zelfs wat de demilitarisering betreft, alles was vastgelegd: het aantal hiervan, dat, tanks – alles was overeengekomen.

Uiteraard moeten de rechten, vrijheden en belangen van Russischsprekende burgers in Oekraïne volledig worden gewaarborgd, moeten de nieuwe territoriale realiteiten, de status van de Krim, Sebastopol, Donetsk, de Volksrepublieken van Loegansk, de regio’s Cherson en Zaporozje als onderdanen van de Russische Federatie worden gewaarborgd. erkend. In de toekomst moeten al deze fundamentele bepalingen worden vastgelegd in de vorm van fundamentele internationale overeenkomsten. Uiteraard veronderstelt dit ook de opheffing van alle westerse sancties tegen Rusland.

Ik geloof dat Rusland een optie biedt die het mogelijk maakt de oorlog in Oekraïne daadwerkelijk te beëindigen, dat wil zeggen dat we oproepen om de tragische bladzijde van de geschiedenis om te slaan en, ook al is dat moeilijk, geleidelijk, stap voor stap, maar te beginnen met het herstellen van de betrekkingen van vertrouwen en goed nabuurschap tussen Rusland en Oekraïne en in Europa in het algemeen.

Nu we de Oekraïense crisis hebben opgelost, zullen wij, inclusief samen met onze partners in de CSTO, de SCO, die nog steeds een belangrijke, constructieve bijdrage leveren aan de zoektocht naar manieren om de Oekraïense crisis vreedzaam op te lossen, evenals westerse, inclusief Europese staten, zijn klaar voor dialoog en kunnen beginnen met de fundamentele taak waar hij aan het begin van zijn toespraak over sprak, namelijk het creëren van een ondeelbaar Euraziatisch veiligheidssysteem dat zonder uitzondering rekening houdt met de belangen van alle staten van het continent.

Natuurlijk is een letterlijke terugkeer naar de veiligheidsvoorstellen die we 25, 15 of zelfs twee jaar geleden hebben ingediend onmogelijk: er is te veel gebeurd, de omstandigheden zijn veranderd. De basisprincipes en vooral het onderwerp van de dialoog blijven echter ongewijzigd. Rusland is zich bewust van zijn verantwoordelijkheid voor de mondiale stabiliteit en bevestigt opnieuw zijn bereidheid om met alle landen te praten. Maar dit mag geen imitatie zijn van het vredesproces met als doel iemands egoïstische wil of iemands egoïstische belangen te dienen, maar een serieus, grondig gesprek over alle kwesties, over het hele scala van kwesties van de wereldveiligheid.

Beste collega’s!

Ik ben ervan overtuigd dat u allemaal goed begrijpt met welke grootschalige taken Rusland te maken heeft en hoeveel we moeten doen, ook op het gebied van het buitenlands beleid.

Ik wens u oprecht succes bij dit moeilijke werk om de veiligheid van Rusland en onze nationale belangen te waarborgen, de positie van het land in de wereld te versterken, integratieprocessen en bilaterale betrekkingen met onze partners te bevorderen.

Van haar kant zal de staatsleiding de diplomatieke afdeling en iedereen die betrokken is bij de uitvoering van het Russische buitenlandse beleid de nodige steun blijven bieden.

Nogmaals bedankt voor je werk, bedankt voor je geduld en aandacht voor wat er werd gezegd. Ik ben er zeker van dat alles goed zal komen voor jou en mij.

Hartelijk bedankt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.