Dit bericht verscheen bij Novini
Na de showdown van dit voorjaar dreigt er opnieuw een handelsoorlog tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten. Een goede strateeg vergroot door zijn optreden zijn opties, verkleint die van zijn opponent en probeert met iedere zet het initiatief te houden of naar zich toe te halen. Iets waar de EU tot nu toe niet in slaagt.
De leidende strateeg achter de Amerikaanse importheffingen is de geoefende onderhandelaar genaamd Wilbur Ross, minister van Economische Zaken van de VS, tevens miljardair. Een sluwe vos als Ross gaat het niet in de eerste plaats om het beschermen van de Amerikaanse metaalindustrie of de verkoop van een paar Amerikaanse voertuigen meer of minder op de Europese markt. Een vos verraadt zijn eigenlijke doelen niet. Veeleer lijkt hij met zijn zetten de vastberadenheid en eensgezindheid van de EU te hebben willen testen met het oog op toekomstige onderhandelings- en afpersingspogingen, want de vrijhandel is de VS een tikje te vrij geworden. De op de korte termijn denkende voltijds kapitalisten in de VS hebben op zoek naar hogere winsten de outsourcing in de afgelopen decennia ad absurdum gevoerd. De eigen productie werd en masse naar het buitenland verplaatst en zo hebben ze de economisch meer stabiele tak waarop ze zaten eigenhandig afgezaagd. Zodoende wordt nu opportuun snel de vroeger zo geprezen vrijhandel als het nieuwe kwaad beklaagd, nu de creatie zich tegen zijn schepper keert.
‘Handelstekort’
Als rechtvaardiging voor de importheffingen verwees de Amerikaanse regering dit voorjaar naar de strategische betekenis van haar metaalindustrie – is ook niet onbelangrijk – alsmede een vermeend Amerikaans handelstekort met de EU. Dit laatste werd onder andere door het gerenommeerde Duitse economische onderzoeksinstituut Ifo subiet ontkracht, want de Amerikanen voerden hier alleen de balans in het goederenverkeer aan. Dat de VS een grote dienstensector hebben werd door de Amerikanen uit opportunisme buiten beschouwing gelaten. Bovendien transfereren Amerikaanse bedrijven die in de EU zetelen door creatieve belastingontwijking à la Starbucks de door hen gegenereerde miljardenwinsten naar de andere zijde van de Atlantische Oceaan. Daar bovenop komen dan nog de kapitaaltransfers van private personen. Al met al wordt zo van het Amerikaanse handelstekort met de EU ter grootte van 154 miljard dollar als we uitsluitend naar goederen kijken, een overschot van 14 miljard dollar als we de bovengenoemde zaken correct verdisconteren.
Het buitenlands politieke argument hield kortom geen stand, desalniettemin namen veel Europese journalisten de Amerikaanse voorstelling van zaken blindelings over. Wat resteert is alleen het voor de VS binnenlands politiek nuttige argument dat ze hun staal- en aluminiumindustrie wilden beschermen. Een in de VS populair protectionistisch voorwendsel, dat buitenlands politiek echter een ander doel leek te dienen: Namelijk om te testen in hoeverre men de EU handelspolitiek eronder kon krijgen, nadat TTIP geklapt was. Wat zou de EU bereid zijn op te geven, zodat de VS de importheffingen weer van tafel zouden halen? Hoe snel zou de EU toegeven?