Het democratische principe lijkt eenvoudig:
Een verzameling van mensen, die iets gemeenschappelijk willen ondernemen, komen overeen dat beslissingen met een meerderheid van stemmen genomen moet worden.
Hiermee zijn de spelregels geformuleerd en kunnen toegepast worden in de voetbalvereniging, binnen de feestcommissie of in het parlement.
Om echter de kwaliteit van de democratische besluitvorming te begrijpen is een grotere individuele inspanning noodzakelijk. Ja, ik zou bijna willen zeggen een scholingsweg.
Democratie kan alleen werken wanneer, laten we zeggen, het besluit genomen is om oranje tricots te dragen en 60% vóór en 40% tegen was, vervolgens moeten 100% van de deelnemers dit besluit dragen en uitvoeren. Dat is democratie: hete discussies vóór het besluitvormingsproces. Voor- en nadelen van de verschillende opties worden in kaart gebracht. Er heerst verdeeldheid en er wordt gestreden om de betere argumenten. Na de besluitvorming moet, door respect voor het andere standpunt, met elkaar en vereent de schouders er onder gezet worden!
De praktijk is wel ietsjes anders. Meestal kan de verleiding niet weerstaan worden om een overeengekomen besluit te torpederen, tegen te werken en mogelijk ongedaan te maken. Dit zijn dan eigenlijk de echte antidemocraten. De vereniging of het parlement zit er vol van.
En omdat we alles over een kam scheren kunnen veel democratisch genomen besluiten überhaupt niet of weinig werken omdat het democratische principe in het specifieke geval niet op zijn plaats is. In dit artikel beschrijven we dat een groot deel van de beslissingen niet democratisch genomen kunnen worden.
Wij leven toch in een democratie?
In Europa is de democratie als politieke eis bijna 200 jaar oud. Zij werd verkondigd als een van de grote verlangens van de Franse Revolutie met de woorden ‘vrijheid, gelijkheid, broederschap’. De opeenvolgende reeks politieke strubbelingen in Europa heeft sinds generaties met deze drie verlangens te maken. De politieke onrust komt voort uit het feit dat geen van de drie idealen tot dusver gerealiseerd kon worden. In politiek opzicht wil democratie zeggen dat de meerderheid beslist. Sinds deze eis helder is, doen anti-democraten er alles aan om de meerderheid in hun richting mee te krijgen. Omdat zij, de anti-democraten, nog altijd de zeggenschap over de massamedia hebben, lukt dit hen tot op de dag van vandaag. (…)
De opgave van het individu ten opzichte van de democratie is dat hij de andere opvatting van de ander, zowel als diens persoonlijkheid, als ook diens eenvoudige bestaan als mens werkelijk moet respecteren. Als innerlijke eis aan ieder mens vraagt democratie onvoorwaardelijk respect voor ieder mens, eenvoudigweg omdat hij mens is. Daarbij is het niet relevant of die ander slimmer of dommer is, armer of rijker, laag- of hoogopgeleid. Het gaat om niets anders dan respect voor die andere mens, onafhankelijk van diens afkomst of uiterlijke kenmerken. Deze democratische houding, die de ander volledig respecteert, is kern en substantie van de democratie. Zonder deze substantie is het woord ‘democratie’ betekenisloos. Op dit punt schieten wij ernstig tekort. Dat kan ook pijnlijk ervaren worden, waar mensen samenkomen die zich uit oprechte overtuiging sterk maken voor de democratie. Ook bij hen is vaak te zien hoe elk respect voor de ander als vertegenwoordiger van een andere overtuiging, als gesprekspartner, als jongere of oudere, volledig ontbreekt. (…)
De weg naar werkelijke democratie is oneindig zwaar omdat wij pas aan het begin staan van het ontwikkelen van een echte democratische gezindheid en van werkelijk respect voor de andere mens. (…) De kern, de substantie van de democratie is een gezindheid. Die bestaat uit respect voor de mening van de andersdenkende, al bevalt deze mening ons nog zo weinig. Die bestaat ook uit het respect voor een stamelend, onbeholpen woord, dat misschien veelzeggend kan zijn wanneer men maar kan luisteren, de mens respecteert de stamelend naar zijn woorden zocht.
Het oefenen voor een echte democratische gezindheid is voor ons allemaal nog iets nieuws. Een oefenveld vinden wij in onze relatie, in ons gezin, in kleine groepjes. Daar waar wij elkaar regelmatig ontmoeten, waar de kring klein en overzichtelijk is, kunnen wij het ware respect voor de onaantastbare menselijke waarde van ieder afzonderlijk leren kennen. (…) Het respect voor de ander mens en voor zijn gelijkberechtiging als mens moet geoefend en geleerd worden.
Dit fragment, uit een artikel van Peter Schilinski van 1984, werd gepubliceerd in Jedermensch, Nr. 678, Frühling 2016.