Het kan nu niet worden beweerd dat Klaus Schwab een van de meest charismatische figuren zou zijn en menigeen heeft zich gevraagd hoe hij erin is geslaagd zoveel macht te verwerven, waardoor het WEF nu tot het meest gezaghebbende orgaan voor politieke beleidsvoering is verworden. F. William Engdahl is de vraag naar de oorsprongen van het WEF nagegaan.
[Vertaling uit het Engels, uit Global Research, The Dark Origins of the Davos Great Reset, ook te vinden op de website van William Engdahl]
Het is belangrijk te begrijpen dat de zogenaamde Great Reset-agenda van Klaus Schwab voor een nieuwe wereldorde geen enkel nieuw of origineel idee bevat. Ook de agenda voor de Vierde Industriële Revolutie of de stelling dat hij het begrip Stakeholderkapitalisme zou hebben uitgevonden, stammen niet van Schwab zelf.
Klaus Schwab is weinig meer dan een gladde PR-agent voor een globale technocratische agenda, een corporatistische samengaan van de macht van het bedrijfsleven met de overheid, met inbegrip van de VN. Er is sprake van een agenda waarvan de oorsprong teruggaat tot het begin van de jaren zeventig, of zelfs eerder. De Grote Reset uit Davos is slechts een bijgewerkte blauwdruk voor een wereldwijde dystopische dictatuur onder controle van de VN, een plan dat al tientallen jaren werd voorbereid. De hoofdrolspelers hierin waren David Rockefeller en zijn protégé, Maurice Strong.
In het begin van de jaren zeventig was er waarschijnlijk niemand die meer invloed had op de wereldpolitiek dan wijlen David Rockefeller, toen vooral bekend als voorzitter van de Chase Manhattan Bank.
Het creëren van het nieuwe paradigma
Eind jaren zestig en begin jaren zeventig lanceerden de internationale kringen die rechtstreeks met David Rockefeller verbonden waren een duizelingwekkende reeks eliteorganisaties en denktanks. Daartoe behoorden de Club van Rome, de 1001: A Nature Trust, verbonden met het Wereld Natuur Fonds (WWF), de conferentie van de Verenigde Naties over de Dag der Aarde in Stockholm, de door het MIT geschreven studie Limits to Growth en de Trilaterale Commissie van David Rockefeller.
Club van Rome
In 1968 richtte David Rockefeller samen met Aurelio Peccei en Alexander King een neomalthusiaanse denktank op, de Club van Rome. Aurelio Peccei, was een senior manager van het autobedrijf Fiat, eigendom van de machtige Italiaanse familie Agnelli. Fiat’s Gianni Agnelli was een intieme vriend van David Rockefeller en lid van het Internationale Adviescomité van Rockefeller’s Chase Manhattan Bank. Agnelli en David Rockefeller waren sinds 1957 goed bevriend. Agnelli werd in 1973 stichtend lid van David Rockefellers Trilaterale Commissie. Alexander King, hoofd van het OESO Wetenschapsprogramma was ook adviseur van de NAVO. Dat was het begin van wat de neo-Malthusiaanse “mensen produceren vervuiling” beweging zou worden.
In 1971 publiceerde de Club van Rome een zeer misleidend rapport, Grenzen aan de groei (Limits to Growth), dat het einde voorspelde van de beschaving zoals wij die kenden vanwege de snelle bevolkingsgroei, gecombineerd met schaarste aan hulpbronnen, zoals olie. Het rapport concludeerde dat zonder substantiële veranderingen in het verbruik van hulpbronnen “het meest waarschijnlijke resultaat een vrij plotselinge en oncontroleerbare afname van zowel de bevolking als de industriële capaciteit zal zijn.”
Het was gebaseerd op onjuiste computersimulaties van een groep MIT-computerwetenschappers. Het bevatte de gewaagde voorspelling: “Als de huidige groeitrends in wereldbevolking, industrialisatie, vervuiling, voedselproductie en uitputting van grondstoffen onveranderd doorgaan, zullen de grenzen aan de groei op deze planeet ergens in de komende honderd jaar worden bereikt.” Dat was in 1971. In 1973 nodigde Klaus Schwab tijdens zijn derde jaarlijkse business leader meeting Peccei naar Davos uit om Limits to Growth te presenteren aan de verzamelde CEO’s van diverse ondernemingen. (1)Klaus Schwab, The World Economic Forum: A Partner in Shaping History–The First 40 Years: 1971 – 2010, 2009, World Economic Forum, p. 15, https://www3.weforum.org/docs/WEF_First40Years_Book_2010.pdf
In 1974 verklaarde de Club van Rome stoutmoedig: “De Aarde heeft kanker en deze kanker is de Mens.” Daarna: “de wereld wordt geconfronteerd met een ongekende reeks in elkaar grijpende globale problemen, zoals overbevolking, voedseltekorten, uitputting van niet-hernieuwbare hulpbronnen [olie-w.e.], aantasting van het milieu en slecht bestuur.” Daarin wordt gesteld, dat
een ‘horizontale’ herstructurering van het wereldsysteem nodig is…drastische veranderingen in het normenstelsel – dat wil zeggen, in het waardesysteem en de doelen van de mens – zijn noodzakelijk om de energie-, voedsel- en andere crises op te lossen, d.w.z. sociale veranderingen en veranderingen in de individuele houding zijn nodig om de overgang naar organische groei te laten plaatsvinden.
In hun rapport van 1974, Mankind at the Turning Point, stelde de Club van Rome verder:
Toenemende onderlinge afhankelijkheid tussen naties en regio’s moet zich dan vertalen in een afname van onafhankelijkheid. Naties kunnen niet van elkaar afhankelijk zijn zonder dat elk van hen iets van zijn eigen onafhankelijkheid opgeeft, of tenminste de grenzen daarvan erkent. Nu is de tijd gekomen om een masterplan op te stellen voor organische duurzame groei en wereldontwikkeling op basis van een wereldwijde verdeling van alle eindige hulpbronnen en een nieuw mondiaal economisch systeem.
Toen werden voor het eerst de VN Agenda 21, Agenda2030 en de Great Reset van het WEF in 2020 geformuleerd.
David Rockefeller en Maurice Strong
Verreweg de meest invloedrijke promotor van Rockefellers ‘zero growth’-agenda in het begin van de jaren zeventig was een oude vriend van David Rockefeller, een miljardair met de naam Maurice Strong.
De Canadees Maurice Strong was een van de belangrijkste voorvechters van de wetenschappelijk onjuiste theorie dat de door de mens veroorzaakte CO2-uitstoot van vervoermiddelen, kolencentrales en landbouw een dramatische en versnellende wereldwijde temperatuurstijging veroorzaakt die “de planeet” bedreigt, de zogenaamde opwarming van de aarde.
Als voorzitter van de Earth Day VN-conferentie van Stockholm in 1972 promootte Strong een agenda van bevolkingsvermindering en verlaging van de levensstandaard over de hele wereld om “het milieu te redden”.
Strong lichtte zijn radicale ecologische agenda als volgt toe:
“Is het niet de enige hoop voor de planeet dat de geïndustrialiseerde beschavingen instorten? Is het niet onze verantwoordelijkheid om dat te bewerkstelligen?”
Dit is wat er nu gebeurt onder de dekmantel van een opgeblazen wereldwijde pandemie.
Strong was een merkwaardige keuze om een belangrijk VN-initiatief te leiden, dat tot acties voor het milieu moest oproepen, want zijn carrière en zijn aanzienlijke fortuin waren gestoeld op de exploitatie van olie. Evenals de carrières van een opmerkelijk aantal van de nieuwe voorvechters van “ecologische rechtvaardigheid”, zoals David Rockefeller of Robert O. Anderson van het Aspen Institute of John Loudon van Shell.
De jonge Canadees Strong had in 1947, als achttienjarige, David Rockefeller ontmoet en vanaf dat moment was zijn carrière verbonden met het netwerk van de Rockefeller familie.(2)Elaine Dewar, Cloak of Green: The Links between key environmental groups, government and big business, Toronto, James Lorimer & Co., 1995, pp. 259-265. Door zijn nieuwe vriendschap met David Rockefeller kreeg Strong, op 18-jarige leeftijd, een sleutelpositie bij de VN onder de VN penningmeester, Noah Monod. De fondsen van de VN werden gemakshalve beheerd door Rockefeller’s Chase Bank. Dit was typerend voor het model van “public-private partnership” dat door Strong zou worden toegepast – privé winst dankzij publiek bestuur.
In de jaren zestig was Strong president geworden van het enorme energieconglomeraat en oliebedrijf van de Montreal Power Corporation, toen eigendom van de invloedrijke Paul Desmarais. De Power Corporation werd naar verluidt ook gebruikt als een politiek zwartgeldfonds voor de financiering van campagnes van geselecteerde Canadese politici zoals Pierre Trudeau, vader van Davos protegé Justin Trudeau, volgens de Canadese onderzoekster Elaine Dewar. (3)Elaine Dewar, op cit. p. 269-271.
Earth Summit I en Rio Earth Summit
In 1971 werd Strong benoemd tot ondersecretaris van de Verenigde Naties in New York en tot secretaris-generaal van de komende Earth Day-conferentie, de Conferentie van de Verenigde Naties over een menselijk milieu (Earth Summit I) in Stockholm, Zweden. Hij werd dat jaar ook benoemd tot trustee van de Rockefeller Foundation – die zijn lancering van het Stockholm Earth Day project financierde.(4)Ibid., p. 277. In Stockholm werd het United Nations Environment Program (UNEP) opgericht met Strong als hoofd.
In 1989 werd Strong door de secretaris-generaal van de VN benoemd tot hoofd van de VN-conferentie over milieu en ontwikkeling van 1992 (“Rio Earth Summit II“). Hij hield daar toezicht op het opstellen van de VN-doelstellingen inzake “duurzaam milieu”, de Agenda 21 voor duurzame ontwikkeling die de basis vormt van Klaus Schwab’s Great Reset, en de oprichting van het Intergouvernementeel Panel inzake klimaatverandering (IPCC) van de VN. Strong, die ook bestuurslid was van het WEF in Davos, had Schwab klaargestoomd als belangrijke adviseur voor de Milieutop van Rio.
Als secretaris-generaal van de VN-conferentie van Rio gaf Strong ook opdracht voor een rapport van de Club van Rome, The First Global Revolution, geschreven door Alexander King, waarin werd toegegeven dat de bewering over de opwarming van de aarde door CO2 slechts een verzonnen list was om verandering af te dwingen:
“De gemeenschappelijke vijand van de mensheid is de mens. Op zoek naar een nieuwe vijand om ons te verenigen, kwamen we op het idee dat vervuiling, de dreiging van de opwarming van de aarde, watertekorten, hongersnood en dergelijke in aanmerking zouden komen. Al deze gevaren worden veroorzaakt door menselijk ingrijpen, en alleen door een andere houding en gedrag kunnen ze worden overwonnen. De echte vijand is dus de mensheid zelf.”
De afgevaardigde van president Clinton naar Rio, Tim Wirth, gaf hetzelfde toe en verklaarde,
“We moeten het probleem van de opwarming van de aarde aanpakken. Zelfs als de theorie van de opwarming van de aarde fout is, zullen we het juiste doen in termen van economisch beleid en milieubeleid.” (5)Elaine Dewar, Cloak of Green: The Links between key environmental groups, government and big business, Toronto, James Lorimer & Co., 1995, blz. 259-265.
In Rio introduceerde Strong voor het eerst het manipulatieve idee van “duurzame samenleving” gedefinieerd in relatie tot dit arbitraire doel om CO2 en andere zogenaamde broeikasgassen te elimineren. Agenda 21 werd Agenda 2030 in september 2015 in Rome, met de zegen van de Paus, met 17 “duurzame” doelen. Het verklaarde onder andere,
“Land, vanwege zijn unieke eigenschappen en de cruciale rol die het speelt in de menselijke nederzetting, kan niet worden beschouwd als gewone bezittingen, die worden gecontroleerd door individuen en onderworpen zijn aan de druk en de inefficiënties van de markt. Particulier grondbezit is ook een belangrijk instrument voor accumulatie en concentratie van rijkdom en draagt daarom bij tot sociale onrechtvaardigheid… Sociale rechtvaardigheid, stadsvernieuwing en ontwikkeling, het verschaffen van behoorlijke woningen en gezonde omstandigheden voor de mensen kunnen alleen “worden bereikt indien grond wordt gebruikt in het belang van de samenleving als geheel”.
Kortom, particulier grondbezit moet gesocialiseerd worden voor de “samenleving als geheel”, een idee dat bekend was in de tijd van de Sovjet-Unie en een belangrijk onderdeel vormde van de Grote Reset van het WEF.
In Rio in 1992, waar hij voorzitter en algemeen secretaris was, verklaarde Strong:
“Het is duidelijk dat de huidige levensstijl en consumptiepatronen van de welvarende middenklasse – met een hoge vleesconsumptie, de consumptie van grote hoeveelheden diepvries- en kant-en-klaar voedsel, het gebruik van fossiele brandstoffen, apparaten, airconditioning thuis en op het werk, en huisvesting in de voorsteden – niet duurzaam zijn.”
Tegen die tijd stond Strong in het centrum van de omvorming van de VN tot de motor voor het heimelijk opleggen van een nieuw globaal technocratisch “paradigma”, gebruikmakend van alarmerende waarschuwingen voor het uitsterven van de planeet en de opwarming van de aarde, waarbij overheidsinstanties samengingen met het bedrijfsleven met het doel van een niet-verkozen orgaan te creëren ter controle over vrijwel alles, onder het mom van “duurzaamheid”. In 1997 hield Strong toezicht op de totstandkoming van het actieplan na de Earth Summit, The Global Diversity Assessment, een blauwdruk voor de lancering van de Vierde Industriële Revolutie, een inventarisatie van elke hulpbron op de planeet, hoe deze gecontroleerd zouden worden en hoe deze revolutie verwezenlijkt zou worden.
In die tijd was Strong medevoorzitter van Klaus Schwabs Wereld Economisch Forum in Davos. In 2015 bij het overlijden van Strong schreef de WEF-oprichter Klaus Schwab,
“Hij was mijn mentor sinds de oprichting van het Forum: een grote vriend; een onmisbare adviseur; en gedurende vele jaren lid van ons stichtingsbestuur.”
Voordat hij de VN verliet vanwege een corruptieschandaal rond voedsel-voor-olie in Irak, was Strong lid van de Club van Rome, Trustee van het Aspen Institute, Trustee van de Rockefeller Foundation en de Rothschild Foundation. Strong was ook directeur van de Temple of Understanding of the Lucifer Trust (aka Lucis Trust) gevestigd in de Kathedraal van St. John the Divine in New York City,
“waar heidense rituelen bestaan uit het begeleiden van schapen en vee naar het altaar voor zegening. Hier hield vice-president Al Gore een preek, terwijl volgelingen naar het altaar marcheerden met schalen compost en wormen…”
Dit is de duistere oorsprong van Schwab’s Great Reset agenda, waarin we wormen moeten eten en geen privébezit mogen hebben teneinde “de planeet te redden”. De agenda is duister, dystopisch en bedoeld om miljarden van ons “gewone mensen” te elimineren.
Voetnoten