Dit bericht is overgenomen
uit het tijdschrift Driegonaal
Meningen, daar zijn er genoeg van. Gezien het vluchtige karakter van ‘de mening’ zijn er zelfs meer meningen dan er mensen zijn. Mensen veranderen namelijk nog wel eens van mening. Zij laten hun mening meedeinen op hun stemming.
Oordelen zijn interessanter. Althans, ervan uitgaande dat een oordeel gebaseerd is op een bewust overwegen, en het overwegen gebaseerd op het verzamelen en onderzoeken van feiten.
Het openbaar klimaat in ons land staat vooral bol van de meningen, oordelen krijgen minder aandacht. Oordelen zijn ook niet sexy. – Oordelen hebben het moeilijk. Wanneer ze eenmaal gevormd zijn, is er weinig aandacht voor. En het verzamelen of onderzoeken van feiten wordt steeds meer belemmerd.
Facebook en andere social media verwijderen inhoud van hun platform.
De Europese Unie werkt aan regelgeving tegen ‘desinformatie’.
De Wet Openbaarheid Bestuur, die bijvoorbeeld journalisten in staat moet stellen overheidsinformatie boven water te krijgen, is maar ten dele effectief en dreigt in een nieuwe versie verder uitgehold te worden.
Werkers in de gezondheidszorg, ambtenaren en anderen mogen zich van hun werkgever niet vrij uitlaten over zin of onzin van het coronabeleid.
Ik loop het rijtje nog eens door en vat samen:
- verboden informatie
- ‘staatswaarheid’
- belemmering van de vrije pers
- spreekverbod.
Ik meen dat we dat – als het over het verleden gaat, of over een ander land – altijd ‘censuur’ noemden.
Maar hoe we het beestje noemen is niet het belangrijkste. Belangrijker is om hieruit het besef te ontwikkelen dat wij nooit eerder zozeer zijn uitgedaagd (aangemoedigd, zo u wilt) om tot een in vrijheid gevormd individueel oordeel te komen over wat er in onze tijd speelt, en om de wegen te zoeken naar dit oordeel te leven en te handelen.
(jh)
Dit bericht verscheen als column
in het tijdschrift Driegonaal