Dit bericht verscheen op het blog ITHINK
NAVO: meerdere geschillen, waaronder buitenlandbeleid Turkije
Van 23 tot 24 maart vond in Brussel een bijeenkomst plaats van de ministers van Buitenlandse Zaken van landen lid van de NAVO. Dit onder voorzitterschap van de secretaris-generaal van het Bondgenootschap, Jens Stoltenberg. Er werd met extra interesse naar uitgekeken, deze NAVO-ministeriële bijeenkomst in Brussel, aangezien het de eerste persoonlijke bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad in lange tijd was. Tot op heden werden alle onderhandelingen tussen ministers van Buitenlandse Zaken of hoofden van de generale staf en defensieafdelingen van NAVO-lidstaten gevoerd via videoconferentie vanwege coronavirusbeperkingen.
Tegen deze achtergrond werd in Europese kringen van de bijeenkomst een bijzondere productiviteit verwacht, vooral omdat de nieuwe Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken voor het eerst voor de ‘bondgenoten’ verscheen. Na de uitspraken van de Amerikaanse president Joe Biden over de grotere rol van Washington in de NAVO, die naar verluidt werd ondermijnd door Donald Trump, zou de komst van Blinken weleens in de sluiting van nieuwe overeenkomsten kunnen resulteren. Op basis van de resultaten van het evenement is het echter niet nodig om te praten over de betekenis ervan voor de alliantie. Niet alleen was alles onbeduidend tot op het punt van verveling, maar het versterkte het gegeven dat er een interne politieke crisis in de organisatie speelt.
Het programma van de tweedaagse bijeenkomst voorzag traditioneel in een bespreking door de ministers van het NAVO-2030-initiatief, de verdere militaire aanwezigheid van de alliantie in Afghanistan, evenals de situatie in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De betrekkingen met Rusland werden als apart onderwerp aangestipt. De tweede dag van de top ging over deze kwestie, waarbij de vertegenwoordigers van Zweden, Finland en het hoofd van de Europese diplomatie, Josep Borrell, voor de discussie werden uitgenodigd.
De Britse minister van Buitenlandse Zaken Dominic Raab hield tijdens de bijeenkomst een aparte toespraak. Hij was het eens met de woorden van de secretaris-generaal en riep de NAVO op om zich te verzetten tegen de desinformatiecampagnes van Moskou rond het coronavirus, en vroeg ook leden van de organisatie om landen die met Russische agressie te maken hebben, toe te staan zich bij de alliantie aan te sluiten. Het is natuurlijk noodzakelijk om te vechten tegen Russische desinformatie, mochten er feiten naar voren komen waaruit blijkt dat deze bestaat. Maar al het bovenstaande is al meer dan een of zelfs twee keer naar voren gebracht door NAVO-functionarissen, en daarom is het vanuit het oogpunt van analyse van de praktische betekenis van de top niet erg belangrijk. Wat belangrijker is, is hoe de bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken de interne politieke situatie in de NAVO weerspiegelde.
Tegenwoordig wordt de Atlantische eenheid van de Alliantie ondermijnd door vier hoofdprocessen: economische samenwerking tussen Europese landen en China, die Brussel officieel al als een bedreiging beschouwt, de deelname van Duitsland aan de aanleg van de Russische Nord Stream 2-gaspijpleiding, de acties van Turkije op het gebied van buitenlands beleid en een lobby vanuit Frankrijk voor het idee van strategische autonomie voor Europa. Secretaris-generaal Jens Stoltenberg liet na de bijeenkomst weten dat er geen gezamenlijk standpunt van de NAVO over Nord Stream 2 is.
Het buitenlands beleid van Turkije blijft blijkbaar een probleem voor de ‘bondgenoten’, waarvan niemand een oplossing kan vinden. Aan de vooravond van de laatste bijeenkomst van ministers zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken dat Washington de provocerende acties van Turkije tegen Griekenland, die in strijd zijn met het internationaal recht en de verplichtingen van Ankara jegens de NAVO, veroordeelt. Op de top zelf was de staatssecretaris stukken gematigder met zijn kritiek, waarbij hij enkel opmerkte dat Ankara een zeer waardevolle bondgenoot is voor Washington en Brussel, en dat de alliantie er belang bij heeft dat de Turken niet weggaan van de organisatie.
Tegen de achtergrond van de ministeriële bijeenkomst in Brussel zei Emmanuel Macron in een interview met de tv-zender France 5 dat de NAVO-landen de plaats van Turkije in deze alliantie moeten verduidelijken. De politicus merkte op dat de alliantie in de loop van het jaar het niet eens was over het gedrag van de Turken, hoewel hun acties zeker niet passend zijn voor een NAVO-land. Tegelijkertijd bezorgt Turkije niet alleen de leiding van de NAVO, maar ook de Europese Unie hoofdpijn, zoals gepresenteerd op de ministeriële bijeenkomst door het hoofd van de EU-diplomatie, Josep Borrell. Direct na de NAVO-bijeenkomsten gaat hij naar de top van de Europese Unie, waar een gezamenlijke verklaring van de organisatie over de Turken zal worden besproken. Het document heeft al tot verontwaardiging geleid in Griekenland en Cyprus omdat er geen melding wordt gemaakt van Ankara’s voortdurende mensenrechtenschendingen.
Minder voor de hand liggend, maar tot op zekere hoogte ook een meningsverschil dat niet publiekelijk werd besproken, is de recente NAVO-conferentie over de bescherming van de rechten van de zogenaamde LGBT-gemeenschap, die de eerste in zijn soort werd. Het ligt in het concept van de NAVO-2030-alliantie, die uitgaat van aanpassing van de organisatie aan de postmoderne cultuur. In Brussel spraken ze ervan dat deze conferentie een doorbraak was in de bescherming van de rechten van nationale ‘minderheden’, maar niet alle bondgenoten waren blij met deze aanpassing. Met name waren er twijfels vanuit Polen, dat traditioneel gekant is tegen het homohuwelijk en dit soort opvattingen niet wil verdedigen in het kader van een militair-politieke organisatie.
De deelnemers aan de NAVO-bijeenkomst hebben dus veel problemen over de te volgen koers. Voor de leiding van de alliantie, althans publiekelijk, is het echter verstandiger om dergelijke problemen niet terloops aan de orde te stellen of aan te raken, alsof het iets onbeduidends is dat gemakkelijk kan worden opgelost, want dit kan uiteindelijk wellicht leiden tot het uit elkaar vallen van de organisatie.
Dit bericht verscheen op het blog ITHINK