Een artikel van Hugo van der Zee
Een iets andere versie verscheen
in het tijdschrift ‘Gezond Verstand’
De boeken ‘Brave New World’ van Aldous Huxley en Orwell’s 1984 zijn waarschijnlijk de twee bekendste dystopieën. Beide schrijvers waren duidelijk over het motief achter deze boeken. Het waren waarschuwingen voor een mondiale dictatuur zoals de mensheid nooit gekend had. Aldous Huxley en Orwell kenden elkaar goed. Huxley was ooit leraar van Orwell. Na de publicatie van ‘1984’ (in 1948) stuurde Huxley een brief aan Orwell waarin hij hem complimenteerde met zijn boek, maar hem ook vertelde dat een dictatuur zoals hijzelf had beschreven in Brave New World (1932) een waarschijnlijker toekomstbeeld was. Huxley werkte dit uit in zijn boek “Brave New World revisited”. De reden dat Huxley dit boek schreef was niet om 1984 te ontkrachten, hij was het deels met Orwell eens, maar Huxley besefte dat een ‘Brave New World’ dictatuur zich veel sneller aan het verwezenlijken was dan hij verwacht had. Dit kwam volgens hem door de snelle ontwikkelingen in de technologie, de media (televisie en radio) en de psychologie.
Huxley kwam uit een familie van prominente wetenschappers en hij had hierdoor toegang tot eerstehands informatie. Zijn grootvader was
Thomas Huxley, bekend als ‘Darwins bulldog’ omdat hij een uitgesproken voorstander van Darwins evolutieleer was. Thomas Huxley was oprichter van het wetenschappelijke tijdschrift Nature. De broer van Aldous Huxley, Julian Huxley, was een vooraanstaande bioloog en voorstander van bevolkingscontrole, een gebied waarin hij een belangrijke rol zag weggelegd voor nieuwe technologieën. Julian Huxley promootte deze ideeën, onder andere bij de UNESCO, een organisatie waarvan hij medeoprichter en eerste directeur was.
Zowel Brave New World als 1984 beschrijven een wereld waarin een kleine elite de bevolking in slavernij houdt, maar hier houden de overeenkomsten op. In Brave New World leeft de mens in een aangename wereld zonder confrontaties, in 1984 leeft de mens in een gruwel maatschappij, en wordt door angst en geweld onder de duim gehouden. Het fundamentele verschil tussen beide dystopieën is dat, waar in Orwells 1984 ‘ongewenst gedrag wordt bestraft’ (door het regime), daar wordt in Brave New World ‘gewenst gedrag beloond’. De slavernij in Brave New World hoeft niet te worden opgelegd want de mensen vragen er zelf om. De benadering van Huxley staat lijnrecht tegenover die van Orwell. Orwell vreesde degenen die boeken zouden verbieden. Huxley vreesde dat er geen reden zou zijn om een boek te verbieden, want er zou niemand zijn die het zou willen lezen. Orwell vreesde dat de waarheid voor ons verborgen gehouden zou worden. Huxley vreesde dat de waarheid zou worden verwaterd in een zee van irrelevante informatie. Orwell vreesde dat de mensheid in een repressieve ‘boot-in-your-face’ cultuur zou belanden. Huxley vreesde dat we een triviale cultuur terecht zouden komen waar de mensen gereduceerd zouden zijn tot passieve en egoïstische individuen, slechts zoekend naar afleiding die hun van alle kanten rijkelijk aangeboden zou worden.
In Brave New World revisited schrijft Huxley dat geweld zeker gebruikt zal worden in een totalitair regime, maar hij denkt dat dit zoveel mogelijk beperkt zal worden. De nadruk zal liggen op het belonen van gewenst gedrag omdat dit eenvoudigweg efficiënter is. Volgens journalist Christopher Hitchens, die een aantal artikelen over Huxley en een boek over Orwell schreef, is een dictatuur gebaseerd op harde repressie niet alleen inefficiënt, het kan ook niet lang standhouden. De onderdrukte in een repressief regime is zich bewust van de situatie, en weet wie de agressor is. De onderdrukte zal uiteindelijk in opstand komen. Er is dus vanuit het regime een constante druk nodig, wat maakt dat een repressief regime ‘eerder zal breken, want het kan niet buigen’.
De tactiek van ‘onderdrukking door beloning’ is natuurlijk zo oud als de weg naar Rome. Op het hoogtepunt van het Romeinse rijk, dat een enorm gebied besloeg, was er relatief een klein leger van Romeinse soldaten. De Romeinse elitetroepen, de legionairs, bevonden zich in de tweede linie en werden slechts ingezet voor het veroveren van nieuwe gebieden of in het geval van grote opstanden. De eerste linie werd gevormd door huurlingen van onderworpen volken. Deze voerden arbeidsintensieve taken uit zoals het patrouilleren, controleren en bewaken van grenzen. Het inzetten van lokale huurlingen was zeer effectief omdat ze bekend waren met het gebied, ze spraken de lokale taal en kenden de lokale gebruiken. De logische vraag is waarom de huurlingen dit deden. Het voor de hand liggende antwoord is dat men natuurlijk betaald werd, de Romeinse munt met haar universele waarde was zeer gewild. De hoofdreden was echter dat de huurlingen na 25 jaar dienst beloond werden met het felbegeerde Romeinse staatsburgerschap. De aantrekkingskracht van de Romeinse cultuur was groot, en dit was onderdeel van een psychologische oorlogsvoering. Een van de eerste dingen die men deed na het veroveren van een nieuw gebied was de aanleg van prachtige publieke theaters en badhuizen. Dat de mens zich laat verleiden door gemak en uiterlijke pracht is vandaag de dag natuurlijk niet anders. De middelen waar de huidige autoriteiten over beschikken maken de situatie echter wel heel anders. De ontwikkeling in technologie maakt
dat voor het controleren van de massa veel minder mankracht nodig is, en ook veel directer is. Het is haast niet mogelijk om te weten hoe deze technologieën precies werken en hoe ze worden ingezet, maar je kan je er nog wel een idee bij vormen.
Dit is anders bij het inzetten van psychologie. Huxley zag het risico van nieuwe geavanceerde technologieën, maar hij was met name bezorgd over de ontwikkelingen in de psychologie. Het is een gebied dat minder in de aandacht staat maar diep op de mens kan ingrijpen. Massamanipulatie door middel van psychologie bouwt voort op de experimenten van Pavlov. Door het stimuleren en herhalen van gedragspatronen weet men gedrag te beïnvloeden. De stimulus kan fysiek of mentaal (emotioneel) zijn. De proefpersoon wordt in een staat van een lichte en continue hypnose gebracht, waardoor deze ontvankelijk is voor externe beïnvloeding. Het gedrag kan zo op voorspelbare wijze bestuurd, of ‘voorgeprogrammeerd’ worden. De mens is zich hier niet van bewust, en daar gaat het natuurlijk precies om, het bewustzijn is immers het object van de psychologie. Huxley voorzag dat hoe eerder de conditionering wordt toegepast hoe effectiever deze zal zijn. In Brave New World begint de conditionering bij baby’s, nog voordat ze kunnen spreken en lopen. In Brave New World revisited schrijft Huxley (in 1958!) dat een dictatoriaal wereldbestuur de mensen het liefst genetisch zal manipuleren, maar dat dit ‘nog niet mogelijk is’.
Nu zijn er critici die menen dat Huxley de rol van toegepaste psychologie in de maatschappij overdreef, en dat een verregaande controle over de massa meer science fiction dan feitelijk is. Toch is massamanipulatie iets wat in de praktijk op grote schaal is toegepast. De boeken ‘Crystallizing Public Opinion (1923)’ en ‘Propaganda (1928) van Edward Bernays, het neefje van Freud, waren de basis voor massapropaganda en de moderne marketing. Het boek Propaganda opent met de volgende zin: “The conscious and intelligent manipulation of the organized habits and opinions of the masses is an important element in democratic society. Those who manipulate this unseen mechanism of society constitute an invisible government which is the true ruling power of our country. We are governed, our minds are molded, our tastes formed, our ideas suggested, largely by men we have never heard of. “Een interessante kijk achter de coulissen van de massamanipulatie is een interview met de gevluchte KGB-agent Yuri Bezmenov. In het interview, opmerkelijk genoeg gehouden in 1984, deed Bezmenov uit de doeken dat de KGB zich veel minder dan werd aangenomen bezighield met spionage, maar dat 90% van de bezigheden onder psychologische oorlogsvoering vielen. Bezmenov vertelde dat dit in het Westen niet wezenlijk anders was, en dat massamanipulatie door Amerikaanse autoriteiten zelfs tot in de perfectie was doorontwikkeld. Hij voorspelde dat dit systeem mensen creëert die in de nabije toekomst (hij spreekt over enkele tientallen jaren) niet in staat zullen zijn een dictatuur te herkennen. Wanneer men harde onweerlegbare feiten voor hen op een bord zal neerleggen, aldus Bezmenov, dan zal men deze niet geloven, omdat men geleerd heeft het niet te geloven. Bezmenov voegde er nog aan toe dat “men pas wakker zal worden wanneer men de soldatenlaars onder de kont voelt”.
Aldous Huxley lijkt dus een kleine honderd jaar geleden de spijker op zijn kop te slaan. Het is zonneklaar dat de huidige autoriteiten ‘Brave New World’ methodes toepassen. De gruwelpraktijken uit Orwells 1984 lijken nog ver van ons bed te zijn. Recente ontwikkelingen laten echter een verontrustende toename van geweld zien. De verregaande vrijheidsbeperkingen die opgelegd worden, de angst campagnes, de absurde regels, allen een jaar geleden nog ondenkbaar, zijn een vorm van geweld. Wanneer je de feiten onder ogen ziet en de ontwikkelingen met een alert oog volgt dan wordt het duidelijk dat dit niet zal afnemen, maar eerder zal verergeren. De misleiding en de manipulatie hebben groteske vormen aangenomen, en er wordt steeds openlijker gezegd dat ‘dissidenten’ hard aangepakt moeten worden. Wanneer dit niet wordt gestopt dan zal het niet lang duren voordat de soldatenlaars waar Bezmenov over sprak zich zal laten voelen. De vraag van de titel: ‘wie had gelijk?’ kan dan ook beantwoord worden met: ‘allebei’. De boeken geven samen een duidelijk beeld van de richting die de mensheid is ingeslagen. We kunnen niet zeggen dat we niet gewaarschuwd zijn…
KGB defector Yuri Bezmenov’s warning to America (1984)
Brave New World vs 1984: Huxley Tells Orwell “I Was Right”