Een essay van
Joop Brussee
De masten met 5G kastjes stonden er gewoon, op een dag. Afgezien van de vraag hoeveel straling een mens kan verdragen en waarom dat eerst niet grondig onderzocht wordt vroeg ik mij ook af of aandacht aan de vormgeving is besteed. Is rekening gehouden met de esthetische kanten aan deze gigantische uitrol of is dat helemaal niet meer belangrijk? In de zestiger jaren schreef ik een scriptie over industriele vormgeving, een opkomend verschijnsel dat veelbelovend leek. Schoonheid zou niet uitsluitend voor kunstwerken gelden. Ik kookte ineens water in een fluitketel die een prijs had gewonnen. De techniek zou de wereld mooier maken was de belofte. Is dat uitgekomen?
Later bezocht ik als regisseur regelmatig de grafische afdeling van de NOS, als enige een zelfstandige unit binnen het facilitair bedrijf. Een vriendelijke manager was de baas. Met een snelle babbel wees de man een ontwerper aan. De opdracht werd uitgevoerd met de allernieuwste technieken. Uiteindelijk waren de leaders voor mijn programma’s complete kunstwerken waar ik altijd vol bewondering naar keek en daarbij mijn programma vergat. Kritiek was niet aan de orde. Helaas stond de prachtig technische vormgeving meestal los van de inhoud. Het waren twee gescheiden werelden.
Trucages en technische snufjes drongen zich op andere afdelingen binnen zoals bij post production waar ongekende mogelijkheden kwamen in de montage. Het ging zo snel dat de meeste editors moeite hadden al die technische ontwikkelingen bij te benen. Telkens kwamen nieuwe machines die nog meer geld opslurpten. Wie betaalt, bepaalt betekende dat de producer met de hand op de knip steeds belangrijker werd. Wie nu niet meegaat met de technische ontwikkelingen kan het verder wel vergeten, hoorde ik op een dag een collega zeggen. Dat was schrikken, want wie wilde achterblijven? De knieval voor techniek op alle fronten was ingezet. De marketing deed de rest: technische vernieuwingen zijn immers verbeteringen, stappen voorwaarts!
Op een dag stond in een leslokaal bij opleidingen waar ik cursusleider was een nieuwe videorecorder. Verrassend, als gebruiker was mij niets gevraagd. Dat oude apparaat was prima, techniek een hulpmiddel. Liefst functioneel vormgegeven en niet afleidend. Alleen de toetsen play, pauze en stop waren voor mij belangrijk, met natuurlijk een shuttle voor het spoelen. Bij het nieuwe apparaat verdronk ik in de mogelijkheden, vergiste mij voortdurend en dat bleef storen. Moest ik aan al die overbodige techniek gewoon wennen? De technicus was trots. Toen ik zei dat al die snufjes en mogelijkheden mij afleidde sprak hij met een grijns: Jij bent niet de enige cursusleider hier. Een slimme manier om mijn mond te snoeren. Was de technische opmars en de invloed daarvan op de inhoud nog te stuiten, vroeg ik mij af.
Aan de telefoon kwamen computerstemmen met mededelingen en knoppen keuze; in de trein digitaal verknipte aankondigingen met verkeerde klemtonen op stationsnamen; gesloten kantoren waar ik doorverwezen werd naar een site, die weer naar de telefoon voerde en opnieuw naar een site. Soms dacht ik: worden we expres gek gemaakt? Of murw? Die oude wereld was doorgeslagen consumentisme accoord, nodig aan vernieuwing toe. Maar in wiens belang gingen die ontwikkelingen? Multinationals? Overheden? Of die twee samen en de gebruikers volledig vergeten zijn? De honger naar iets nieuws leek kunstmatig gestimuleerd. Een nog mooiere uitvoering van dit en dat met nog meer mogelijkheden. Steeds sneller. De onzichtbare techneuten: de meesters van het universum?
In deze tijd kan de wereld vol techniek ongecontroleerd doorwandelen. Virussen, voor zover ze bestaan worden schitterend vormgegeven. Controle wordt omgedraaid: de techniek zal de mens volledig controleren en smart slaven van hen maken. Vanzelfsprekend komt na 4G, 5G, 6G enz. Een vraag over deze vooruitgang is lastig, dat remt ontwikkelingen af. In gelikte promotiefilms over het leven in de toekomst kijken kinderen naar schitterende beelden met een gladde uitleg over hoe het leven in het jaar zus en zo eruit zal zien. Volwassenen zitten thuis hun leven uit te zitten met een virtueel apparaat op hun hoofd en kunnen alleen nog een duim opsteken en op een vraag of ze gelukkig zijn alleen ja zeggen. Nee is allang geen optie meer. Die stralingsmasten? Dat zijn nodig. Als je je daaraan stoort omdat je die vervangende kerktorens lelijk vindt dan ga je toch ergens anders wonen?
Joop Brussee
27 Maart 2022