Brussel wil een vinger in de Appingedamse pap

Dit bericht verscheen bij Follow the Money

blankAls het aan de Europese Commissie ligt, moeten gemeenten in de EU een fors deel van hun wetgeving voortaan ter goedkeuring aan Brussel voorleggen. Een coalitie van 160 burgemeesters, milieuorganisaties en actiegroepen wil de richtlijn tegenhouden waarin dat wordt verplicht. Ook EU-lidstaten roeren zich.

Appingedam is een kleine gemeente aan de noordoostrand van de provincie Groningen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is de regio sinds begin jaren negentig een van de gebieden van Nederland waar de krimp zich het hevigst voordoet. Het stadscentrum kampt met leegstand en het gemeentebestuur vreest verpaupering nu steeds meer banen verdwijnen en jongeren wegtrekken. De gemeenteraad heeft daarom in het bestemmingsplan vastgelegd dat detailhandel alleen nog in het centrum is toegestaan. Door de winkelactiviteit te concentreren, hoopt de gemeente de leefbaarheid op peil te houden en de leegloop een halt toe te roepen.

Een paar honderd meter ten oosten van het stadscentrum ligt winkelgebied Woonplein. Daar kunnen inwoners van Appingedam terecht voor bouwmaterialen, inbouwkeukens of een hamburger: Gamma, Kwantum en McDonald’s. Eén van de panden op het terrein is in handen van vastgoedontwikkelaar Visser uit Hoogezand-Sappemeer. Hij wilde het pand verhuren aan schoenen-discounter Bristol. Maar Appingedam greep in en weigerde op grond van het lokale bestemmingsplan toestemming te verlenen. Schoenverkoop valt namelijk onder detailhandel en die is buiten het stadscentrum niet toegestaan.

blank

Het Woonplein in Appingedam

Visser liet het er niet bij zitten: hij diende een klacht in bij de Raad van State. Het Appingedamse bestemmingsplan is volgens Visser in strijd met de vrijheid van vestiging, die in december 2006 is vastgelegd in de EU-Dienstenrichtlijn. Sinds die richtlijn van kracht is, zijn in de hele Europese Unie marktbelemmeringen voor dienstverleningsbedrijven versoepeld, vergunningsaanvragen vereenvoudigd en aanbestedingsprocedures internationaal opengesteld. Ook moet nationaal en lokaal beleid sindsdien in overeenstemming zijn met de handelsregels zoals vastgelegd in die EU-Dienstenrichtlijn. Dat is niet per definitie onwenselijk, zegt wethouder Annalies Usmany. Al dertien jaar is ze lid van het vierkoppige gemeentebestuur van Appingedam. Ze kiest haar woorden zorgvuldig en trefzeker: ‘Wij zijn natuurlijk maar een kleine gemeente in het noorden van Groningen. Als je beleid maakt, moet je echter procedures volgen. Voldoen aan de Europese Dienstenrichtlijn is daar één van. Dat er goede regelgeving bestaat, is alleen maar prettig.’

De Raad van State verwees Vissers klacht naar het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. Dat oordeelde begin 2018 dat detailhandel inderdaad een dienst is en het verbieden van een schoenenwinkel alleen onder strenge voorwaarden is toegestaan. Enkele maanden later stelde de Raad van State tussentijds vast dat het bestemmingsplan in Appingedam daarom niet aan de Europese regels voldoet. Wat dat in de praktijk betekent is nog niet duidelijk, zegt Usmany: ‘Na de tussenuitspraak wachten we het definitieve oordeel van de Raad van State in mei af. Tot die tijd acht ik het niet passend om commentaar te geven en laten we het recht zijn beloop.’

Lees verder bij Follow the Money

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.