Dat het niet de eerste keer is, maakt wel duidelijk dat het niet slechts om een uitglijder gaat. Dat Grenell bovendien als ambassadeur in Duitsland dan ook nog de bondskanselier van het naburige Oostenrijk, Sebastian Kurz, als voorbeeld voorhoudt, verergert de zaak nog.
Aanvankelijk meenden sommigen nog dat Grenells gedrag te herleiden was tot slechte manieren of tot de diplomatieke onervarenheid van de man uit Michigan, maar een dergelijke verklaring stoot niet door tot de kern van het probleem. Grenell kent de diplomatische mores wel degelijk, maar voelt zich daaraan als Amerikaan niet gebonden. Hij weet donders goed dat het zijn taak is de Amerikaanse politiek te vertegenwoordigen en niet om de Duitse de les te lezen, maar dat interesseert hem niet. Als Amerikaan waant hij zich verheven boven dergelijke diplomatieke normen en in dat denken staat hij niet alleen.
We zien deze Amerikaanse houding immers niet alleen in het gedrag van ambassadeurs terug. De grondhouding dat voor de Verenigde Staten niet dezelfde regels gelden als voor andere landen, zien we bijvoorbeeld ook terug in een toespraak die generaal James Clapper, van 2010 tot 2017 hoogste coördinator van de Amerikaanse geheime diensten, onlangs hield. Hij verzekerde daarin zijn toehoorders ervan dat de Verenigde Staten zich alleen dan in de verkiezingen van andere landen zullen mengen en daar ook regimewissels door zullen voeren wanneer dat “in het belang van de mensen” is. Daarmee zei hij in feite twee dingen, namelijk ten eerste dat inmenging in verkiezingen en regime change tot het buitenlandbeleidsinstrumentarium van de VS behoren, en ten tweede dat het aan Washington is om te bepalen wat al of niet in “het belang van de mensen” in welk land dan ook is. Clapper deed deze uitspraken bij een prominente gelegenheid, namelijk de presentatie van zijn boek ‘Facts and Fears’. In een interview met Tobin Harshaw van Bloomberg weidt hij uit: “Ik geloof,