Dit artikel verscheen in Gezondverstand Nr. 39
De Nederlandse overheid heeft haar propagandacampagnes gemilitariseerd door gebruik te maken van massa-surveillance (OSINT; Open Source Intelligence), psychologische oorlogsvoering (PSYOPS), BDM (Behavioural Dyna mics Methodology) en geesteswetenschappelijke analyse. Dit blijkt uit duizenden pagina’s WOB (Wet Openbaarheid Bestuur) documenten, die anderhalf jaar na de verplichte termijn van acht weken zijn vrijgegeven. Bij deze psychologische oorlogsvoering waren meerdere ministeries betrokken, waaronder Binnenlandse Zaken, Economische Zaken, VWS (RIVM en GGD’s), Justitie (NCTV; Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), en Defensie (LIMC; Land Information Manoeuvre Centre).
De operaties van de Nederlandse overheid waren vooral gericht op het ondermijnen van kritiek op regeringsbeleid en multilaterale verbanden, en het stimuleren van gehoorzaamheid aan de Covid-maatregelen. Uit de documenten blijkt dat de betrokken ministeries angst hadden voor een “groeiend anti-regeringssentiment”. Deze angst is terecht gebleken. Uit onderzoek van de Erasmus Universiteit in samenwerking met de Universiteit Leiden bleek dat het vertrouwen in de landelijke overheid is gedaald van 70 procent in april 2020 tot minder dan 30 procent in september 2021. Dit maakt Nederland een zogeheten ‘laag-vertrouwen samenleving’.
Het managen van de publieke opinie begon met het strategische gebruik van ‘narratieven’ (verhalen) en ‘framing’ (het scheppen van een eenzijdig beeld). De effectiviteit van elk narratief werd systematisch gepolst via massa-surveillance (OSINT), en naar behoeven bijgesteld wanneer het draagvlak afnam. In e-mails vroegen ambtenaren zich bijvoorbeeld af welke soort framing over de teststraten “meer thuisblijf gedrag” zou opleveren. Binnen de Belastingdienst werd besproken dat “de corona paspoort app(s) er hoe dan ook gaan komen en het in afwachting van het wetsvoorstel nodig zal zijn vijf maanden met de apps te werken…” Er werd voor gekozen om dit te framen als een ”verlengde experimenteerfase”, die ervoor zou zorgen dat “de IC’s niet overbelast raken”. De framing dat de app zou helpen om “sneller uit de lockdown te kunnen komen” was namelijk aan kracht aan het verliezen. In juni 2020 opperde de NCTV (Justitie) zelfs om de framing van ‘eerste paniek’ te vervangen door beelden van ‘corona-longen’, om de angst weer nieuw leven in te blazen.
De volgende stap was om het narratief rechtstreeks bij te sturen in de traditionele en sociale media. Dit begon met ‘debunken’ en ‘fact-checken’, maar schakelde al snel over op het gedwongen verwijderen van content en profielen met een groot bereik – inclusief op nieuwswebsites – en het betalen van influencers (trollen) om via online campagnes jongeren te beïnvloeden. Ook het RIVM heeft de “regie op het eigen verhaal” genomen door de media directe instructies te geven over welk beeld ze moesten scheppen. Wanneer uit de sociale media analyses bleek dat het wantrouwen jegens het RIVM aan het stijgen was, werden er interviews geregeld om hun status van ‘betrouwbaar wetenschappelijk baken’ weer wat op te krikken. Zonder hun toestemming werd er niets uitgezonden of gepubliceerd.
Deze massa-surveillance (Open Source Intelligence) van sociale media en traditionele media werd met name uitgevoerd door de NCTV en het LIMC (Defensie). Hier werden dagelijkse ‘omgevingsanalyses’ van gemaakt, die de ‘sentimenten’ van de bevolking over bepaalde onderwerpen weergaven. Deze werden vervolgens verstuurd naar andere ministeries, inclusief de minister van VWS (Hugo de Jonge) zelf. In deze omgevingsanalyses werden kritische personen met een groot bereik bij naam genoemd, waaronder Maurice de Hond, en politici als Fleur Agema en Caroline van der Plas. Ook kritische tweets van gewone burgers waren eenvoudig te herleiden tot personen.
Het LIMC (Defensie) hield ook contact met de nationale politie en het Openbaar Ministerie. Zowel Defensie als de politie hebben data vergaard door undercover-eenheden in te zetten op sociale media. In een mail uit 2019 gaf een ambtenaar toe dat “bij diverse eenheden gewerkt wordt met avatars (nep-profielen), en dat de directe verbinding met Defensie niet wordt weergegeven.” Of deze eenheden ook actief ondermijnende berichten hebben geplaatst is niet bekend. Het doel was niet alleen om het Covid-narratief in stand te houden, maar ook om narratieven te monitoren op het gebied van desinformatie, 5G, en het huidige beleid inzake de boeren.
Dat de Nederlandse overheid haar propaganda heeft gemilitariseerd blijkt nog het meest uit de inzet van psychologische oorlogvoering 2.0, oftewel ‘Behavioural Dynamics Methodology’ (BDM). Zoals het Ministerie van Defensie in juni 2020 aan het kabinet schreef: “BDM is – oneerbiedig gezegd – een moderne en geüpdate versie van wat vroeger PSYOPS werd genoemd. Het baseert zich op inlichtingen over een doelgroep,analyse van die inlichtingen en vervolgens het gericht beïnvloeden van de opvattingen en houding van die doelgroep. Alleen
al uit deze omschrijving zal bij de meeste mensen argwaan ontstaan, zeker als het wordt toegepast buiten de context van een militaire operatie met een duidelijk mandaat, rechtsgrond, enz.” Bij BDM worden dus per definitie persoonsgegevens verzameld, omdat er een doelgroep moet worden beïnvloed. De betrokken juristen waren zich hiervan bewust, en gaven aan dat dit buiten een gewapend conflict alleen mag worden gedaan via de MIVD, de AIVD, of de politie op basis van strafrecht. Uit de stukken blijkt dat er naar allerlei omwegen werd gezocht; misschien kon de minister van Defensie opdracht geven, of misschien kon Defensiepersoneel in een opleiding tot toezichthouder de benodigde bevoegdheden krijgen. De ‘juridische basis’ bleef echter ontbreken, en toch is men van start gegaan voordat er een mandaat kon worden verleend.
Zeer opmerkelijk is dat de twee betrokken compagnies van de militaire inlichtingeneenheid (JISTARC; Joint Istar Commando) – 108 TeXINT en 109 OSINT – op 3 december 2019 zijn opgericht, nog voor de Covid-crisis, en zonder publiciteit. De openbare oprichting vond pas plaats op 1 februari 2020. Uit e-mails blijkt dat ook veel ambtenaren niet over de oprichting waren geïnformeerd. De reden voor de geheimhouding was dat het werk van de twee compagnies “het verzamelen van informatie behelst, op – voor militaire begrippen – relatief nieuwe wijze en nieuwe terreinen, zoals forensisch onderzoek en informatie over (mogelijke) non-combattanten in inzetgebieden.” JISTARC wilde de compagnies namelijk voor de nationale context inzetten, en tegen de eigen burgers.
Naast de massa-surveillance, PSYOPS en BDM heeft het RIVM een project voor geesteswetenschappelijke analyse aangevraagd. Het RIVM heeft zelf de aanbevelingsbrief geschreven voor een samenwerkingsproject tussen Defensie, het RIVM, de Koninklijke Academie van Wetenschappen (KNAW), en de Britse SCL Group die de voornaamste ontwikkelaar is van BDM, en moederbedrijf van Cambridge Analytica. Als onderdeel van dit project stuurde het RIVM een verzoek aan minister Grapperhaus (van Justititie) voor “intell verzameling van mensenbewegingen” via telecomgegevens. Het RIVM wilde graag weten hoe de contacten van mensen veranderen “na het versoepelen van de maatregelen”. Het Meertens Instituut leverde met haar DHLab (Digital Humanities Lab) hiervoor de benodigde Kunstmatige Intelligentie software.
Weerstand tegen het Covid-beleid was echter niet het enige doelwit van de propaganda-operaties. Uit andere e-mails blijkt dat er is ingezet op “positieve communicatie over multilaterale verbanden d.m.v. stratcom om ondermijnende narratieven over EU/NAVO tegen te gaan.” De term ‘stratcom’ is afkomstig uit het militaire apparaat van de VS, en is overgenomen door de NAVO en de EU, die beide een speciale ‘stratcom’ afdeling hebben. De Stratcom website van de NAVO geeft aan dat het gebruik maakt van alle informatiekanalen – inclusief ‘traditionele media’ en ‘internet-media’ – om “steun voor haar keuzes en operaties” te stimuleren onder de bevolking, onder andere door middel van het gebruik van ‘Psychologische
Operaties’.
De EU Stratcom afdeling is verantwoordelijk voor het EUvsDisinfo project, wat bedoeld zou zijn om Russische desinformatie tegen te gaan. Deze Task Force onderhoudt ook nauwe contacten met overheden en journalisten, door bijvoorbeeld de media in Oost-Europese landen te bestendigen tegen Russische invloeden. EUvsDisinfo is in 2018 in opspraak geraakt omdat het meerdere Nederlandse nieuwsbronnen – waaronder GeenStijl, The Post Online, en De Gelderlander – onterecht had beschuldigd van het verspreiden van nepnieuws over de MH17 ramp. De meerderheid van de Kamer en het Nederlandse Genootschap van Hoofdredacteuren wilde dat het project werd opgedoekt, maar het bestaat nog steeds. De door de Nederlandse staat ingezette gemilitariseerde propaganda wordt vanzelfsprekend op supra-nationaal niveau gecoördineerd.
Burgers met sterke pro-NAVO en anti-Rusland standpunten worden verondersteld niet te weten in hoeverre deze sentimenten zijn gemanipuleerd door psychologische operaties.