Door Joop Brussee
Het begon toen ze de brief van de zorgverzekering opende. Van de schrik ging ze zitten. De bijgevoegde declaratie van de apotheek was niet misselijk. Naast de crème voor haar lippen die volgens haar al hoog geprijsd was, stond een flink bedrag voor advies.
Ze legde de papieren op tafel en keek naar buiten waar rond het verzorgingshuis in het park de bladeren naar beneden vielen. Gisteren had ze de brief over de jaarlijkse griepprik gekregen.
Ik klopte op de deur en even later zat ik tegenover haar aan de ronde tafel midden in de kamer. Verontwaardigd vertelde ze over de hoge rekening van de apotheek. Ze zocht naar de bijsluiter die bij de tube zat, vroeg mij die voor te lezen. Tijdens het verhaal over mogelijke bijwerkingen knikte ze met haar hoofd steeds heftiger.
‘Ik moet fors betalen voor dat voordragen van die bijsluiter! Daarover hebben ze mij niets gezegd.’
‘O. Tja, als die tekst dezelfde is ……’
‘Dan is het nu afgelopen’, zei ze krachtig en sloeg flink met haar hand op de tafel, ‘ik gooi in een keer alle medicijnen uit het kastje de vuilnisbak in.’
Verbaasd keek ik haar aan. Afgezien dat het zomaar weggooien van medicijnen schadelijk kan zijn voor het milieu is het niet uitgesloten dat er iets bij is waar een rustige afbouw nodig is. Maar…. ik had geen idee hoeveel en wat ze allemaal slikte.
‘Luister ma…’
‘De laatste tijd heb ik veel gelezen over gezond leven dat ik vanaf nu alleen nog homeopathische aanvullingen wil.’
‘Maar hier in dit ….’
‘Ik hoor genoeg verhalen van andere mensen in dit huis. De meesten zijn verder heen dan ik. Ik mag blij zijn dat ik mijn gezonde verstand nog kan gebruiken. En dat wil ik graag zo lang mogelijk blijven doen.’
Ik glimlachte. Het had geen zin tegen haar in te gaan. Ze vertelde vroeger aan elke bezoeker dat ik een eigenwijs kind was. Dat, als ik iets in mijn hoofd had, het niet in mijn kont zat. Die eigenschap kwam ongetwijfeld van haar.
In de jaren die volgden ging het steeds beter met haar gezondheid. Ze werd oud maar de scherpte in haar denken nam nauwelijks af. Trots was ze de ingeslagen weg gevonden te hebben: zelf het beste weten wat gezond voor je lichaam is. Regelmatig adviseerde ze mij nogal dwingend wat ik vooral moest eten en stopte mij soms folders in de hand van producten uit de natuur.
Ze vertelde over haar wandelingen en liet zien welke bewegingen ze dagelijks deed. Dat enthousiasme werd een keer getemperd toen ze na een val in het ziekenhuis belandde.
Bij een bezoek aan haar zag ik naast het bed medicijnen staan. Dat ontging haar niet. Met een ondeugende schittering in haar ogen en op gedempte toon vertelde ze dat ze die pillen natuurlijk niet slikte. Ze demonstreerde hoe ze op een vraag van de zuster had gereageerd.
‘Kijk, zei ik tegen haar ziet u wel? Ik doe de pillen keurig in mijn mond en spoel ze weg met water. Precies wat de bedoeling is.’
Tegelijk demonstreerde ze hoe ogenschijnlijk de pillen in haar mond verdwenen. Het zag eruit als een goocheltruc die ik niet beter had kunnen uitvoeren.
‘Later gaan ze in een servetje weg, samen met de etensresten.’
Glimlachend schudde ik mijn hoofd en zag hoe ze knikte, alsof ze zei: ik doe nog steeds wat ik wil zelf wil doen.
Opnieuw gingen een paar jaar voorbij. Haar geest bleef helder, lichamelijk ging het moeizamer. Ze vertelde dat ze haar eigen arts was geworden. In het verzorgingshuis werd dat niet in dank afgenomen. Zeker niet omdat ze haar kritische houding ten aanzien van medicamenten aan iedereen uitgebreid toelichtte. Als een missie.
Elk jaar adviseerde ze medebewoners geen griepprik te halen. Trots kwam dan het verhaal hoe ze vroeger op het randje van de dood had gelegen tijdens de Spaanse griep. Zonder prik het overleefd! Ze moest niets hebben van zo’n spuit. Haar lichaam was prima in staat om griepgolven op te vangen mits je natuurlijk zelf zorgde voor voldoende vitaminen, mineralen en spoorelementen naast de dagelijkse maaltijden.
Bij het ouder worden werd vanuit het verzorgingshuis elk jaar de druk opgevoerd de jaarlijkse vaccinatie te nemen. Haar weerstand ertegen hield op een dag geen stand. Ze capituleerde.
Mijn broer belde mij niet lang daarna op.
‘Moeder is overleden.’
Joop Brussee
januari 2021