26-09-18 08:31:00, Groene Amsterdammer Economie
Voor de buitenstaander moet het een buitenwereldlijke ervaring zijn geweest, die Algemene Politieke Beschouwingen van vorige week. Hij zag de oppositie op soms schrille toon het ene na het andere argument van de minister-president voor afschaffing van de dividendbelasting onderuit halen. Nee, het komt het vestigingsklimaat van Nederland niet ten goede. Nee, het kan Britse aandeelhouders geen moer schelen. Nee, het gaat Nederlandse ondernemingen niet beschermen tegen overnames. Nee, het gaat de op sterven-na-dode beurs van Amsterdam geen nieuw leven inblazen. En ja, alleen het Unilever van Paul Polman heeft er wat aan.
Om hem vervolgens geen millimeter te zien bewegen. Zeker als hij was van de kadaverdiscipline die de chief whips van de coalitiepartijen – Seegers, Buma en Pechtold – over hun fracties hadden uitgerold. Een parodie op democratie, had Marianne Thieme het begin september genoemd. En dat herhaalde ze vorige week: geen leervermogen, geen gewetenswroeging, zelfs niet bij partijen die daar in een eerdere fase van hun bestaan wel blijk van hadden gegeven. En er is maar één manier om dat zichtbaar te maken: laten zien dat er geen goede argumenten voor de voorgenomen maatregelen zijn. Wat dat betreft is de opstelling van Baudet van vrijdag politiek parasitisme van de bovenste plank: hij heeft zijn afkeurende geste alleen kunnen maken dankzij het ontmaskeringswerk van zijn collega’s.
Maar goed: het was inderdaad het absolute tegendeel van de ideale gesprekssituatie waarnaar het politieke debat volgens de Duitse sociale filosoof Jürgen Habermas zou moeten streven. Niet het meest overtuigende argument zegevierde vorige week, maar de botte machtspolitiek van een minister-president die er tijdens ondemocratische coalitieonderhandelingen een belastingdouceurtje van jewelste voor zijn voormalige werkgever doorheen heeft weten te jassen waar geen kiezer ooit mee zou hebben ingestemd.
Onze buitenstaander zal nimmer kunnen begrijpen hoe een ervaren politicus als onze minister-president zo lichtzinnig heeft kunnen omgaan met het maatschappelijk gezag van zijn functie. Wie na vijf jaar recessie door roekeloos bezuinigen twee miljard euro weggeeft aan een handvol buitenlandse schatkisten om een privévriendje te plezieren heeft namelijk lak aan de kiezer en het instituut van de parlementaire democratie. En dat kan alleen maar omdat onze politicus weet dat hij bij de volgende verkiezingen toch het veld heeft geruimd en er door de kiezer dus nooit meer op afgerekend zal kunnen worden: après moi le déluge.