Dit artikel verscheen bij Uitpers
De toetreding van negen landen die ooit tot het ‘Sovjetblok’ – Oost-Europa zei men toen – behoorden, moest de droom van 1989 – de val van de Muur in Berlijn – werkelijk maken. Een verenigd Europa gebaseerd op gemeenschappelijke waarden en instellingen, en voor de gewezen “Oost-Europeanen” vooral gedeelde welvaart. Bijna 15 jaar na de grote uitbreiding (1 mei 2004) wringt het tussen “Oost” en een stuk “West”. Een stuk, want “de waarden” staan niet alleen in Polen en Hongarije onder druk, maar ook in – huidig EU-voorzitter – Oostenrijk en stichtend land Italië.
Orbanisatie
De politieke crisis in Duitsland, de recente EU-top rond migratie en het Oostenrijks voorzitterschap van de EU , illustreren duidelijk hoe de “orbanisatie” de jongste tijd voortholt. De Beierse CSU bedreigt kanselier Angela Merkel niet alleen met een regeringscrisis, bij de CSU leeft al langer het idee een nationale partij te worden, concurrent van Merkels CDU. De Oostenrijke kanselier Sebastian Kurz regeert samen met de FPÖ, zusterpartij van Vlaams Belang en zit op dezelfde golflengte als de Hongaarse premier Viktor Orban. Deze laatste zegevierde op de recente EU-top.
Orbans Fidesz maakt deel uit van de EVP. Zoals ook de CSU en de ÖVP van Kurz tot de EVP behoren. Die Europese Volkspartij was oorspronkelijk een fractie in het EU-parlement van traditioneel christendemocratische partijen. Wijlen Wilfried Martens gaf de EVP een rechtse stoot toen hij de fractie, en daarop ook de partij, openzette voor Forza Italia van Silvio Berlusconi die toen nochtans regeerde met de Lega Nord (toen nog zusterpartij van de Volksunie) en met de postfasdistische Nationale Alliantie. Bij de CVP was er een EU-parlementslid , Raphael Chanterie van het ACV, die zich verzette. Maar hij werd aan de kant geschoven.
Steeds rechtser
De EVP nam er nadien nog enkele partijen zonder christendemocratische wortels bij. Zoals het Hongaarse Fidesz, ooit een partij van jonge liberalen die Orban in ultraconseratieve richting duwde. Intussen verdween een zeer belangrijke christendemocratische partij, de Italiaanse Democrazia Cristiana, van het toneel, terwijl de Spaanse PP steeds rechtser werd en anderen, zoals de Oostenrijkers, radicaal rechts omarmden.
De EVP werd een groep waarin de christendemocraten van origine, onder wie Belgen,