Wat insiders reeds lang vermoeden is de voorbije dagen duidelijk geworden. De Nederlandse regering steunt al jaren met militair materieel de salafistische terreurgroepen in Syrië. Was dat vanaf 2011 voor zover bekend alleen via politieke en diplomatieke steun en via de propaganda van de in wezen regeringsgetrouwe massamedia dan ging dat daarna verder.
Volgens het dagblad Trouw en het televisieprogramma Nieuwsuur gebeurde dit vanaf 2015 immers ook onder meer via de levering van voor die terreurgroepen cruciale communicatieapparatuur en pick-ups.
Waarop zij dan door andere landen van de westerse alliantie geschonken wapens monteerden en eventueel gebruikten om te folteren gevangenen te vervoeren of hun eigen troepen naar het front te brengen. Een oorlogsmisdaad lijkt het.
Witwasserij Ko Colijn
In totaal ging het volgens die informatie om 25 miljoen euro aan materiaal waaronder eveneens laptops en pakken ander materieel bruikbaar voor een leger. Dit dan bestemd voor 22 groepen waarvan er echter maar twee namen tot heden bekend raakten. Feiten die de regering van Mark Rutte (VVD) niet betwist.
Dat het dan toch openbaar werd is deels het werk van onder meer parlementslid Pieter Omtzigt (CDA) en natuurlijk die betrokken journalisten die hier ditmaal alle eer verdienen voor hun degelijk onderzoekswerk. Vraag is nu echter wat de gevolgen zullen zijn voor de Nederlandse regering die al zeker vanaf 2015 die groepen met militair materieel steunde. Men noemde het mooi ‘niet-dodelijke hulp’.
Een ding viel al snel op, en dat is de operatie ‘beperk de schade’ die onmiddellijk in gang schoot. Waarbij de vermeende kwaliteitskrant NRC blijkbaar voorop gaat. Zo stelde de krant dat het allemaal zo erg niet was en ook logisch toen in 2015 deze beslissing viel.
Ook is het zenden van dit materiaal naar gewapende groepen in Syrië niet in strijd met de internationale rechtsregels en is die Jabhat al Shamiya (het Front van de Levant) geen salafistische terreurorganisatie. Het zijn in wezen goede jongens, zelfs al begaan ze wel eens een misdaad. Maar dat doet daar iedereen
Dit allemaal ondanks de tegengestelde visies van Amnesty International en het Nederlandse openbaar ministerie. Merkwaardig toch. Mensen als Ko Colijn sprongen in het verleden wild op die rapporten en visies om de Syrische regering als crimineel aan te duiden.
Nu men bij AI en elders ook de andere kant in beeld brengt is dat voor Colijn & co plots onzin. En op de visie van Rusland en Syrië zitten de Colijns van deze wereld natuurlijk nog minder te wachten dan op die van justitie en AI. Die eersten zijn voor hen nu eenmaal doortrapte smeerlappen.
Internationaal recht
Zo schreef de russofobe NRC op 14 september 2018 “Jabhat al Shamiya wordt over het algemeen beschouwd als een gematigde islamitische groep”.(1) En voor Ko Colijn van het regeringsinstituut Clingendael, schrijvend in een opiniestuk in diezelfde NRC (2) is er in wezen zelfs helemaal niets fouts aan de hele zaak. De bewering dat men zo het internationaal recht heeft geschonden noemt hij ‘nogal buitenaards’.
“Maar dat je je niet zou mogen mengen in de interne aangelegenheden van een andere (soevereine) staat schiet door. Dat zou tirannen als Assad en Maduro (3) in deze wereld te veel ruimte geven …… maar op een orthodox advies van ‘het mag niet’ zit geen diplomaat te wachten ..…… Überhaupt wordt het voeren van buitenlandse politiek wel erg moeilijk als het ‘volkenrechtelijk verbod op interventie’ (Nollkaemper) (4) te letterlijk wordt genomen.”
Het internationaal recht is nochtans duidelijk: De grenzen van een soevereine staat zijn onschendbaar en dient men te eerbiedigen. En het steunen van een gewapende rebellie in een andere staat is onder internationaal recht een casus belli voor een oorlog tegen de agressor door de hier aangevallen partij. Syrië kan dus onder het internationaal recht legaal de hulp inroepen van bondgenoten – hier Rusland – en eventueel als represaille zelfs Nederland kapot laten bombarderen.