Dit bericht is van Follow the money
Gemak dient de mens, en dus laten consumenten zich snel verleiden door ‘smart’: dat klinkt zo heerlijk handig. Maar voor dat beloofde gemak betalen we met onze data, vaak zonder dat te weten en zonder daar controle over te hebben, waarschuwt Jan Kuitenbrouwer.
In de dramaserie Homeland krijgt Nicholas Brody, een Amerikaanse oorlogsheld die in werkelijkheid voor Al Qaida werkt, opdracht de vice-president van Amerika te vermoorden. Die is hartpatiënt en draagt een pacemaker. Brody moet de cijfercode achterhalen waarmee je die pacemaker kunt afstellen. Het lukt hem, de pacemaker wordt gehacked, de VP sterft.
Het is fictie, maar geen science fiction. Steeds meer medische apparatuur staat in verbinding met besturingssystemen op afstand, en dat soort verbindingen zijn hackbaar. In 2016 toonden onderzoekers aan dat de Medtronic CareLink 2090 pacemaker-monitor, gebruikt door artsen om actieve pacemakers te ‘tunen’, vrij eenvoudig te hacken is. ‘What followed was an 18-month roller coaster of unresponsiveness, technical inefficiencies and misleading reactions,’verklaarden de onderzoekers 570 dagen nadat zij Medtronic op de hoogte hadden gesteld. Geïmplanteerde defibrillatoren van hetzelfde merk, ongeveer 750.000 stuks, bleken intussen ook onveilig. Medische implantaten van andere fabrikanten, automatische insulinepompen, een wifi hartmonitor voor zuigelingen: met regelmaat worden gevallen bekend van medische apparaten die kwetsbaar zijn voor inbraak.
Welk lijstje je er ook op naslaat, naast kunstmatige intelligentie is het internet of things (IoT) dé technologische revolutie die op uitbreken staat. De prognoses zijn adembenemend. Elke seconde worden er 127 ‘things’ nieuw op het internet aangesloten. Volgend jaar zullen er ongeveer 20 miljard IoT devices online zijn, bijna drie voor elke wereldbewoner. 90 procent van alle nieuwe auto’s zal dan online zijn. Tussen 2017 en 2025 zal er 15 biljoen dollar in het IoT geïnvesteerd zijn (‘15’ met 12 nullen). Bij Google wachtten in 2017 alleen al 10.000 verschillende IoT-producten op Android-certificatie.
Het is een nieuwe incarnatie van het internet: vanuit onze desktops, tablets en smartphones spreidt het zich uit en penetreert de fysieke omgeving. De Universiteit van Princeton organiseerde een paneldiscussie over het IoT. Titel: ‘Is uw vlinderdas een camera?’ Bedenk iets, en je kunt het aansluiten op het internet. Niet alleen die bewakingscamera, die buitenlamp of die vuilcontainer – alles. Een fitbit, een tennisracket, een babyluier, een fles whisky, je cavia. Online, draadloos, via een piepkleine, spotgoedkope wegwerpchip. In een Amerikaanse podcast over het IoT roept iemand op een gegeven moment: ‘But what if my lightbulb is talking to the Russians?’