Dit artikel verscheen bij Novini
De maand december staat alom bekend als een periode van verrassingen en surprises en dat gold afgelopen maand zeker voor Syrië. De eerste verrassing kwam afgelopen 19 december uit Washington, waar president Trump vrolijk twitterde dat hij de in Syrië gestationeerde Amerikaanse militairen zou weghalen. Nauwelijks een week later zorgde Israël op 25 december voor een kerstsurprise door vanuit het Libanese luchtruim raketten af te vuren op doelen in de Syrische hoofdstad Damascus. Twee ontwikkelingen die in Syrië het nodige vuurwerk beloven voor het nieuwe jaar 2019.
Het besluit van Trump kwam voor objectieve kenners van de situatie niet echt als een verrassing. De Amerikaanse president had bij eerdere gelegenheden reeds aangegeven dat hij wars was van een langdurige militaire betrokkenheid bij de oorlog in Syrië. Trump kan in vele opzichten een ongeleid projectiel worden genoemd, maar hij is een expert in het aanvoelen van de ‘mood’ van de Amerikaanse kiezers. Het Amerikaanse publiek, dat in meerderheid waarschijnlijk niet eens Syrië op een kaart zou kunnen aanwijzen, is oorlogsmoe.
Trump speelde daar handig op in. En het geeft te denken dat na zijn besluit in het vrijwel voltallige Amerikaanse politieke en media-establishment een soort van collectieve hysterie uitbarstte. Uit protest diende zijn minister van Defensie James Mattis onmiddellijk zijn ontslag in. Trump werd echter de zondebok van de rampzalige Syrië-strategie van het Westen, dat er in het Midden-Oosten vaak bedenkelijke bondgenoten op nahield die de westerse politiek richting Syrië aanstuurden.
Dubbele pech
Syrië had de dubbele pech dat het sinds de Koude Oorlog tot het Russische kamp behoorde ėn een president had die in religieus opzicht tot dealevitischee minderheid behoorde. Voor soennitische landen als Turkije en Saoedi-Arabië vormde de Syrische oorlog daarom een dankbare aanleiding om in Damascus eveneens een soennitisch regime te installeren. Het Westen voelde er wel voor om het pro-Russische regime in Syrië te wippen en herhaalde daarom het desastreuze scenario dat na 1979 in Afghanistan was toegepast.
Radicale islamitische milities werden gesteund en bewapend om al-Assad te verdrijven. In Afghanistan leidde dat indertijd tot de oprichting van al-Qaida. In Syrië kwam hieruit de Islamitische Staat (IS) voort. Om dit globale gevaar te elimineren werden in Syrië de Koerden ingezet, wat onder meer NAVO-bondgenoot Turkije in Russische armen dreef. Te midden van deze chaos ontwikkelde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo in de zomer van 2018 een nieuw Seriebeleidd. De Amerikanen zouden in dit land blijven totdat de laatste Iraanse milities Syrië hadden verlaten. Het idee dat 2000 Amerikaanse soldaten de naar schatting 80.000 man sterke Iraanse milities zouden kunnen dwingen om uit Syrië te vertrekken was vanaf het begin volslagen onrealistisch geweest.
Dwarsbomen van Rusland en Iran
Het Amerikaanse vertrek uit Syrië werd vrijwel over de gehele linie omschreven als een overwinning voor Iran en Rusland. Maar sinds de Russische militaire interventie in Syrië stond het reeds vast dat deze beide landen als overwinnaars uit de bus zouden komen. In tegenstelling tot het Westen hadden Moskou en Teheran namelijk vitale belangen in Syrië die ze bereid waren desnoods gewapenderhand te verdedigen. De belangrijkste vraag is daarom thans wat eigenlijk de westerse belangen in Syrië zijn? Er is een situatie ontstaan die suggereert dat het dwarsbomen van Rusland en Iran in Syrië nog de enige overgebleven doelstelling is.