Rusland lijkt voornemens een van de grootste transportvliegtuigen ter wereld, de Antonov An-124 ‘Roeslan’, zonder Oekraïense medewerking onder een nieuwe naam te gaan bouwen. Dat heeft de Russische luchtvaartdeskundige Joeri Sytnik, een lid van de Russische commissie voor ontwikkeling van de luchtvaart door laten schemeren.
De An-124 ‘Roeslan’ geldt als werkpaard en is internationaal zeer geliefd voor zwaar transport. Het vliegtuig kan ladingen tot 120 ton vervoeren over langere afstanden en is marktleider op dit terrein. Aangezien sinds 2004 geen toestellen van dit type meer gebouwd worden, de vraag echter toeneemt, willen de Russen een versie van het toestel met gemoderniseerde motoren en digitale techniek in serieproductie nemen.
Deze plannen stuiten op kritiek van Oekraïense zijde. Volgens de Russische defensiedeskundige Viktor Baranez staat Oekraïne, of om precies te zijn het daar gevestigde Antonov, erop dat Rusland het werk aan dit vliegtuig niet mag voortzetten. Rusland stelt zich daarentegen op het standpunt dat er zoveel werk van Russische ingenieurs, technici en specialisten in het transportvliegtuig steekt, dat van de Oekraïense An-124 alleen nog de contouren resteren.
De Oekraïense zijde heeft reeds gedreigd met de rechter, maar sinds de invoering van de An-124 is het toestel daadwerkelijk al voor 95 procent in Rusland geproduceerd. Twee derde van de An-124-toestellen die in Rusland in gebruik zijn, zijn in de Russische fabriek van Aviastar-SP in Oeljanovsk aan de Wolga gebouwd. Specialisten daar hebben veel gedaan om de technische eigenschappen van het vliegtuig te verbeteren.