Overgenomen van de webpagina Indepen
De scheiding tussen ‘links’ en ‘rechts’ zoals die in het verleden gold is allang niet meer de scheidslijn.
De scheidslijn ligt tussen mensen die vóór een globalistische wereld zijn, en hen die daartegen ageren. In het ‘oude links’ was persoonlijke vrijheid zeer belangrijk (wie herinnert zich niet de provo’s?), in het ‘oude rechts’ was met name economische vrijheid belangrijk. Het afgelopen decennium heeft er echter een duidelijke verschuiving plaatsgevonden. Het ‘links’ en ‘rechts’ zoals we dat kennen is niet meer. Het nieuwe links is verschoven naar het autoritaire verlangen, waarbij overheden, of liefst supranationale overheden bepalen wat er gebeurt: instanties zoals de EU of de NAVO, maar ook grote ngo’s (niet-gouvernementele organisaties) zoals het WEF (World Economic Forum) en de WHO (World Health Organization). Het oude rechts is juist verschoven naar de libertarische gedachte: een overheid die zich zo min mogelijk bemoeit met haar bevolking en waarbij ieder individu de maximale vrijheid bezit om voor zichzelf te zorgen. Deze vrijheid is gebaseerd op het ontkennen van autoriteit in de sociale organisatie van samenlevingen en het verwerpen van alle dwang, die het gevolg is van instituten en individuen die zich baseren op een autoriteit, die geen basis heeft in de kwaliteiten van betreffend instituut of persoon.
Begrippen als ‘extreemlinks’ of ‘extreemrechts’ zijn termen uit het verleden. En voor de duidelijkheid: nazi’s en fascisten waren socialisten (geïnspireerd door Hedel en Marx) en dus ‘links’ in die tijd. Het label dat dit ‘rechts’ zou zijn werd pas in de jaren vijftig erop geplakt.
Termen als autoritair en libertair dekken veel meer de lading.